Industriële samenleving

De Industriële samenleving

1. De Industriële revolutie
1 / 73
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 73 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

De Industriële samenleving

1. De Industriële revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industrialisering: definitie
overgang van een landbouwsamenleving naar een nieuwe vorm van samenleving 
        - massale warenproductie
        - massaconsumptie
        - groeiende natuurbeheersing
        - stijgend welvaartsniveau

Handenarbeid      ==>      gemechaniseerde arbeid
Thuisarbeid           ==>      fabrieksarbeid

Landbouw wordt secundaire sector, industrie primaire sector.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding van de industriële revolutie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De agrarische Revolutie
1e verandering = Mechanisering. 
Gevolg: Veel grotere oogsten!

2e verandering = Kleine verbeteringen zoals beter zaaigoed, kunstmest, maar ook nieuwe gewassen. 

Gevolg van de Agrarische revolutie = betere oogsten, meer opbrengst dus ook

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografische revolutie


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1750

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat steenkool?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door de transportrevolutie kunnen grote hoeveelheden over land worden vervoerd

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Transport over land
Transportrevolutie: 
Grondige verbetering van wegen en vervoermiddelen.
Er kwamen nieuwe transportmiddelen voor over het land, zoals de trein, de fiets en de auto.
GEVOLGEN:
  • De reistijden werden korter, waardoor de leefwereld groter werd -> mensen maakten kennis met andere ideeën
  • Sneller vervoer van producten
  • Landschap veranderd
  



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Britten waren de baas in Egypte en zij lieten een 160 km lang kanaal door de woestijn graven. (1869)
Hierdoor hoefden schepen, op weg naar Azië, niet meer om Afrika heen te varen. Dit scheelde weken (40%) aan reistijd

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

België

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweede industriële revolutie
  • Duitsland en de V.S.
  • Elektriciteit, chemie en staal
  • Benzine, motoren
  • Lopende band (Henry Ford)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massaproductie
Door massaproductie => fabrieken  groeien
Bandwerk:  grote aantallen van precies dezelfde producten 
Basis: Scientific Management 
Arbeidsverdeling
Een product wordt in verschillende stappen gemaakt. 1 arbeider doet 1 zo'n taak.
Lopende band
Deze band brengt het product naar de arbeider en bespaart zo veel tijd.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taylorisme

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen en nadelen
Massaproductie had voordelen en nadelen
Voordelen
Sneller
- Goedkoper
- Betaalbare producten
- Makkelijk vervangen
- Geen opleiding nodig
Nadelen
Einde vakmanschap
- Eentonig werk
- Stress (tempo)
- Onpersoonlijk

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke beroepen begon de Industriële revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitvinding had tot gevolg dat fabrieken zich in steden gingen vestigen?
A
De stoommachines
B
De schietspoel
C
De spinning Jenny
D
Het waterframe

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak Industriele Revolutie 
Gevolg Industriele Revolutie 
Verbeteringen in de landbouw
Bevolkingsgroei 
Huisnijverheid 
Ontstaan industriële samenleving
Nieuwe spin- en weefmachines
 Fabriekswerk 
verstedelijking
Onpersoonlijke relatie tussen werkgever en werknemer

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

11. Zet in chronologische volgorde:
Dit is een vraag over chronologiseren.
1
2
3
4
5
6
Agrarische Revolutie
De wetenschappelijke revolutie
Mensen trekken naar de stad
Industriële Revolutie in de rest van Europa
De verlichting
Industriële Revolutie in Engeland

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoort bij de industriële revolutie
Hoort niet bij de industriële revolutie

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerste Industriële revolutie 
Tweede Industriële Revolutie
1870
staal
steenkool
aspirine
Duitsland
stoomtrein
kapitaal
goederen
consumptiegoederen

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. De klassenmaatschappij
urbanisatie - verstedelijking => beluiken 
klassensamenleving
proletariaat => arbeidsomstandigheden, leefomstandigheden

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urbanisatie / verstedelijking 19e eeuw 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen urbanisatie
- kleine woningen 
- slechte hygiëne, riolering en watervoorziening 

Gevolgen: mentaal/fysiek
- slechte hygiëne --> cholera 
- negatief gedrag --> criminaliteit 


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet in cursus

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

proletariaat
Bevolkingsgroep van bezitloze armen. 
proles =  kinderen 
--> deze mensen waren zo arm, dat ze alleen hun kinderen als bezit hadden en verder niets. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe klassensamenleving
fabrikanten

(hoge)
middenklasse
(lage)

arbeiders 
(proletariaat)

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2.2 Bruikbare bronnen 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3. de geürbaniseerde samenleving vandaag

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk nadeel van urbanisatie zien we op de bovenstaande foto?

Slide 54 - Tekstslide

We zien hier ongelijkheid in Zuid Afrika. De slums liggen rechts en de gated communities links. 
Welk nadeel van urbanisatie zien we op de bovenstaande foto?

Slide 55 - Tekstslide

We zien hier een verkeersopstopping in Los Angeles. Dit is een nadeel van urbanisatie.
Welk nadeel van urbanisatie zien we op de bovenstaande foto?

Slide 56 - Tekstslide

We zien hier luchtvervuiling in Bangkok.
Industriële samenleving 
3. Het marxisme 

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LIBERALISME
vrijheid 
vrijhandel 
CONSERVATISME
behoudsgezind
Ancien Regime
Congres v Wenen 
NATIONALISME
natie
zelfbestuur
Belgie
uitbuiting proletariaat 

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karl Marx en Friedrich Engels

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het Communistisch Manifest en Das Kapital
  • In de hele geschiedenis is er al een klassenstrijd gaande.
  • strijd tussen de Bourgeoisie die de productiemiddelen bezitten en grote groep arme uitgebuite proletariërs  
  • Het communisme is de enige weg naar een goed en eerlijk leven.

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe? Een paar stappen (staat niet in de cursus!)

1.  Uitbuiting neemt toe: Arbeiders (proletariaat) worden steeds meer uitgebuit door de rijke fabriekseigenaren.

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe? Een paar stappen.


2. Arbeiders grijpen de macht door een revolutie, met geweld.

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe? Een paar stappen.

3. Het proletariaat grijpt de macht: de dictatuur van het proletariaat. 

 Al het bezit wordt verzameld en eerlijk over de gemeenschap verdeeld.



Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe? Een paar stappen.


4. Uiteindelijk is iedereen gelijk, is iedereen gelukkig en is de Communistische Heilstaat of de klasseloze maatschappij een feit.



Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nodig:
  • Een volledig geïndustrialiseerd land.
  • Klassenstrijd:

Heel veel boze arbeiders tegenover gierige fabriekseigenaren.

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communisme
  • Gelijkheid. Er zijn geen klassen meer.
  • Geen bezit. De staat verdeelt het bezit.
  • Iedereen verdient hetzelfde. Iedereen arbeider. Winst maken kan niet.

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldrevolutie
  • geen plaats voor godsdienst
  • geen plaats voor nationalistische gevoelens
  • wereldrevolutie zodat er nergens meer een klassenstrijd gevoerd hoeft te worden 

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialisme = het willen verbeteren van de levensomstandigheden van de arbeidersklassen.
Communisme:

- Revolutie is de enige optie!
- vechten voor een communistische staat
- Karl Marx


Sociaal democraten:

- Via de regering de leefomstandigheden van de arbeidersklassen verbeteren.
- Vechten voor stemrecht

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaaldemocraten: BWP ° 1885
  • socialistisch? niet vernoemd om christelijke arbeiders te lokken
  • belangrijkste eis: algemeen stemrecht (via campagnes, meetings, betogingen, stakingen,...)
  • hervormingen via parlementaire weg
  • 1893: algemeen meervoudig stemrecht voor mannen


=> bedreiging voor gevestigde orde (begrip presentistisch: niet kennen)

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zetelverdeling Kamer voor en na invoering van algemeen meervoudig stemrecht 1893
voor en na invoering algemeen stemrecht (1918)

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Encycliek Rerum Novarum - Leo XIII
Sociale kwestie oplossen met christelijke gevoelens (naastenliefde)

ondernemers
  • recht op winst
  • rechtvaardigheid en naastenliefde: eerlijk loon voor arbeiders
arbeiders:
  • loon eerlijk verdienen door stipte arbeid
  • geen gewelddadige eisen stellen
  • recht op vakbonden!

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 73 - Video

Deze slide heeft geen instructies