1vm Hoofdstuk 3 Phrases-clés
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent:
les maths
les maths
A
scheikunde
B
wiskunde
C
gym
D
nederlands
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent:
sévère
sévère
A
streng
B
aardig
C
misschien
D
vooral
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent:
l'école
l'école
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent:
Les devoirs
Les devoirs
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent:
La trousse
La trousse
A
het geheim
B
altijd
C
het etui
D
de kamer
Slide 6 - Quizvraag
Vertaal naar het Nederlands:
le secret
le secret
Slide 7 - Open vraag
Hoe laat is het:
Il est midi
Il est midi
Slide 8 - Open vraag
Hoe laat is het:
Il est dix heures et quart
Il est dix heures et quart
Slide 9 - Open vraag
Hoe laat is het:
Il est trois heures moins le quart
Il est trois heures moins le quart
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Vertaal de zin:
Quelle heure est-il?
Quelle heure est-il?
Slide 13 - Open vraag
Vertaal de zin:
Tu es en quelle classe?
Tu es en quelle classe?
Slide 14 - Open vraag
Vertaal de zin:
Tu as quelle matières le mardi?
Tu as quelle matières le mardi?
Slide 15 - Open vraag
Vertaal de zin:
Le lundi, j'ai les maths
Le lundi, j'ai les maths
Slide 16 - Open vraag
Vertaal de zin:
Je suis en cinquième
Je suis en cinquième
