KTH2's lesson repetition of the present perfect (+ focus on irregular verbs)

Programme
  • Check the worksheet 'present perfect' (iets startte in het verleden en gaat nog door); 
  • Ik kan aangeven dat iets in het verleden gebeurde en iets startte in het verleden en nog steeds doorgaat! 
  • Do exercises Past Simple versus Present Perfect 
  • Past simple = iets stopte in het verleden 
  • present perfect = ietst startte in het verleden -> gaat nu door
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programme
  • Check the worksheet 'present perfect' (iets startte in het verleden en gaat nog door); 
  • Ik kan aangeven dat iets in het verleden gebeurde en iets startte in het verleden en nog steeds doorgaat! 
  • Do exercises Past Simple versus Present Perfect 
  • Past simple = iets stopte in het verleden 
  • present perfect = ietst startte in het verleden -> gaat nu door

Slide 1 - Tekstslide

Let's check the answers of the worksheet 

Slide 2 - Tekstslide

She lived in Kampen in 2019.
She has lived in Kampen since 2019.
*what is the difference? (verschil)

Slide 3 - Open vraag

The past simple...(verleden tijd)
Iets stopte in het verleden... (2e rij onregelmatige werkwoorden blz. 261 in je boek / werkwoord + ed) 
Je kunt dit zien aan de volgende signaalwoorden!
1. My father walked (liep) to his job yesterday. 
2. My sister studied very hard two days ago.
3. My mother stayed at a hotel in 2018.
4.My mother worked until 4 o'clock. 

Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatige vormen! (2e rij)
1. I bought a pair of sneakers yesterday ('to buy' -> bought) 
2. My sister was very happy two days ago. ('to be' -> was/were)
3. Arsenal became the winner of the UEFA Cup in 2010. 
('become' -> 'became') 

Slide 5 - Tekstslide

vragen + ontkenningen
- Je zet 'Did' vooraan in de zin neer; 
-Je laat dan het hoofdwerkwoord in de tegenwoordige tijd staan.
I cooked a meal yesterday - Did I cook a meal yesterday? 
She bought a pair of sneakers - Did she buy a pair of sneakers? 
We made a cake two days ago - Did she make a cake two days ago? 

Slide 6 - Tekstslide

Have/has + voltooid deelwoord
"Ik heb gewoond hier sinds 2015" 
I have lived here since 2015

"I lived in Kampen in 2014."
Ik woonde in Kampen in 2014. 

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden
* have / has + voltooid deelwoord (werkwoord + ed / 3e rijtje -> blz. 261) 
  • 1. I have played football for three years. (for= voor) 
  • 2. She hasn't done the dishes yet. (yet = nog niet)  
  • 3. My parents have never seen such a good movie (never = nooit) 
  • 4. Have you ever been in Thailand?  (ever = ooit) 
  • 5. She has just unboxed the parcel (just = zojuist)
  • 6. He has already watched that movie (already =al) 
  • 6. Since 2009, I have worked at the supermarket (since = sinds) 
  • 7. How long has she worked on the project? (how long = hoe lang) 

Slide 8 - Tekstslide

YESTERDAY she _________ a new toy for her pet dog.
A
bought
B
has bought

Slide 9 - Quizvraag

My mother _________ at the local bank SINCE 1979.
A
worked
B
has worked

Slide 10 - Quizvraag

How long ______ you ______ for your brother's return from Thailand?
A
wait
B
have waited
C
has waited
D
waited

Slide 11 - Quizvraag

It's your turn! 
I sent you a worksheet via magister (I will show you how you can tackle the exercises !) 

Slide 12 - Tekstslide