Les 3

Les 3
1 / 75
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Hoger onderwijs

In deze les zitten 75 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over de opdracht?

Slide 2 - Tekstslide

1. Houden van

Slide 3 - Open vraag

2. vertrekken

Slide 4 - Open vraag


3. moeten

Slide 5 - Open vraag

4. komen

Slide 6 - Open vraag

5. Bezoeken

Slide 7 - Open vraag

6. reizen

Slide 8 - Open vraag

7. Durven

Slide 9 - Open vraag

8. leren

Slide 10 - Open vraag

9. werken

Slide 11 - Open vraag

10. doen

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Getallenoefening
Je oefent de getallen onder de 1000. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Luister. Welke is goed?
A
60
B
16

Slide 17 - Quizvraag

Luister
A
51
B
15

Slide 18 - Quizvraag

Getallen 100 - 1000

Slide 19 - Tekstslide

0 - nul
1 - een
2 - twee
3 - drie
4 - vier
5 - vijf
6 - zes
7- zeven
8 - acht
9 - negen
10 - tien
Getallen leren 100 - 1000

11 - elf
12 - twaalf
13 - dertien
14 - veertien
15 - vijftien
16 - zestien
17 - zeventien
18 - achttien
19 - negentien
20 - twintig


10 - tien
20 - twintig
30 - dertig
40 - veertig
50 - vijftig
60 - zestig
70 - zeventig
80 - tachtig
90 - negentig
100 - honderd

Slide 20 - Tekstslide


een-en-twintig
eenentwintig
Tientallen
21

Slide 21 - Tekstslide


vijf-en-tachtig
vijfentachtig
Tientallen
58

Slide 22 - Tekstslide


acht-en-tachtig
achtentachtig
Tientallen
88

Slide 23 - Tekstslide


drie-en-veertig
drieënveertig
Tientallen
43

Slide 24 - Tekstslide

100 - honderd
200 - tweehonderd
300 - driehonderd
400 - vierhonderd
500 - vijfhonderd
600 - zeshonderd
700 - zevenhonderd
800 - achthonderd
900 - negenhonderd
1000 - duizend
Honderdtallen

Slide 25 - Tekstslide


honderd-drie-en-veertig
honderddrieënveertig
Honderdtallen
143

Slide 26 - Tekstslide


vijfhonderd-zestien
vijfhonderdzestien
Honderdtallen
516

Slide 27 - Tekstslide


tweehonderd-een-en-zeventig
tweehonderdeenenzeventig
Honderdtallen
271

Slide 28 - Tekstslide


driehonderd-acht-en-veertig
driehonderdachtenveertig
Honderdtallen
348

Slide 29 - Tekstslide


achthonderd-vijf-en-twintig
achthonderdvijfentwintig
Honderdtallen
825

Slide 30 - Tekstslide


tweehonderd EN negen
tweehonderdennegen
Honderdtallen
209

Slide 31 - Tekstslide


vijfhonderdENeen
vijfhonderdeneen
Honderdtallen
501

Slide 32 - Tekstslide

Getallen tussen 1 - 12 hebben EN
201
609
508

Slide 33 - Tekstslide

Boven 12 niet !!
613
814
919

Slide 34 - Tekstslide


Slide 35 - Open vraag


Slide 36 - Open vraag


Slide 37 - Open vraag


Slide 38 - Open vraag


Slide 39 - Open vraag

Nu zonder hulp

Slide 40 - Tekstslide

284

Slide 41 - Open vraag

731

Slide 42 - Open vraag

193

Slide 43 - Open vraag

999

Slide 44 - Open vraag

Nu omgekeerd

Slide 45 - Tekstslide

zeshonderdnegenendertig

Slide 46 - Open vraag

zeshonderdnegenendertig

Slide 47 - Open vraag

drieëntachtig

Slide 48 - Open vraag

vijfhonderdeneen

Slide 49 - Open vraag

honderdeenenzeventig

Slide 50 - Open vraag

duizend

Slide 51 - Open vraag

Luister
A
112
B
121
C
212

Slide 52 - Quizvraag

Luister
A
268
B
628
C
286

Slide 53 - Quizvraag

Luister
A
5112
B
512
C
50012

Slide 54 - Quizvraag

Hoe schrijf je: 21
A
eenentwintig
B
tweeentwintig
C
eentwintig
D
twaalf

Slide 55 - Quizvraag

Hoe schrijf je
honderdendertien
A
131
B
1013
C
113

Slide 56 - Quizvraag

Hoe schrijf je
58
A
achtenvijftig
B
vijfentachtig
C
vijfenacht

Slide 57 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
954
A
negenenvijfvier
B
negenhonderd-vierenvijftig
C
negenduizendvierenvijf-tig
D
negenhonderd-vijfenveertig

Slide 58 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
vierhonderdenvijfenzeventig
A
574
B
754
C
547
D
475

Slide 59 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
tweehonderdenvijftig
A
520
B
2050
C
250

Slide 60 - Quizvraag

Getallendictee 
Pak een pen en papier. Schrijf de getallen op die je hoort. 
Je hoort ze 2x 

Slide 61 - Tekstslide

Dit zijn de getallen: 
15, 19, 154, 29, 166, 
201, 865, 19, 75, 115, 
753, 78, 37, 16 

Slide 62 - Tekstslide

Schrijf de getallen in het Nederlands op.
15, 19, 154, 29, 166, 
201, 865, 19, 75, 115, 
753, 78, 37, 16 

Slide 63 - Tekstslide

Goed gedaan!!

Slide 64 - Tekstslide

Schrijf nu zelf een zin met minstens 5 woorden met deze werkwoorden:
Schrijf de zin op papier en verander van onderwerp!

1. rijden                           2. brengen
3. huren                           4. draaien
5. komen                          6. dragen
7. weten                           8. genezen
9. blijven                          10. gooien

Slide 65 - Tekstslide

1. rijden

Slide 66 - Open vraag

2. brengen

Slide 67 - Open vraag

3. huren

Slide 68 - Open vraag

4. draaien

Slide 69 - Open vraag

5. komen

Slide 70 - Open vraag

6. dragen

Slide 71 - Open vraag

7. weten

Slide 72 - Open vraag

8. genezen

Slide 73 - Open vraag

9. blijven

Slide 74 - Open vraag

10. gooien

Slide 75 - Open vraag