wk 12: les 2 - 21 Voornaamwoorden en telwoorden

Donderdag 21 maart - 2HAT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: 21 Voornaamwoorden en telwoorden (blz. 86)
  • Huiswerkopdrachten bespreken
  • Telwoorden (blz. 88)
  • Aan de slag!














timer
10:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 21 maart - 2HAT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: 21 Voornaamwoorden en telwoorden (blz. 86)
  • Huiswerkopdrachten bespreken
  • Telwoorden (blz. 88)
  • Aan de slag!














timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
...om de voornaamwoorden en telwoorden van hoofdstuk 21 te herkennen en benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Voornaamwoorden
- persoonlijk voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- aanwijzend voornaamwoord
- betrekkelijk voornaamwoord
- wederkerend voornaamwoord
- wederkerig voornaamwoord
- vragend voornaamwoord
- onbepaald voornaamwoord
- telwoord

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoofd- en rangtelwoorden

  • Hoofdtelwoorden (htw):

geven een hoeveelheid aan

1, één, 8, acht, 35, vijfendertig, 1000, duizend

  • Rangtelwoorden (rtw):

geven een volgorde aan, een plek in de rang

eerste, 1e, tweede, 2e, 120e, honderdtwintigste 

Slide 5 - Tekstslide

Bepaald of onbepaald hoofdtelwoord

  • Bepaald hoofdtelwoord (bhtw)

het aantal is bekend.

vijf, 5, vijftig, 50


  • Onbepaald hoofdtelwoord (ohtw)

het aantal is niet bekend.
veel, weinig, enkele

Slide 6 - Tekstslide

Bepaald of onbepaald rangtelwoord

  • Bepaald rangtelwoord (brtw)

Geeft een bekende plaats in een rij aan

zevende, zesendertigste


  • Onbepaald rangtelwoord (ortw)

Geeft een onbekende plaats in een rij aan

middelste, zoveelste, laatste, hoeveelste

Slide 7 - Tekstslide

Benoem de telwoorden
Ik heb veel taartjes gegeten.

Hij is een van de laatste voetballers in de rij.

Bij de meeste toetsen heb ik een zeven.

Slide 8 - Tekstslide

Benoem de telwoorden
Ik heb veel taartjes gegeten. 
                              hoeveelheid => hoofdtelwoord
Hij is een van de laatste voetballers in de rij.
              hoofdtelwoord       rangtelwoord 
Bij de meeste toetsen heb ik een zeven.
             rangtelwoord                                hoofdtelwoord.

Slide 9 - Tekstslide

4
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 10 - Quizvraag

veel
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 11 - Quizvraag

vijfde
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 12 - Quizvraag

zoveelste
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 13 - Quizvraag

sommige
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 14 - Quizvraag

Veel leerlingen hebben voor die toets een voldoende gehaald.
Welk woord is 'veel'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 15 - Quizvraag

Alle leerlingen van de Dean Academy in Engeland kregen plotseling vrij.
Welk woord is "alle"
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 16 - Quizvraag

Het 6e lesuur zijn wij vrij.

wat is 6e?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je
"tweede - tachtigste - honderdste"?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Twee derde van mijn klas haalde voor die toets een cijfer hoger dan een voldoende.
A
Twee derde = bepaald hoofdtelwoord
B
Twee derde = bepaald rangtelwoord

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag!
Lees blz. 88
Maak opdr. 8, 9, 10

Slide 20 - Tekstslide