Werkwoordspelling t/m bn

Werkwoordspelling
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd, persoonsvorm verleden tijd, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk gebruikt deelwoord (bijvoeglijk naamwoord).
  • Voor je een werkwoord spelt, moet je weten wat voor werkwoord het is. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd, persoonsvorm verleden tijd, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk gebruikt deelwoord (bijvoeglijk naamwoord).
  • Voor je een werkwoord spelt, moet je weten wat voor werkwoord het is. 

Slide 1 - Tekstslide

Overleg in je groepje
  • Regels pvtt
  • Regels pvvt
  • Regels od
  • Regels vd
  • Regels bn

Slide 2 - Tekstslide

De enthousiast betgroette/begroete logés voelen zich snel op hun gemak.
A
begroette
B
begroete
C
--
D
--

Slide 3 - Quizvraag

Carola zwichtte/zwichte voor de lage prijs van de laarzen.
A
zwichte
B
zwichtte
C
--
D
--

Slide 4 - Quizvraag

Wij beantwoordden de vragen erg goed.
beantwoordden is een
A
vd
B
pvtt
C
pvvt
D
bn

Slide 5 - Quizvraag

Lachend loopt de man naar huis.
Lachend is een:
A
vd
B
pvtt
C
bn
D
od

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

De hele buurt rook naar de verbrande autobanden.
Verbrande is een...
A
vd
B
od
C
pvvt
D
bn

Slide 8 - Quizvraag

Gisteravond verwachtte ik een mailtje van mijn nichtje.
A
pvvt
B
pvtt
C
vd
D
bn

Slide 9 - Quizvraag

Oefenen 2 groepen
Groep A.
  1. maak opnieuw H4, H5 de opdracht NN (een aantal personen).
  2. klaar? dan de tussentoets pvtt,pvvt,vd in de planner van It's Learning.    Klaar? Ga naar it's learning - Nederlands - Planner - oefenen werkwoordspelling > kies uit: pvtt,pvvt,vd,od,bn

Groep B
Samen met mij oefenen van het voltooid deelwoord
Huiswerk voor dinsdag na de vakantie: oefentoets op papier, halen bij de docent.

Slide 10 - Tekstslide

Wat vind je nog lastig?
kies uit: pvtt,pvvt,vd,od,bn, geen

Slide 11 - Woordweb