les 15 - 14 mei 2025

Aujourd'hui c'est mercredi 14 mai
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui c'est mercredi 14 mai

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Présence
tout le monde est présent?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au programme:


- correction des devoirs
- projet enfants et guerre
- les devoirs

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chapitre 3

Départ immédiat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectifs H3
aan het einde van H3, 
Dit hoofdstuk gaat over reizen.
Je leert:
- woorden binnen het thema reizen
- jezelf redden op reis


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les buts

- Je kunt het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp gebruiken.


 

  
.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervang het lijdend voorwerp:
Je vois la prof.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervang het lijdend voorwerp:
Je mange les pizzas.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervang het lijdend voorwerp:
J'adore le parfum.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu vas vendre la jupe?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Elles ont vu le film au cinéma.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nous achetons les pommes au marché.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Projet Enfants et guerre

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1: Voorbereiding

Slide 17 - Tekstslide

Deel 1: Voorbereiding
In het eerste deel van deze les bereiden de leerlingen zich voor op het kijken van de film door de context van de film te onderzoeken. Zij leren in dit deel meer over de thema's: 'Joods zijn', 'de Tweede Wereldoorlog', en 'vluchten of onderduiken'.

Je gaat binnenkort op school of in het filmtheater (doorhalen wat niet van toepassing is) de film Un Sac de Billes ('een zak met knikkers') kijken. Deze spannende, waargebeurde film gaat over Joseph Joffo die tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn broer Maurice door Frankrijk vlucht om niet in handen te vallen van de Duitse bezetters. Zal hen dat lukken?

Halverwege de film (als jouw school een verdiepingsprogramma van Movies that Matter in de bioscoop heeft geboekt) kun je iemand ontmoeten die ook de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Bij de filmvertoning ontmoet je Frits Pont of Herman Polak*. Verderop in deze les stellen zij zich aan jouw klas voor. Je kunt ervoor kiezen om alleen de informatie over de gastspreker die bij jullie vertoning aanwezig is te tonen.

Tip! Weet je niet (meer) welke gastspreker bij jullie filmvertoning aanwezig zal zijn? Mail gerust naar educatie@moviesthatmatter.nl of bel met je vraag naar 020-2807612. Wij informeren je graag! Ook voor overige vragen kun je gerust bij ons terecht.

Tip! Ga je niet met jouw klas de bioscoop in om Un Sac de Billes te bekijken, maar kijk je de film zelf in het klaslokaal? De verhalen van Herman Polak en Frits Pont blijven interessant om met jouw klas te delen.

*Wij werken veelal met deze twee gastsprekers, maar het kan in een uitzonderlijk geval toch voorkomen dat er een andere gastspreker aanwezig is. De gastsprekers zijn allemaal verbonden aan Landelijk Steunpunt Gastsprekers.

Ken jij iemand die de Tweede Wereldoorlog of een andere oorlog heeft meegemaakt?

Slide 18 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen welke film zij straks gaan zien: Un Sac de Billes. Vertel de leerlingen dat tijdens het bioscoopbezoek een gastspreker aanwezig is, die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Bespreek met de leerlingen de volgende vraag:
  • Ken jij iemand die de Tweede Wereldoorlog of een andere oorlog heeft meegemaakt?

Wat betekent het als iemand Joods is?
Herman en zijn zus

Slide 19 - Tekstslide

Onderwerp: Joods zijn.
Bekijk met de leerlingen de foto's op de slides. Je ziet drie familiefoto's: een van Frits en zijn broer en zusje, een van Herman en zijn zus en een van de hele familie van Joseph Joffo. Alledrie de families zijn Joods. Bespreek met de leerlingen de volgende vraag:
  • Wat betekent het als iemand Joods is?
Is de stelling waar of niet? 
Geef bij elke stelling over het Joodse volk aan of het waar is of niet.
Het Joodse volk bestaat uit 16 miljoen mensen (ongeveer evenveel als de inwoners van Nederland.
Alle Joden hebben het jodendom als hun religie.
De Tweede Wereldoorlog was de eerste keer dat geweld tegen Joden op grote schaal plaatsvond.
Bijzonder aan het jodendom is dat het zowel een geloof als een volk is. 

Als je praat over de aanhangers van het geloof, schrijf je jood met een kleine letter. Als je praat over het volk, schrijf je Jood met een hoofdletter. Als je moeder Joods is, ben je direct onderdeel van het Joodse volk. Je kunt in principe zelf kiezen of je het geloof aanhangt.

Slide 20 - Tekstslide

Onderwerp: Joods zijn.
Bespreek met de leerlingen het jodendom. Gebruik hiervoor eventueel de informatie onder 'extra informatie voor de docent'. Leg de leerlingen de volgende drie stellingen voor en vraag hen of ze denken dat het waar is of niet:
  • Het Joodse volk bestaat uit 16 miljoen mensen (ongeveer evenveel als de inwoners van Nederland).
    Antwoord: Waar.
  • Alle Joden hebben het jodendom als hun religie.
    Antwoord: Niet waar.
  • De Tweede Wereldoorlog was de eerste keer dat geweld tegen Joden op grote schaal plaatsvond.
    Antwoord: Niet waar.
Extra informatie voor de docent, ook te vinden onder de hotspotbutton:
Bijzonder aan het jodendom is dat het zowel een geloof als een volk is. Als je praat over de aanhangers van het geloof, schrijf je jood met een kleine letter. Als je praat over het volk, schrijf je Jood met een hoofdletter. Als je moeder Joods is, ben je direct onderdeel van het Joodse volk. Je kunt in principe zelf kiezen of je het geloof aanhangt.
Waarom was er rond 1900 geweld tegen Joden in Rusland?

a. De joden wilden geen belasting betalen.
b. Joden waren erg lawaaiige burgers.
c. Het merendeel van de Russen accepteerde het joodse geloof niet.
d. Joden werden onterecht beschuldigd van de moord op Tsaar Alexander II.
Joden zijn al meer dan 2.000 jaar op de vlucht voor geweld en leven hierdoor verspreid over de hele wereld.

Neem bijvoorbeeld het verhaal van de vader van Joseph. De vader van Joseph is in Rusland geboren, maar net als Joseph en Maurice moest hij als jongetje vluchten voor racistisch geweld tegen Joden. De vader van Joseph vluchtte daarom rond 1900 vanuit Rusland naar Frankrijk.

Slide 21 - Tekstslide

Onderwerp: Joods zijn.
Bespreek met de leerlingen dat Joden al meer dan 2000 jaar op de vlucht zijn voor geweld en daardoor verspreid over de hele wereld leven. Bespreek met hen de volgende vraag:
  • Waarom was er rond 1900 geweld tegen Joden in Rusland?
    a. De Joden wilden geen belasting betalen.
    b. Joden waren erg lawaaiige burgers.
    c. Het merendeel van de Russen accepteerde het joodse geloof niet.
    d. Joden werden onterecht beschuldigd van de moord op Tsaar Alexander II.
    Antwoord: d. 
Extra informatie voor de docent, ook te vinden onder de hotspotbutton:
Joden zijn al meer dan 2.000 jaar op de vlucht voor geweld en leven hierdoor verspreid over de hele wereld.
Neem bijvoorbeeld het verhaal van de vader van Joseph. De vader van Joseph is in Rusland geboren, maar net als Joseph en Maurice moest hij als jongetje vluchten voor racistisch geweld tegen Joden. De vader van Joseph vluchtte daarom rond 1900 vanuit Rusland naar Frankrijk.
Ben jij wel eens onterecht van iets beschuldigd?
Hoe reageerde je toen? Of hoe zou je reageren als je onterecht beschuldigd zou worden?
Eerst was de haat en het geweld tegen Joden voornamelijk vanwege hun geloof. Later kregen Joden als volk ook vaak (onterecht) de schuld van allemaal problemen in de samenleving.

Slide 22 - Tekstslide

Onderwerp: Joods zijn.
Bespreek met de leerlingen haat en geweld tegen Joden. Bespreek met hen de volgende vragen:
  • Ben jij wel eens ergens onterecht van beschuldigd?
  • Hoe reageerde je toen of hoe zou je reageren als je onterecht beschuldigd werd?
Extra informatie voor de docent:
Eerst was de haat en het geweld tegen Joden voornamelijk vanwege hun geloof. Later kregen Joden als volk ook vaak (onterecht) de schuld van allemaal problemen in de samenleving.
Voor welke gebeurtenissen is de schuld in het verleden onterecht bij de Joden gelegd?

(1) de dood van Jezus.

(2) de pest in de Middeleeuwen.

(3) de overstroming van Zeeland in 1953.

Slide 23 - Tekstslide

Onderwerp: Joods zijn.
Bespreek met de leerlingen de volgende vraag:
  • Voor welke gebeurtenissen is de schuld in het verleden onterecht bij de Joden gelegd?
    (1) de dood van Jezus.
    (2) de pest in de Middeleeuwen.
    (3) de overstroming van Zeeland in 1953.
    Antwoord: Joden kregen de schuld van (1) en (2), van (3) kregen Joden niet de schuld.
In 1933 komt Hitler met zijn Nationaalsocialistische partij aan de macht in Duitsland en bezet tussen 1939 en 1945 grote delen van Europa. Hitler en zijn aanhangers, de nazi's, hadden een hekel aan het Joodse volk. Zij gaven hen opnieuw onterecht de schuld van allemaal dingen die mis waren in de Duitse samenleving en de rest van Europa.
Waarom haatten Hitler en de nazi's de Joden?

a. Zij gaven Joden de schuld van de werkloosheid en armoede in Duitsland.
b. Joden waren volgens hen de reden dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren.
c. Zij dachten dat Joden een gevaarlijk volk waren die de macht in Europa wilden overnemen.
d. Zij gaven Joden de schuld van alle bovenstaande zaken.

Slide 24 - Tekstslide

Onderwerp: de Tweede Wereldoorlog.
Bespreek met de leerlingen de opkomst van de Nationaalsocialistische partij in Duitsland. Gebruik hiervoor eventueel de informatie onder 'extra informatie voor de docent'. Bespreek met de leerlingen de volgende vraag:
  • Waarom haatten Hitler en de nazi's de Joden?
    a. Zij gaven Joden de schuld van de werkloosheid en armoede in Duitsland.
    b. Joden waren volgens hen de reden dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren.
    c. Zij dachten dat Joden een gevaarlijk volk waren die de macht in Europa wilden overnemen.
    d. Zij gaven Joden de schuld van alle bovenstaande zaken.
Extra informatie voor de docent, ook te vinden onder de hotspotbutton:
In 1933 komt Hitler met zijn Nationaalsocialistische partij aan de macht in Duitsland en bezet tussen 1939 en 1945 grote delen van Europa. Hitler en zijn aanhangers, de nazi's, hadden een hekel aan het Joodse volk. Zij gaven hen opnieuw onterecht de schuld van allemaal dingen die mis waren in de Duitse samenleving en de rest van Europa.
In de video zie en hoor je verschillende dingen die Max niet meer mocht vanwege de anti-Joodse maatregelen. Kun je drie dingen noemen?
Hoe vond Max het om de Jodenster te moeten dragen?
Registratie en isolatie.
Hitler en de nazi's wilden van het Joodse volk af. Zij moesten hiervoor eerst weten wie Joods was en wie niet. Joden, waaronder Frits, Herman en Joseph, werden daarom in het Duitse rijk zoveel mogelijk gescheiden van niet-Joden. Daarnaast waren ze vanaf 1942 verplicht een Jodenster te dragen. Zo kon iedereen zien wanneer hij/zij met een Jood te maken had.

Slide 25 - Tekstslide

Onderwerp: de Tweede Wereldoorlog.
Bespreek met de leerlingen het begrip 'Jodenster' en hoe Joden in die tijd werden geregistreerd en geïsoleerd. Bekijk met hen de video waarin Max van Trommelen antwoord geeft op de vraag: Hoe vond u het om een Jodenster te moeten dragen? Het fragment duurt 1:39 minuten.

Bespreek vervolgens met de leerlingen de volgende vragen:
  •  In de video zie en hoor je verschillende dingen die Max niet meer mocht vanwege de anti-Joodse maatregelen. Kun je drie dingen noemen?
    Mogelijke antwoorden: Max mocht niet meer op de markt komen; niet meer alle winkels betreden; niet meer met de tram.
  • Hoe vond Max het om de Jodenster te moeten dragen?
    Antwoord: Toen hij de ster moest dragen, voelde Max zich buitengesloten. Hij voelde zich niet meer normaal omdat hij anders behandeld werd dan anderen. Hij werd uitgescholden terwijl mensen hem niet eens kenden.

Extra informatie voor de docent, ook te vinden onder de hotspotbutton:
Hitler en de nazi's wilden van het Joodse volk af. Zij moesten hiervoor eerst weten wie Joods was en wie niet. Joden, waaronder Frits, Herman en Joseph, werden daarom in het Duitse rijk zoveel mogelijk gescheiden van niet-Joden. Daarnaast waren ze vanaf 1942 verplicht een Jodenster te dragen. Zo kon iedereen zien wanneer hij/zij met een Jood te maken had.
Hoeveel Joden zijn er in de Tweede Wereldoorlog gestorven?
a. 1 miljoen Joden
b. 3 miljoen Joden
c. 6 miljoen Joden
Wat zou jij doen als je net als de broers van Hélène werd opgeroepen voor transport? Zou jij gaan of zou je vluchten?
Deportatie.
Nadat de Joden geregistreerd waren, begonnen de nazi's in 1942 met hun deportatie. Dit betekende dat alle Joden naar kampen moesten. Veel Joden deden dit omdat ze dachten 'in de kampen worden we aan het werk gezet. Het zal niet leuk zijn, maar van werken ga je niet dood.'
De broers van Hélène Petter-Egger (te zien in het fragment) vertrekken ook naar deze kampen. Zij blijft alleen achter bij haar opa en oma in Nederland. Haar familie ziet ze nooit weer terug. Later werd duidelijk dat in deze kampen niet alleen gewerkt moest worden, maar dat mensen hier ook massaal werden vermoord of stierven van uitputting.

Slide 26 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen het begrip 'deportatie'. Gebruik hiervoor eventueel de informatie onder 'extra informatie voor de docent'. Bekijk met de leerlingen de video met het verhaal van Hélène Petter-Egger. Het fragment duurt 3:01 minuten.
Bespreek vervolgens met de leerlingen de volgende vragen:
  • Hoeveel Joden zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog gestorven?
    a. 1 miljoen Joden
    b. 3 miljoen Joden
    c. 6 miljoen Joden
    Antwoord: c. 6 miljoen Joden.
  • Wat zou jij doen als je net als de broers van Hélène werd opgeroepen voor transport? Zou je gaan of zou je vluchten?
Extra informatie voor de docent:
Nadat de Joden geregistreerd waren, begonnen de nazi's in 1942 met hun deportatie. Dit betekende dat alle Joden naar kampen moesten. Veel Joden deden dit omdat ze dachten 'in de kampen worden we aan het werk gezet. Het zal niet leuk zijn, maar van werken ga je niet dood.'
De broers van Hélène Petter-Egger (te zien in het fragment) vertrekken ook naar deze kampen. Zij blijft alleen achter bij haar opa en oma in Nederland. Haar familie ziet ze nooit weer terug. Later werd duidelijk dat in deze kampen niet alleen gewerkt moest worden, maar dat mensen hier ook massaal werden vermoord of stierven van uitputting.
Niet iedereen meldde zich om naar de kampen te gaan. Sommige Joden vluchtten naar een veiligere plek, zoals de familie Joseph. Anderen doken onder, zoals de familie van Frits Pont en de familie van Herman Polak. Dit betekent dat zij zich bij andere mensen in huis verborgen hielden voor de nazi's.

Slide 27 - Tekstslide

Onderwerp: Vluchten of onderduiken.
Bespreek met de leerlingen de informatie onder 'extra informatie voor de docent'. Bij deze slide hoort geen vraag.

Extra informatie voor de docent, ook te vinden onder de hotspotbutton:
Niet iedereen meldde zich om naar de kampen te gaan. Sommige Joden vluchtten naar een veiligere plek, zoals de familie van Joseph. Anderen doken onder, zoals de familie van Frits en de familie van Herman. Dit betekent dat zij zich bij andere mensen in huis verborgen hielden voor de nazi's.
Waarbij had je hulp nodig als je wilde gaan vluchten?
Waarom kon vluchten gevaarlijk zijn?
Optie 1: Vluchten.
Milly Weisglas-Kaufman probeert in de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederland naar Zwitserland te vluchten. In de video geeft zij antwoord op de vraag: Hoe probeerde u van Nederland naar Zwitserland te vluchten tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Slide 28 - Tekstslide

Onderwerp: Vluchten of onderduiken?
Bespreek met de leerlingen het begrip 'vluchten'. Bekijk met de leerlingen de video met het verhaal van Milly Weisglas Kaufman over vluchten tijdens de oorlog. Het fragment duurt 1:52 minuten.
Bespreek vervolgens met de leerlingen de volgende vragen:
  • Waarbij had je hulp nodig als je wilde gaan vluchten?
    Mogelijke antwoorden: om valse persoonsbewijzen te krijgen; om bij de grens te komen of de grens over te steken; om tijdens de reis ergens veilig te kunnen overnachten.
  • Waarom kon vluchten gevaarlijk zijn?
    Mogelijke antwoorden: mensen kunnen er met je geld vandoor gaan zonder je te helpen; mensen kunnen aan de nazi's vertellen dat je Joods bent waardoor je kunt worden opgepakt; mensen kunnen gewelddadig zijn als ze erachter komen dat je Joods bent.
Waarbij had je hulp nodig als je wilde gaan onderduiken?
Waarom kon onderduiken gevaarlijk zijn?
Optie 2: Onderduiken.
Johan Sanders dook onder in de Tweede Wereldoorlog op verschillende adressen. In de video geeft hij antwoord op de vraag: Waarom verhuisde u vaak van onderduikadres tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Slide 29 - Tekstslide

Onderwerp: Vluchten of onderduiken?
Bespreek met de leerlingen het begrip 'onderduiken'. Bekijk met de leerlingen de video met het verhaal van Johan Sanders over onderduiken tijdens de oorlog. Het fragment duurt 1:59 minuten.
Bespreek vervolgens met de leerlingen de volgende vragen:
  • Waarbij had je hulp nodig als je wilde gaan onderduiken?
    Mogelijke antwoorden: mensen moeten je in huis willen nemen en voor je willen zorgen; om van het ene naar het andere adres te verplaatsen als het gevaarlijk wordt; de omgeving (buren en vrienden) moeten meewerken zodat ze je niet verraden.
  • Waarom kon onderduiken gevaarlijk zijn?
    Mogelijke antwoorden: je kon verraden worden door de mensen bij wie je onderdook of door hun omgeving (buren, vrienden, familie, voorbijgangers); nazi's deden soms invallen in huizen om onderduikers op te sporen.
Stel jij had een keuze in de Tweede Wereldoorlog: vluchten of onderduiken. Wat zou jij kiezen? En, waarom?
Denk je dat mensen konden kiezen of ze gingen vluchten of onderduiken? En, waarom denk je dat?

Slide 30 - Tekstslide

Onderwerp: vluchten of onderduiken?
Bespreek met de leerlingen wat zij zouden doen als ze in de schoenen van één van de mensen uit de fragmenten hadden gestaan. Wat zouden zij doen? Bespreek met hen de volgende vragen:
  • Stel je had een keuze in de Tweede Wereldoorlog: vluchten of onderduiken. Wat zou jij kiezen? En, waarom?
  • Denk je dat mensen konden kiezen of ze gingen vluchten of onderduiken? Waarom denk je dat?
au travail-
les devoirs

Départ immédiat


réviser: A, B, C, E, F, G et H

Projet Enfants et guerre
lire: jusqu'à la page 8






Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp gebruiken.

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

au travail-
les devoirs

Départ immédiat


réviser: A, B, C, E, F, G et H

Projet Enfants et guerre
lire: jusqu'à la page 8






Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies