In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Dyscalculie
Slide 3 - Tekstslide
timer
1:00
Dyscalculie
Slide 4 - Woordweb
Uit welke taal komt het woord ‘dyscalculie’?
A
Nederlands
B
Grieks en Latijn
C
Portugees
D
Engels
Slide 5 - Quizvraag
Dyscalculie is een:
A
Rekenstoornis
B
Rekenprobleem
Slide 6 - Quizvraag
Welke drie hoofdvormen kenmerkt dyscalculie?
A
Plaatsing van getallen
B
Lezen en schrijven van getallen
C
Afkeer voor rekenen
D
Automatiseren rekenregels
Slide 7 - Quizvraag
Wat kunnen kenmerken zijn van leerlingen met dyscalculie?
A
De leerling draait getallen om.
B
De leerling heeft moeite met het lezen en/of interpreteren van grafieken.
C
De leerling kent de waarde van getallen niet.
D
De leerling telt heel lang door op de vingers.
Slide 8 - Quizvraag
Oorsprong
'dys' = 'slecht'
'calculie' komt van 'calculare' = 'rekenen'
Dyscalculie is een rekenstoornis, waarbij het kind een hardnekkig probleem heeft met het aanleren en het vlot en nauwkeurig ophalen en toepassen van reken- en wiskundekennis.