uitscheiding (H10)

uitscheiding (H10)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur en techniekMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

uitscheiding (H10)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check in

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesplanning
Herhalen/ vragen: 
  • Heb je nog vragen over de lesstof van afgelopen weken?
  • Heb je nog vragen over de puzzel Voeding en Vertering?
Bespreken:  
  • H 10 verwijderen van afvalstoffen  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stofwisseling
Bij stofwisseling horen voeding, ademhaling en uitscheiding
  • Organismen voeden zich, zonder voeding overleven ze niet.
  • Voor verbranding is zuurstof nodig. Zuurstof wordt opgenomen door ademhaling.
  • Bij stofwisseling ontstaan afvalstoffen. Deze afvalstoffen moet het lichaam uit. Dit heet uitscheiding.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
  • Uitscheiding is het kwijtraken van afvalstoffen
    die tijdens de stofwisseling ontstaan:
  • Longen
  • Nieren
  • Huid
  • Lever 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever
  • Grootste orgaan in buikholte
  • Bloed komt via leverslagader lever binnen en verlaat via leverader.
  • Alle schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald en omgezet in minder schadelijke stoffen
  • Rode bloedcellen leven maar enkele maanden en resten worden in de lever uit het bloed gehaald, ijzer wordt hergebruikt, rode kleurstof verlaat met ontlasting het lichaam.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lever
  • de lever verzamelt alle bouwstenen
  • hij maakt van de bouwstenen grote stoffen, zoals eiwitten, suikers en vetten
  • de lever maakt gal
  • de lever ontgift
  • de lever zorgt voor warmte

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies lever
Voor de stofwisseling:
  • Opslag van glycogeen -> koolhydraatstofwisseling
  • Bouwt uit aminozuren lichaamseigen eiwitten = assimilatie -> eiwitstofwisseling
  • De lever maakt gal -> vetstofwisseling
Andere functies:
  • Ontgifting
  • Maken van stollingseiwitten met behulp van vitamine K (fibrinogeen en protrombine)
  • Opslagplaats voor glycogeen, vitamine ADEK en ijzer (alleen als het lichaam teveel heeft)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eiwitstofwisseling
  • uit aminozuren eiwitten maken, nodig voor...
  • hormonen
  • enzymen
  • antistoffen
  • stollingseiwitten in bloed
  • transporteiwitten in bloed

functies van de lever
aminozuren
eiwit

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanmaak van 3 soorten eiwitten door de lever
De lever produceert 3 soorten eiwitten.

Globuline ( afweer tegen indringers/ziekteverwekkers)
Fibrine (bloedstolling)
Albumine (transport van allerlei stoffen)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Essentiele eiwitten
- Eiwitten uit voeding



Niet essentiële eiwitten 
- Lichaam haalt het uit andere aminozuren
- Lichaamseigen stof 
- Uit de lever

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afbraak eiwitten
  • Afbraak eiwit in losse aminozuren.
  • Het lichaam kan geen aminozuren opslaan, daarom worden overtollige aminozuren afgebroken. Hierbij ontstaan  ureum, koolstofdioxide en water. 
  • De afbraak van eiwitten levert energie op. Eiwitten kunnen door je lichaam dus ook als brandstof gebruikt worden.
  • Van ureum maken de nieren later urine.
  • Ureum en de minder schadelijke afvalstoffen komen via de leverader terug in het bloed.




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
  • De afvalstoffen zijn na bewerking in de lever wel minder schadelijk, maar zitten nog wel in het bloed. 
  • Nieren filteren die stoffen eruit.
  • Bloed komt de nieren binnen via de nierslagader.
  • In de nierschors en in het niermerg worden schadelijke stoffen en overtollige stoffen, zoals water en zouten uit het bloed gehaald.
  •  In de nierbekken wordt de urine opgevangen en afgevoerd
nierbekken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

De nieren spelen een belangrijke rol in het constant houden van het inwendig milieu. (homeostase) Daarvoor verwijderen de nieren, in samenwerking met andere uitscheidingsorganen (longen, huid, lever en zweetklieren), bepaalde stoffen uit het bloed. 
Bouw van de nier
  • Nierschors, niermerg, nierbekken 
  • nierslagader en nierader
  • urineleider
  • 1 miljoen niereenheden (nefronen)

Bijnier = hormoonklier die bovenop elke nier ligt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onderdelen van je nieren en urinewegen
Een nier bestaat uit:
het nierschors, niermerg 
en de nierbekken.
In je nierschors wordt je bloed 
gefilterd, vervolgens gaat het via 
het niermerg naar je nierbekken
en naar je urineleiders en blaas.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierstenen
Wanneer je te weinig drinkt en/of er te veel zouten in je urine zit, kunnen in het nierbekken nierstenen ontstaan. 
Deze nierstenen kunnen de urineleider afsluiten. Ze kunnen worden vergruisd of operatief worden verwijderd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

De nieren spelen een belangrijke rol in het constant houden van het inwendig milieu. (homeostase) Daarvoor verwijderen de nieren, in samenwerking met andere uitscheidingsorganen (longen, huid, lever en zweetklieren), bepaalde stoffen uit het bloed. 
longen 
Wat doen die?
  • Zuurstof opnemen
  • CO2 uitscheiden
  • Water uitscheiden
  • Ook andere stoffen, zoals alcohol, knoflook e.d.
  • Warmte gaat verloren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longblaasje
Werking longblaasje

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde longen
Rokers longen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bloedvaten van de kleine omloop zijn...
  • longslagader (zuurstofarm, vertakking naar beide longen)
  • longaders (zuurstofrijk, vanuit elke long vertrekken 2 longaders)
 bloedvaten van de kleine bloedsomloop

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

torso met belangrijke organen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
  • Bij de spijsvertering, ademhaling, bloedsomloop en uitscheiding werken een heleboel organen samen. 
  • Deze organen spelen een belangrijke rol bij de stofwisseling.
  • Stofwisseling is het geheel van opnemen, verwerken en uitscheiden van stoffen.
  • Uitscheidingsorganen zijn nieren, lever en longen
  • Belangrijke organen in de borstholte zijn hart, luchtpijp en longen.
  • In de buikholte liggen o.a. de maag, lever, alvleesklier, dunne - en dikke darm, endeldarm, nieren, lever en galblaas.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je drinkt op een feestje een wijntje met 15 vol% alcohol. Op welke 3 manieren wordt dit door je lichaam afgevoerd?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe duidelijk was de lesstof?
-110

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Check out

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies