6.4 Klimaatverandering

6.4 Klimaatverandering
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6.4 Klimaatverandering

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • welke kenmerken de klimaatverandering heeft in Europa
  • welke twee belangrijke gevolgen de klimaatverandering heeft
  • dat klimaatveranderingen altijd voorkomen, met als belangrijkste voorbeeld de ijstijden
  • wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in koude gebieden
  • wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in droge gebieden

Slide 2 - Tekstslide

Het klimaat verandert
Als je perioden van dertig jaar met elkaar vergelijkt, zie je verschillen in het klimaat, klimaatverandering

De Bilt (Utrecht): warmer en natter
Neerslag = onvoorspelbaarder en heftiger

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Broeikaseffect
CO2  is een broeikasgas. Dit komt terecht in de dampkring. Broeikasgassen houden warmte vast.
Zonder uitstoot van mensen  = broeikaseffect = het vasthouden van zonnewarmte door de dampkring -> broeikasgassen als CO₂

Zonder het natuurlijk broeikaseffect: te koud om op aarde te leven. 

Slide 5 - Tekstslide

Versterkt Broeikaseffect
Hoe meer CO2 , hoe meer warmte er wordt vastgehouden = versterkte broeikaseffect. 

 -> klimaatverandering

De uitstoot van CO₂ komt vooral door de verbranding van: fossiele brandstoffen 
(aardgas/aardolie/steenkool)

BV. Verkeer / Fabrieken


Slide 6 - Tekstslide

weinig regen, grote verdamping. - verdamping: als het warmer / zonniger / winderiger is  meer water verandert in waterdamp. - Nederland: gemiddeld meer neerslag dan verdamping = neerslagoverschot  voorjaar en zomer: neerslagtekort  waterbalans = verschil neerslag en verdamping
Leer deze afbeelding!!

Slide 7 - Tekstslide

B119 Gletsjers
Een gletjser begint in een firnbekken: een verzamelplek voor sneeuw hoog in de bergen -> firn = korrelige sneeuw

Bij een vol firnbekken glijdt een ijstong met lage snelheid richting een dal -> firnbekken + ijstong = gletsjer

Gletsjer is voortdurend in beweging, maar lijkt stil te liggen. Geltsjer smelt in het dal -> gletsjerriver

Slide 8 - Tekstslide

Effecten in koude gebieden
  • Poolstreken + hooggebergten: landijs smelt en periode jaarlijkse sneeuwbedekking korter
  • Minder neerslag als sneeuw. -> Gletsjers worden steeds kleiner
  • Arctic greening: meer vegetatie in de koude gebieden

Slide 9 - Tekstslide

Effecten in koude gebieden
Voordelen en nadelen van klimaatverandering (smeltend landijs) vanuit dimensies:

  1. Zeespiegelstijging
    - Smelten landijs = meer water. 
     - Warm water zet uit

  2. Meer landoppervlak voor landbouw

Slide 10 - Tekstslide

Effecten in droge gebieden
Middellandse Zeegebied wordt nog droger. meer verdamping +  watertekorten

Verandering vegetatie:
- steppe -> woestijn?
- gevolgen landbouw met afname irrigatiewater

Geen landbouw meer door verwoestijning in Zuid-Europa.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§6.4 Opdrachten 1 t/m 4
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 12 - Tekstslide