Economische beroepspraktijk les 1

De Economische Beroepspraktijk
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Economische Beroepspraktijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisatie (bedrijf) en omgeving


Een organisatie is altijd onderdeel van de omgeving
  • De letterlijke plaats van het bedrijf --> bijvoorbeeld winkelstraat
  • De niet-tastbare omgeving --> bijvoorbeeld de maatschappij

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stakeholders
De verschillende mensen en partijen waarmee een organisatie te maken heeft / personen of organisaties die invloed ondervinden van of uitoefenen op de organisatie
  • Interne stakeholders bevinden zich binnen de organisatie. Denk aan werknemers, aandeelhouders en de ondernemingsraad

  • Externe stakeholders zijn belanghebbenden van buitenaf. Het gaat dan bijvoorbeeld om leveranciers, klanten, concurrenten of omwonenden 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingen en instellingen
  • Ondernemingen: bedrijven die gericht zijn op het behalen van winst

  • Instellingen: bedrijven die zich niet richten op winst

Sleep op de volgende slide de bedrijven naar onderneming of instelling

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderneming
Instelling
Zara
Deltion College
De politie
Shell
Artsen zonder grenzen
Maccie D

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou jij liever werken en/of stage lopen?
Bij een onderneming
Bij een instelling (niet gericht op winst)

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Macro, meso en micro
  • Macro: hierbij gaat het om de invloeden van buiten de organisatie, die wel invloed hebben op de organisatie (externe invloeden)

  • Invloeden van buitenaf zijn te verdelen in DESTEP-factoren 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macro - rekening houden met:
  • Demografische factoren - samenstelling van bevolking
  • Economische factoren - wat huishoudens gemiddeld te besteden hebben (= koopkracht)
  • Sociaal-culturele factoren - normen en waarden van een land
  • Technologische factoren - de nieuwe technieken
  • Ecologische factoren - het milieu, de natuur en de mensen
  • Politiek-juridsche factoren - de invloed van de overheid
                                                        DESTEP-factoren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekening houden met het nationaal inkomen wat bijvoorbeeld kan stijgen, waardoor mensen meer te besteden hebben (koopkracht)'
A
Demografische factoren
B
Sociaal-culturele factoren
C
Economische factoren
D
Ecologische factoren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekening houden met de nieuwste technieken, waardoor bedrijven moeten blijven innoveren (vernieuwen)
A
Technologische factoren
B
Sociaal-culture factoren
C
Demografische factoren
D
Economische factoren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekening houden met de invloed van de overheid, die bepaald gedrag bij consumenten wil afremmen of stimuleren (denk aan verduurzamen)
A
Ecologische factoren
B
Politiek-juridische factoren
C
Demografische factoren
D
Economische factoren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekening houden met bijvoorbeeld verschillende culture achtergronden die allemaal verschillende eetgewoonten hebben en je productaanbod hier op aanpassen
A
Economische factoren
B
Sociaal-culture factoren
C
Technologische factoren
D
Ecologische factoren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekening houden met bijvoorbeeld het milieu en de vervuiling die je als bedrijf hebt
A
Politiek-juridische factoren
B
Technologische factoren
C
Ecologische factoren
D
Demografische factoren

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekening houden met bijvoorbeeld de leeftijdsverdeling in een land, door bijvoorbeeld je producten te richten op oudere mensen
A
Sociaal-culture factoren
B
Economische factoren
C
Technologische factoren
D
Demografische factoren

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Macro, meso en micro
  • Macro: hierbij gaat het om de invloeden van buiten de organisatie, die wel invloed hebben op de organisatie (externe invloeden)

  • Invloeden van buitenaf zijn te verdelen in DESTEP-factoren 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macro - rekening houden met:
  • D
  • E
  • S
  • T
  • E
  • P
                                                        DESTEP-factoren

Slide 20 - Tekstslide

Demografische factoren - samenstelling van bevolking
Economische factoren - wat huishoudens gemiddeld te besteden hebben (= koopkracht)
Sociaal-culturele factoren - normen en waarden van een land
Technologische factoren - de nieuwe technieken
Ecologische factoren - het milieu, de natuur en de mensen
Politiek-juridsche factoren - de invloed van de overheid
Macro, meso en micro
Hierbij gaat het om de stakeholders van buiten de organisatie, die wel vrij direct betrokken zijn, zoals:
  • klanten
  • concurrenten
  • leveranciers
  • publieksgroepen
Je kan als bedrijf beperkt invloed uitoefenen op hun keuzes

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meso 
Substituten: vervangbare producten 


Bij tapijt is het substituut laminaat of pvc
vijfkrachtenmodel Porter

Slide 22 - Tekstslide

Nieuwe toetreders
Nieuwe toetreders zullen proberen een deel van de markt proberen te verkrijgen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een nieuwe supermarktketen die graag nieuwe filialen wil openen. De bestaande supermarkten zullen zeker merken wanneer er een filiaal in hun buurt is geopend.
Afnemers
De afnemers of de klanten vergelijken verschillende aanbieders van producten met elkaar. Hoe machtig afnemers zijn, is onder andere afhankelijk van: hoeveel informatie er beschikbaar is, de overstapkosten naar een andere leverancier, het aantal beschikbare leveranciers en de hoeveelheid aankopen.
Substituten
Een substituut is een vervangbaar product. Bijvoorbeeld tapijt. Het substituut voor tapijt is laminaat of pvc. Een ondernemer zal het merken als een klant producten van een concurrent koopt die hij niet kan leveren. Of de klant voor het vervangende product kiest, is onder meer afhankelijk van de prijs en de kwaliteit van het substituut.
Leveranciers
Leveranciers bepalen de inkoopprijs van een product. Hierdoor hebben zij grote invloed op de uiteindelijke opbrengst bij de verkoop van een product. De macht van een leverancier is onder meer afhankelijk van het aantal vergelijkbare leveranciers. Verder speelt het belang van het te leveren product een rol. Zo zal de levering van meel voor een bakker belangrijker zijn dan de notitieblokken die hij af en toe bestelt.
Bedrijfstakconcurrenten
Een bedrijfstak is een naam voor een groep bedrijven die vergelijkbare producten of diensten levert. Dit noem je ook wel de directe concurrenten van een bedrijf. De bedrijfstak van smartphonefabrikanten bestaat zo uit bedrijven als Apple, Samsung, Huawei en andere.
Leveranciers
Substituten
Afnemers
Bedrijfstakconcurrenten
Nieuwe toetreders
‘Perfotrend’, een nieuwe drukkerij
Notariskantoor ‘Testament’, een trouwe klant
‘Opslagbox’, een bedrijf gericht op de digitale opslag en delen van documenten
‘Waaiboom’, belangrijkste leverancier van papier
‘Kleinjan’, een vergelijkbaar bedrijf als ‘Druktemaker’

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een reisorganisatie is gespecialiseerd in touringcarvervoer. Noteer twee mogelijke substituten (vervangbare producten) volgens het vijfkrachtenmodel van Porter.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Macro, meso en micro
Alle zaken binnen een organisatie waar het bedrijf zelf over beslist, zoals:
  • verkoop
  • productie
  • financiën
  • personeelszaken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw school is een organisatie die ook te maken heeft met verschillende stakeholders. Selecteer een voorbeeld van interne stakeholders (er zijn er twee goed).
A
Congierge
B
Omwonenden
C
Docenten
D
Leveranciers

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zaken horen NIET bij de micro-omgeving van een bedrijf?
A
welke bedrijfskleding er wordt gedragen
B
welke werktijden er worden gehanteerd
C
hoeveel tijd en geld er wordt uitgetrokken voor de ontwikkeling van nieuwe producten
D
de nieuwe wetgeving

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Missie, visie, doelstelling, strategie
Bovenstaande vormen de basis voor een succesvol bedrijf

Organisaties hebben bepaalde doelen die zij willen volgen >> het gaat hierbij om grote idealen 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Missie
De missie van een organisatie zegt wie de organisatie is, wat ze doet en waarom ze het doet

De missie wordt vaak samengevat in een slogan / korte tekst

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Visie 
De visie is een verdere uitwerking van de missie. De organisatie richt zich op de toekomst en legt het uiteindelijke doel vast. 


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Doelstellingen
Om te zorgen dat de missie en visie worden bereikt, worden er doelstellingen opgesteld. Goede doelstelling zijn vaak SMART opgesteld 
- specifiek
- meetbaar
- acceptabel
- realistisch
- tijdsgebonden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende doelstellingen is SMART opgesteld?
A
De omzet van bedrijf X moet met 6% stijgen.
B
In 2030 bestaat de helft van het aantal medewerkers uit vrouwen.
C
Eind volgend jaar is de verkoop toegenomen.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Strategie
Hoe ga je de doelstellingen halen?
Bij het bepalen van de strategie moet een organisatie rekening houden met haar eigen sterktes en zwaktes, maar ook met de kansen en bedreigingen in de externe omgeving. Die factoren breng je in beeld met een SWOT-analyse:

Slide 33 - Tekstslide

Boven in het model staan de sterkten en de zwakten van de organisatie. Het betreft hier alleen interne zaken van de eigen organisatie. Denk bijvoorbeeld aan het hoge opleidingsniveau van de medewerkers of aan een hoog ziekteverzuim.
Onder in het model staan de kansen en de bedreigingen. Het gaat hier om gebeurtenissen en ontwikkelingen buiten de organisatie. Denk bijvoorbeeld aan het toenemend bewustzijn van mensen van duurzaamheid of aan de afname van de beroepsbevolking.
4. Strategie
In de confrontatiematrix worden de interne sterkten en zwakten tegenover de externe kansen en bedreigingen geplaatst

De uitkomst vormt het uitgangspunt voor de gekozen strategie
Inspelen op kansen
Bedreigingen --> sterkten inzetten 
Kansen, om die te benutten moet het bedrijf verbeteren
Bedreigingen --> niet in staat om zich te verweren en dus terugtrekken
Confrontatiematrix

Slide 34 - Tekstslide

Groei
In deze strategie speelt de organisatie met haar sterkten in op de kansen die de markt biedt om te kunnen groeien.

Verdedigen
In de markt is er sprake van bedreigingen. De organisatie zet haar sterkten in om zich hiertegen te verdedigen.
Verbeteren
De markt biedt kansen. Om die te benutten, moet de organisatie zich verbeteren.
Terugtrekken
In de markt is er sprake van bedreigingen. De organisatie is vanwege haar zwakten niet in staat om zich hiertegen te verweren en trekt zich terug.
Een vleesverwerkingsbedrijf stelt vast dat er steeds minder vlees wordt geconsumeerd. Van welk onderdeel in de SWOT-analyse is dit een voorbeeld?
A
Sterkten
B
Zwakten
C
Kansen
D
Bedreigingen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vier strategieën komen voort uit de confrontatiematrix?
A
Bedreigingen, verbeteren, verdedigen, terugtrekken
B
Groeien, verbeteren, kansen, terugtrekken
C
Groeien, verbeteren, verdedigen, terugtrekken
D
Groeien, verbeteren, verdedigen, zwakten

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag behandeld:
  • Stakeholders - interne en externe
  • Ondernemingen en instellingen
  • Macro (DESTEP-factoren),
  • Meso (vijfkrachtemodel Porter)
  •  Micro
  • Missie, visie, doelstellingen (SMART) en strategie
  • SWOT-analyse en confrontatiematrix
Aan het einde van de les, zet ik een samenvatting + Lessonup link van de behandelde stof in de Teams-omgeving

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van LessonUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies