Unit 1 - England - Crossing borders
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat zag je?
Slide 4 - Open vraag
Is there a difference betweek UK and England?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Video
Is er een verschil tussen UK en England?
Slide 7 - Open vraag
Wat is het Engelse woord voor vakantie?
A
Break
B
Holiday
C
Vacation
D
Time off
Slide 8 - Quizvraag
What is the capital (hoofdstad) of England?
A
Liverpool
B
York
C
London
D
Manchester
Slide 9 - Quizvraag
What can you use only when it is broken?
Slide 10 - Open vraag
Who is this?
A
The Queen of England
B
The Queen of Australia
C
The Queen of Belgium
D
The Queen of America
Slide 11 - Quizvraag
What is this?
A
Flower kool
B
Flauwekul
C
Cauliflower
D
Flower cabbage
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je dit gerecht?
A
Fish and crisps
B
Fish and chips
C
Fish and Fiesh
D
Fish and funny
Slide 13 - Quizvraag
Wat zet je achter een getal om een rangtelwoord te maken?
A
TH
B
HTH
C
HT
D
THT
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent het woord cheerful?
A
Vriendelijk
B
Vreselijk
C
Vrolijk, opgewekt
D
Verschrikkelijk
Slide 15 - Quizvraag
Het tegenovergestelde van difficult is
A
naughty
B
relax
C
sleepy
D
easy
Slide 16 - Quizvraag
What can you never eat before breakfast?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Wat valt je op?
