Partie nagerechten gevorderd hoofdstuk 3.6 Couverture of chocolade

Welke onderwerpen hebben
we in de vorige les behandeld?
1 / 30
volgende
Slide 1: Woordweb
MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welke onderwerpen hebben
we in de vorige les behandeld?

Slide 1 - Woordweb

Hoofdstuk  3.6 Couverture of chocolade

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk het filmpje in de volgende slide en beantwoord de vragen op de vervolg slides

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Hoe worden de bloemen van de cacaoboom bestuift?
A
door bijen
B
door vlinders
C
door mensen
D
door vogels

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel maanden duurt het voordat de cacaovrucht is volgroeid?

Slide 6 - Open vraag

Welke kleur heeft de rijpen cacao vrucht?
A
rood/paars
B
geel/oranje
C
geel/groen
D
geel/rood

Slide 7 - Quizvraag

hoeveel dagen fermenteert de pulp die is verwijderd uit de cacaovrucht?
A
5
B
9
C
4
D
7

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel keuring worden er gedaan voordat de cacaoboon wordt verscheept?
A
2
B
6
C
5
D
1

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn cacaonibs?
A
de gepelde cacaoboon
B
de schil die over blijft na het pellen
C
de pulp uit de cacaovrucht
D
de gedroogde cacaoboon

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

welke producten worden uit de cacaonibs gemaakt?
A
cacaopoeder en melk
B
cacaoboter en chocolade
C
cacaomelk en chocolade
D
cacaopoeder en boter

Slide 12 - Quizvraag

Welk ingrediënt ontbreekt bij witte chocolade waardoor witte chocolade geen chocolade mag heten?
A
cacaoboter
B
cacaopoeder
C
cacaomelk
D
cacaoroom

Slide 13 - Quizvraag

Op de volgende pagina vindt je een link naar een internetpagina met meer informatie over de bewerking van chocolade.
Neem de pagina goed door en beantwoord de vragen op de vervolg pagina's

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Hoeveel chocolade giet je uit op de werkbank bij tableren?
A
1/3
B
3/4
C
2/4
D
2/3

Slide 16 - Quizvraag

Tussen welke temperatuur smelt chocolade?
A
30/35
B
50/55
C
40/45
D
20/25

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurd er als je chocolade niet voor kristalliseert met het eindproduct
A
glanzend, stevig en korrelig
B
glanzend, krokant en korrelig
C
mat, taai en korrelig
D
mat, krokant en korrelig

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk het volgende filmpje om antwoord te krijgen op je vorige vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bekijk het filmpje op de volgende pagina en geef antwoord op de vragen op de vervolg pagina's

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Waarom tempereer je chocolade?
het eindproduct is...
A
krokant, glanzend en smelt niet in de hand
B
zacht, glanzend en smelt niet in de hand
C
zacht, dof en smelt in de hand
D
krokant, dof en smelt in de hand

Slide 23 - Quizvraag

Welke gereedschappen gebruik je bij tempereren?
A
paletmes en garde
B
schaper en krabber
C
paletmes en schraper
D
paletmes en kraber

Slide 24 - Quizvraag

Bekijk het filmpje op de volgende pagina en geef antwoord op de vragen op de volgende pagina

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Tussen welke temperatuur moeten de callets zijn bij het toevoegen aan de warme chocolade?
A
15/17 graden
B
18-20 graden
C
25/28 graden
D
10/13 graden

Slide 27 - Quizvraag

Wat gebeurd er als de warme chocolade massa even heeft stil gestaan?

Slide 28 - Open vraag

Bij welke temperatuur weet je zeker dat de chocolade in z'n geheel is gesmolten?
A
30 graden
B
40 graden
C
35 graden
D
45 graden

Slide 29 - Quizvraag

Maak alle opdrachten van hoofdstuk 3.6
HUISWERK

Slide 30 - Tekstslide