5.1 brand

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Benoem de drie voorwaarden voor een verbrandingsreactie

Slide 7 - Open vraag

Een sigaret kun je niet gebruiken om benzine aan te steken. Aan welke verbrandingsvoorwaarde wordt er niet voldaan?
timer
0:20
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur
D
Geen van allen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Als je spiritus laat ontbranden, welk deel van de spiritus brand?
A
De vloeistof
B
De damp boven de vloeistof
C
Allebei

Slide 11 - Quizvraag

Het is de damp boven stoffen die kunnen ontbranden. Leg uit hoé je hout kunt laten branden.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Een explosie is feitelijk een héle snelle verbrandingsreactie. Leg uit waarom dat zo is.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is géén verbrandingsverschijnsel?
A
Vlam
B
Licht
C
Rook
D
Vonken

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Het reactieproduct van een verbrandingsreacties is altijd (....)oxide
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer zuurstof als zuivere stof reageert, dan moet je als symbool altijd opschrijven:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit waarom je zuurstof in een reactievergelijking altijd moet opschrijven als

Slide 22 - Open vraag

Roesten van metalen is feitelijk een hele langzame verbrandingsreactie.
Geef de reactievergelijking van de verbranding van alumininium waarbij aluminiumoxide (Al2O3) ontstaat en maak deze kloppend.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide