3.1 - B - Machthebbers in Europa


3.1 Machthebbers
in Europa
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


3.1 Machthebbers
in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe Nederland werd bestuurd. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke zin past het beste bij het begrip 'absolutisme'?
A
Lodewijk XIV hoefde aan niemand verantwoording af te leggen over zijn beslissingen.
B
Lodewijk XIV legde verantwoording over zijn beslissingen af aan zijn volk en ministers.

Slide 3 - Quizvraag

Welke zin is ONJUIST?
Lodewijk XIV maakte van Frankrijk een absolutie monarchie waarin:
A
De koning alle beslissingen nam.
B
De koning verantwoording aflegde aan de Staten-Generaal
C
De macht van de koning door niets en niemand werd beperkt
D
Ministers dienaren en adviseurs waren van de koning

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide


De gewesten

  • De Republiek bestaat uit allemaal verschillende gewesten. 
  • Het hoogste bestuur in een gewest waren de Staten, daarin zaten vertegenwoordigers van de steden en de adel. 
  • De bestuurders waren regenten en kwamen uit rijke families. 
De macht van de Republiek was in handen van de Staten-Generaal. De stadhouder van Holland, altijd een erfgenaam van Willem van Oranje, zou de leiding krijgen over het leger.

De landsadvocaat (later: raadspensionaris) was de belangrijkste bestuurder van de Republiek: hij zorgde voor de agenda van de vergadering en bereidde besluiten (wetten) voor.
Kaart

Slide 6 - Tekstslide

De Republiek
  • De gewesten werkten samen in de Staten-Generaal. 

  • Zij namen beslissingen over buitenlandse politiek, het leger en de vloot. 

  • Daarnaast  was er een stadhouder, dat was een hoogste regent in dienst van de gewesten. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Stadhouder
  • Nakomeling van Willem van Oranje.

  • Bevelhebber van het leger en de vloot. 

  • De stadhouder had veel baat bij oorlog. Na de Tachtigjarige Oorlog was er geen stadhouder meer nodig. In 1650 werd het stadhouderschap afgeschaft. 

  • In 1672 weer ingevoerd, want Lodewijk XIV wil de Republiek aanvallen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Zelfstandig werken
  • Bespreken van de huiswerkopdrachten, 1, 3, 4, 5 en 7.

  • Antwoord fout, dan verbeteren! 

Slide 11 - Tekstslide