1.5 Hefboom

   1.5 Hefboom
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

   1.5 Hefboom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Toets week 38 
  • Herhaling 1.3     
  • Uitleg paragraaf 1.4       
  • Zelfstandig werken        
  • Afsluiting/Vragen 1.4

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 1.3 Nettokracht
  • Evenwicht
  • Normaalkracht
  • Nettokracht

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 1.4 
  1. Je kunt het draaipunt en de armen in een hefboom herkennen.
  2. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend. 
  3. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een grote kracht een kleine kracht wordt uitgeoefend. 
  4. Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht.
  5. + Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht, waarbij het draaipunt van de hefboom aan het uiteinde ligt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 2 (volledige berekening)
Bepaal of deze hefboom in evenwicht is als alle gewichtjes identiek zijn en een gewichtje heeft een massa van  4 kg (...N)

Slide 6 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: lees  je Nova boek blz. 19  t/m 23 en maak opgaven 42 t/m 45 van H 1.4 op blz. 17.   
Hoe: helemaal stil!     
Hulp: docent    
Tijd:  20 minuten lang  
Huiswerk: opdrachten 46 t/m 48 van paragraaf H 1.4 op blz. 18.  
Klaar?: ga bezig met opgaven 49 t/m 52 blz. 19 t/m 20.
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het symbool voor de kracht?
A
M
B
F
C
f
D
r

Slide 8 - Quizvraag

wat is de eenheid van de kracht?
A
F
B
N
C
m
D
Nm

Slide 9 - Quizvraag

Welke formule moet je gebruiken voor de hefboom regel?
A
F = m x g
B
M = F : g
C
M = F x r
D
F1 x L1 = F2 x L2

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het gewicht van een voorwerp op aarde met een massa van 10 kg?
A
9,8 N
B
98 N
C
980 N
D
Niet uit te rekenen met deze gegevens

Slide 11 - Quizvraag

De arm van een kracht is altijd gelijk aan de lengte van de balk.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 12 - Quizvraag

De arm van een kracht is
A
de korte afstand vanaf de kracht naar het draaipunt
B
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar de werklijn van kracht B.
C
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar het draaipunt
D
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht B naar het draaipunt

Slide 13 - Quizvraag

Noem voorbeelden van hefbomen

Slide 14 - Woordweb

Bedenk een voorbeeld van een hefboom!

Slide 15 - Woordweb

Welk symbool geeft kracht aan in de natuurkunde?
A
B
B
P
C
K
D
F

Slide 16 - Quizvraag

Oefenvraag:

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Afsluiting
  1. Je kunt het draaipunt en de armen in een hefboom herkennen.
  2. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend. 
  3. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een grote kracht een kleine kracht wordt uitgeoefend. 
  4. Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht.
  5. + Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht, waarbij het draaipunt van de hefboom aan het uiteinde ligt

Slide 19 - Tekstslide