HO 1.3 Positieve getallen en decimale getallen

HO 1.3 Positieve getallen en decimale getallen
In dit hoofdstuk leer je wiskunde taal begrijpen en gebruiken.
* cijfers en getallen
* gehele getallen
* decimale getallen
* groter dan / kleiner dan
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

HO 1.3 Positieve getallen en decimale getallen
In dit hoofdstuk leer je wiskunde taal begrijpen en gebruiken.
* cijfers en getallen
* gehele getallen
* decimale getallen
* groter dan / kleiner dan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getallen zijn overal rondom ons.
Welke getallen/cijfers kwamen aan bod tijdens de kennismaking?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding: een wereld vol getallen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruiken we cijfers en getallen voor?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een wereld zonder cijfers en getallen......
Bekijk het krantenartikel op pagina 6 in je cursus eens en probeer de vorige vraag opnieuw te beantwoorden.....

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruiken we cijfers en getallen voor?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies van getallen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In mijn klas zitten 18 leerlingen.
Hoeveelheid
rangorde
maatgetal
code

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De Sint-Romboutstoren is 97m hoog.
Hoeveelheid
rangorde
maatgetal
code

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

KV Mechelen staat op de 12de plaats.
Hoeveelheid
rangorde
maatgetal
code

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De Belgische luchtmacht neemt binnenkort afscheid van de F-16 gevechtsvliegtuigen.
Hoeveelheid
rangorde
maatgetal
code

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Functies van getallen
- hoeveelheid
- een rangorde
- een verhouding (maatgetal)
- een code

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 is een cijfer of een getal?
A
cijfer
B
getal
C
beiden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een cijfer en een getal?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je moedertaal?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De letters van het alfabet

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letters maken woorden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cijfers maken getallen 
Er zijn 10 cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Een getal maak je door een combinatie van één of meer cijfers.

Het getal 41 bestaat uit de cijfers 4 en 1.
Het getal 8 bestaat uit één cijfer: het cijfer 8.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duid het getal aan:
A
13
B
8

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duid het cijfer aan
A
100
B
10
C
1

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarde van een cijfer
De plaats van het cijfer in het getal geeft de waarde weer.
Welke getal waardes kennen jullie?

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden op bord?
Waarde cijfers
Het getal 2305 bestaat uit zes cijfers. 
Het getal 6234 bestaat uit 4 cijfers.

De plaats van het cijfer bepaalt  de waarde.
De 6 in het getal is 6000 waard (zesduizend) .
De 2 in het getal is 200 waard (tweehonderd).
De 3 in het getal is 30 waard ( dertig).
De 4 in het getal is 4 waard (vier).


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van het cijfer 6 in het getal 6201
A
6
B
60
C
600
D
6000

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 4230
A
2000
B
20
C
2
D
200

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

????

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten getallen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn gehele getallen?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Enkele voorbeeldoefeningen maken samen.
Romelu Lukaku
Weekloon   € 134 615
                rang                         waarde

1  
3
4
6
1
5




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van het cijfer 1 in het getal 6152,39?
A
Tientallen
B
Hondertallen
C
Honderdsten
D
Tienden

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van het cijfer 5 in het getal 6152,39?
A
eenheden
B
tientallen
C
honderdtallen
D
tienden

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van het cijfer 6 in het getal 56201
A
6
B
60
C
600
D
6000

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 4230
A
2000
B
20
C
2
D
200

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn decimale getallen?
= kommagetallen

Decimale getallen zijn getallen met een komma, zoals 3,75. 
Ze stellen delen van een geheel voor.

Komen veel meer voor in het dagelijks leven dan gehele getallen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kommagetallen komen we tegen bij:

Slide 35 - Tekstslide

Nog voorbeelden: 
gewicht op de weegschaal
interestenpercentage bank
Uitleg tiende en één decimaal
Tienden
Bij tienden zie je één getal achter de komma.
Je noemt dit één decimaal






Zie je een voorbeeld hiervan?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg hondersten en twee decimalen
Honderdsten
Bij honderdsten zie je  twee getallen achter de komma.
Je noemt dit twee decimalen






Zie je een voorbeeld hiervan?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus:
Staat er 1 getal achter de komma?
Dan spreken we het ALTIJD uit als tienden
0,6 = 6 tienden

Staan er 2 getalen achter de komma?
Dan spreken we het uit ALTIJD als honderdsten
0,05 = 5 hondersten 0,16 = 16 hondersten

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decimale getallen 
8,3 ; 10,12; 0,0001 --> ; als scheidingsteken tussen meerdere getallen
Oefening p 8 bovenaan (klassikaal)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van het cijfer 9 in het getal 6152,39?
A
eenheden
B
tientallen
C
honderdsten
D
tienden

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van het cijfer 9 in het getal 6152,39?
A
eenheden
B
tientallen
C
honderdsten
D
tienden

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen zie cursus p8-10

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot ben je?

Slide 44 - Open vraag

Wie is de grootste van de klas?
Wie is de kleinste van
Wat is de ideale temperatuur op je vakantiebestemming?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

KLEINER DAN OF GROTER DAN

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groter dan >       
Kleiner dan <
7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetjes:
De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van < kun je een k maken van kleiner dan

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groter dan of 
kleiner dan?
  • 3                4

  • 1                 4

  • 7             -4

<
<
>

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een speciaal getal is een geluksgetal? Wat is jouw geluksgetal?

Slide 51 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Intermezzo: geluksgetallen (zie ppt)

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies