2E Donnerstag, den 9. Mai 2019

Planung: Donnerstag, den 9. Mai 2019
  • Willkommen 
  • Letzte Unterrichtsstunde
  • Ziel dieser Unterrichtsstunde
  • Lernliste Bingo
  • Wiederholen Grammatik
  • Fragen Prüfung
  • Kapitel 4: Im Kaufrausch
  • Hausaufgaben Freitag, den 10. Mai und Mittwoch, den 15. Mai 2019
  • Zum Schluss: Fragen LessonUp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planung: Donnerstag, den 9. Mai 2019
  • Willkommen 
  • Letzte Unterrichtsstunde
  • Ziel dieser Unterrichtsstunde
  • Lernliste Bingo
  • Wiederholen Grammatik
  • Fragen Prüfung
  • Kapitel 4: Im Kaufrausch
  • Hausaufgaben Freitag, den 10. Mai und Mittwoch, den 15. Mai 2019
  • Zum Schluss: Fragen LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Ziel dieser Unterrichtsstunde:
Du kannst dich vorbereiten auf der Prüfung

Slide 2 - Tekstslide

Lernliste Bingo
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Wiederholung Grammatik Kapitel 3.2
  • persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval
  • onderwerp en lijdend voorwerp
  • voorzetsels vierde naamval

Slide 4 - Tekstslide

Fragen Prüfung??

Slide 5 - Tekstslide

Kapitel 4: Im Kaufrausch
Aufgabe 1
Aufgabe 2
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Hausaufgaben Freitag, den 9. Mai 2019
Prüfung Kapitel 3 Teil 2

Hausaufgaben Mittwoch, den 15. Mai 2019: 
Arbeitsbuch Teil 2 T/HAVO mitnehemen
L: Lernliste DI und DII  S68
M: Aufgaben 2 und 3   S6-7

Uiterste inleverdatum PO 2 en 3: vrijdag 17 mei 2019

Uiterste inleverdatum vlog en poster: woensdag 12 juni 2019



Slide 7 - Tekstslide

Lernstoff Prüfung Kapitel 3: Schmeckt` s Teil 2    
• TB S50 
- Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval 
- De voorzetsels met de vierde naamval (bis, durch, für, gegen, ohne, um, entlang) 
- Opmerkingen 
 
• Redemittel J:   
• AB S229 of TB S51   
 
• Lernliste:  
- S231 JI 
- S231 JII 
- S232 JIII, JI H t/n J III H 
- S233 G Hören, H Lesen, L Sehen

Slide 8 - Tekstslide

Zum Schluss
Fragen LessonUp

Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsels met de vierde naamval zijn?
A
bis durch für gegen ohne mit um
B
bis durch vor ohne entlang
C
bis durch für gegen ohne um entlang
D
bis durch für entgegen ohne um entlang

Slide 10 - Quizvraag

Was hast du gegen (mij)?
A
ich
B
mich
C
dich
D
ihn

Slide 11 - Quizvraag

voor hem
A
für ihn
B
für ihr
C
für sie
D
für euch

Slide 12 - Quizvraag

zonder hen
A
ohne ihn
B
ohne ihr
C
ohne sie
D
ohne euch

Slide 13 - Quizvraag

leidtun
A
lief doen
B
spijten
C
leiden

Slide 14 - Quizvraag

einsperren
A
opsluiten
B
weg versperren
C
insluiten
D
blokkade

Slide 15 - Quizvraag

de sinaasappels (vertalen in het Duits)

Slide 16 - Open vraag

de stoelen (vertalen in het Duits)

Slide 17 - Open vraag

het flesje

Slide 18 - Open vraag

de lepel, de vork, het mes
A
die Löffel, das Gabel, der Messer
B
der Löffel, die Gabel, das Messer
C
das Löffel, der Gabel, die Messer

Slide 19 - Quizvraag

Volgende lessen

Slide 20 - Tekstslide