Lezen - Verbanden en signaalwoorden (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Verbanden en signaalwoorden

Leerdoelen

Je leert over de verbanden voorbeeld en oorzaak-gevolg.

Je weet welke signaalwoorden bij een voorbeeld en oorzaak-gevolg horen. 

Morgen heb ik een familiedag in Deventer.

Ik heb ook nog nieuwe schoenen gekocht!

Wist je dat Julia en Kees samen naar de bioscoop gaan?

Samenhang

Bij teksten is het belangrijk dat er samenhang is.

Zinnen en alinea's staan in een bepaalde volgorde, ze hebben allemaal met elkaar te maken. 

Opsomming

ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.

Je kunt een opsomming ook herkennen aan:

• dots 

1.  getallen (1, 2, 3)

- streepjes

dubbele punt: 

Opsomming

Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Tegenstelling

tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant ... aan de andere kant.

Tegenstelling

Iedereen zegt dat sporten gezond is, maar er ontstaan wel altijd erg veel blessures.

Verbanden

voorbeeld

oorzaak-gevolg

Voorbeeld

bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere

Voorbeeld

Sommige mensen houden van actieve vakanties. Zo gaan steeds meer mensen fietsen, wintersporten of bergbeklimmen.

Oorzaak-gevolg

daardoor, doordat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van

Voorbeeld

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Aan de slag

Nieuw Nederlands online

H4 Lezen

Verbanden en signaalwoorden (2)