Module 1: Ons talstelsel - 1Ab

Op het einde van de les kun je:
  • De plaatswaarde van cijfers in het tiendelig talstelsel begrijpen en toepassen.
  • Getallen in oplopende en aflopende volgorde te ordenen door gebruik te maken van de juiste symbolen (<, >, =, ...).
  • Getallen ordenen op een getallenas.


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Op het einde van de les kun je:
  • De plaatswaarde van cijfers in het tiendelig talstelsel begrijpen en toepassen.
  • Getallen in oplopende en aflopende volgorde te ordenen door gebruik te maken van de juiste symbolen (<, >, =, ...).
  • Getallen ordenen op een getallenas.


Slide 1 - Tekstslide

Module 1: Ons talstelsel

Slide 2 - Tekstslide

4

Slide 3 - Video

00:29
Hoe noem je het trekken van streepjes om te tellen?
A
Trekken
B
Turfen
C
Schreven
D
Het antwoord is niet gegeven.

Slide 4 - Quizvraag

00:56
Hoe noem je het schrift van de Babyloniërs?

Slide 5 - Open vraag

01:13
Hoe heet het schrift van de Egyptenaren?
A
Hiërogliefen
B
Spijkerschrift
C
Sumeriën
D
Het antwoord is niet gegeven.

Slide 6 - Quizvraag

01:37
"49" schrijf je in Romeinse cijfers als ...
A
IVIX
B
XLIX
C
IL
D
IIII---------

Slide 7 - Quizvraag

1. Ons talstelsel: Tiendelig of decimaal talstelsel.

Getal : 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de waarde van het cijfer 7 in het getal 763?
A
7000
B
7
C
70
D
700

Slide 9 - Quizvraag

6 is het cijfer van de ... in het getal 763?
A
E
B
T
C
H
D
D

Slide 10 - Quizvraag

Welk getal bestaat uit 4HD, 3D en 5E?
A
4350
B
430005
C
435
D
403005

Slide 11 - Quizvraag

Module 1: Getallen ordenen

Slide 12 - Tekstslide

Hoe lees je 'a > 3'?
A
a is kleiner dan 3
B
3 is kleiner dan a
C
a is groter dan 3
D
3 is groter dan a

Slide 13 - Quizvraag

Hoe lees je '5 < a'?
A
5 is groter dan a
B
5 is kleiner dan a
C
a is kleiner dan 5
D
a is groter dan 5

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de waarde van a bij 3 < a < 5?
A
3
B
4
C
5
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen!

Slide 15 - Quizvraag

Wat zou dit symbool kunnen betekenen?

Slide 16 - Open vraag

Geef de opsomming die hoort bij
a6
A
{6,7,8,...}
B
{7,8,9,...}
C
{6,5,4,...}
D
{5,4,3,...}

Slide 17 - Quizvraag

Geef de opsomming die hoort bij
a12
A
{11,10,9,...}
B
{12,13,14,...}
C
{13,14,15,...}
D
{12,11,10,...}

Slide 18 - Quizvraag

Geef de opsomming die hoort bij
6a<10
A
{6,7,8,9,10}
B
{7,8,9,10}
C
{6,7,8,9}
D
{7,8,9}

Slide 19 - Quizvraag

Sleep het getal naar de juiste plek op de getallenlijn.
795
760
800
775
790
770
785

Slide 20 - Sleepvraag

Begrijp je de plaatswaarde (M - HD - TD - D - H - T - E) van een cijfer in het tiendelig talstelsel en kun je die toepassen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Kun je getallen in oplopende en aflopende volgorde ordenen door gebruik te maken van de juiste symbolen (<, >, =, ...).
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Kun je getallen ordenen op een getallenas?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll