Thema 5 sporten basisstof 5

Thema 5 sporten B5 spieren 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 sporten B5 spieren 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over je spieren

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je allemaal 
  • Je kunt de bouw en de werking van de spieren beschrijven.

  • Je kunt het belang van een goede lichaamshouding aangeven. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen bij het filmpje
Schrijf de volgende vragen in je schrift en beantwoord ze tijdens het kijken van het filmpje.
  1. Noem vier voorbeelden van spieren die je automatisch gebruikt zonder erbij na te denken.
  2. Waarmee zitten spieren vast aan botten?
  3. Waaruit zijn spieren opgebouwd? 
  4. Waardoor worden spieren dikker als je ze traint? 

Slide 4 - Tekstslide

1. Middenrif / maag / darmen / blaas / anus

2. pezen

3. spiervezels

4. Inbouwen van eiwitten in de spieren door voeding. 
training/voeding/rust

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rugspier
1
Buikspier
2
Voorste Dijspier
3
Achterste Dijspier
4
Kuitspier
5
Achillespees
6
Een paar spieren oefenen...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spieren 
Spieren bestaan uit spiervezels. Het lijkt op een stuk touw. 
Een spier zit met pezen aan botten vast. De plaats waar een pees aan een bot vast zit noem je een aanhechtingsplaats. 
Een spier kan zich samentrekken, een pees niet. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arm buigen
  • Armbuigspier (biceps) samentrekken = korter en dikker
  • Pezen trekken aan je spaakbeen
  • armstrekspier (biceps) onspant= langer en dunner

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arm strekken
  • Armstrekspier (triceps) samentrekken= korter en dikker
  • Pezen trekken aan je ellenpijp
  • Armbuigspier (triceps)ontspant = langer en dunner

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De arm gaat nog meer buigen
A
de biceps spant meer aan
B
de triceps spant meer aan
C
de voorste dijspier spant meer aan
D
de achterste dijspier spant meer aan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onbewuste spieren
A
Jij hebt geen controle over het aan- en ontspannen.
B
Spannen aan wanneer jij wil
C
Zijn spieren van dieren
D
Zijn spieren die je niet wil

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het hart een spier?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een long een spier?
A
Ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een willekeurige spier is:
A
hart
B
dunne darmspieren
C
kuitspier
D
bloedvaatspier

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk:

1B / 1BK: blz 227 t/m 231

1K: blz 122 t/m 125
Lichaamshouding 
Je lichaamshouding is de manier waarop je zit of staat. Hierbij is de wervelkolom belangrijk. Je rugspieren en buikspieren zorgen ervoor dat je wervelkolom goed staat. 
Bij een goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele S vorm. 
Als je zit moet je benen in een hoek van 90 graden staan. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hier zie je
A
geen goede lichaamshouding
B
een goede lichaamshouding

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waar zie je een goede lichaamshouding? 
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

Huiswerk:

1B / 1BK: 232 t/m 239

1K: blz 126 t/m 130
Wat heb je deze les geleerd?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je allemaal geleerd. 
  • Je kunt de bouw en de werking van de spieren beschrijven.

  • Je kunt het belang van een goede lichaamshouding aangeven. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies