4.2 Zien en horen 6-2-2023

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. (veel) uitleg oog
  3. Aan het werk! 
  4. Samenvatten 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. (veel) uitleg oog
  3. Aan het werk! 
  4. Samenvatten 

Slide 1 - Tekstslide

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
De lichtzintuigen in je ogen zetten de lichtprikkels om in impulsen.
De impulsen gaan via een zenuw naar de hersenen.
Je wordt je bewust van de prikkel: je ziet het berichtje.
De hersenen sturen impulsen naar de spieren.
Als reactie op de prikkel 'er is een berichtje' pak je je mobieltje.

Slide 2 - Sleepvraag

Wanneer neem je waar?
A
Wanneer de prikkel wordt opgevangen door het zintuig.
B
Wanneer de prikkel wordt omgezet in een impuls.
C
Wanneer de impuls in het ruggenmerg komt.
D
Wanneer de impuls in de hersenen komt.

Slide 3 - Quizvraag

Oogzenuw
Vaatvlies
glasachtig lichaam
Netvlies

Slide 4 - Sleepvraag

Oog
Traanvocht:
1. Voorkomt uitdroging
2. Doodt ziekteverwekkers
3. Neemt stof en vuiltjes op

Slide 5 - Tekstslide

Oog
Bescherming







Volgende dia: echte ogen

Slide 6 - Tekstslide

Oog

Slide 7 - Tekstslide

Oog

Slide 8 - Tekstslide

Werking oog

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Kleur zien
Staafjes: grijstinten
Kegeltjes: kleur

Slide 11 - Tekstslide

Werking oog

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werken je ogen
  • 3 lagen

  • buitenste laag: harde
       oogvlies
  • middelste laag: vaatvlies
  • binnenste laag: netvlies
  • oog is opgevuld met het
        glasachtig lichaam

Slide 13 - Tekstslide

Oogspieren
• oogbollen zitten met spieren
vast aan de oogkassen. 
• door de spieren kan je oog
alle kanten opdraaien 
• oogkassen zijn opgevuld met
vetweefsel, dit vet vormt een
stootbuffer voor de oogbollen

Slide 14 - Tekstslide

De pupilreflex

Slide 15 - Tekstslide

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een bril?
Korte oogbol = verziend = bolle lenzen bril (+)

Lange oogbol = bijziend = holle lenzen (-)

Slide 18 - Tekstslide

Diepte
Diepte zien, oftewel 3D zien, is nodig om afstanden in te schatten!

Slide 19 - Tekstslide

Kleuren
Staafjes - zwart/wit, grijstinten
werken 's avonds en 's nachts
Kegeltjes - kleuren
werken overdag
Drie soorten kegeltjes:
rood - groen - blauw

Slide 20 - Tekstslide

Test je ogen en maak opdracht 1 t/m 21 van 4.3
Klaar? Kies uit:
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 21 - Tekstslide