2.2 De bevolking groeit en vertrekt

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat zie je hier?

Migratie

Leerdoelen

1. Ik leg het verschil uit tussen emigranten en immigranten.
2. Ik noem vier redenen waarom mensen migreren.
3. Ik maak onderscheid tussen push- en pullfactoren.

Migratie is verhuizen naar een andere plaats.

Een emigrant verlaat zijn land.

Een immigrant vestigt in een nieuw land

Wat zijn redenen om te migreren?

Neem over!

Reden:	Pushfactor:	Pullfactor:	Naam:
. .
. .
. .
. .

4 redenen om te migreren:

1. Economisch: werk, welvaart.
2. Politiek: Veiligheid, geloofsovertuiging, seksualiteit, oorlog.
3. Ecologisch: Natuurlijke omstandigheden, klimaat.
4. Sociaal: Recht op gezin: gezinshereniging, gezinsvorming. 

Pushfactor is een reden om ergens weg te willen.

Pullfactor is een reden om ergens heen te willen.

Opdracht: 5 minuten

Bedenk samen met je buurman/buurvrouw

een push- en pullfactor bij elke migratiereden.

Overleg zachtjes met elkaar. 

Een immigrant is ook een emigrant

1. waar
2. niet waar

Pull factoren

Push factoren

Werk

Welvaart

Armoede

Gevaar

Veiligheid

Noem 4 redenen om te migreren.

eerste 5 min in stilte

NU: Maken opdracht 3,4,5,6 op blz 40+41

Sociale bevolkingsgroei = immigranten - emigranten