Elektriciteit

• nask
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Elektriciteit

3KB nask

Wat weet je van
Elektriciteit?

H1 elektriciteit

Paragraaf 1

Elektrische stroom

Wat gaan we deze les doen?

Start H1 elektriciteit

Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een stroomkring is en kun je de stroomsterkte berekenen

practicum

Opdrachten maken

Practicum Elektriciteit

Werken volgens practicum regels.

Samen ontdekken en leren

Goed met materiaal leren omgaan

Alle lesstof 2.1 zit in dit practicum

Klaar = lesson-up 2.1 doorlopen en opdrachten maken

Elektrische Stroom

•  Bij ELEKTRISCHE STROOM (I) is er sprake van een verplaatsing van ELEKTRISCHE LADING (Q)!
•  Om elektrische stroom blijvend te doen stromen is een gesloten STROOMKRING nodig.
•  Stroom gaat stromen tengevolge van een SPANNING (U).
•  Spanning (U) wordt ookwel POTENTIAALVERSCHIL genoemd.

Alleen een gesloten stroomkring kan werken. Als een schakelaar open staat, is de stroomkring onderbroken. 

Wat is een Spanningsbron?

• Vergelijking met de Pomp in een CV -installatie
• Pomp stuwt water rond

• Spanningsbron (U) zorgt ervoor dat de Stroom (I)  rond gaat in een Stroomkring

Stroomsterkte

Door een stroomkring gaat een stroom. De stroomsterkte geeft aan hoe groot de stroom is. De stroomsterkte wordt aangegeven met de eenheid Ampère. 

Grootheid = Stroomsterkte = I

Eenheid = Ampère = A

stroomkring + schema

Opdracht stroomsterkte

Serie schakeling

De lampjes staan allebei in dezelfde stroomkring. 

Als lampje 1 stuk gaat, is de stroomkring niet meer gesloten. Hierdoor zal lampje 2 ook uit gaan. 

Serie: I_t = I₁ = I₂ = I₃

Parallel schakeling

Elk lampje heeft zijn eigen stroomkring. 

Als er 1 lampje stuk gaat, kan de andere gewoon blijven branden. 

Parallel: I_t = I₁ + I₂ + I₃

Aan de slag

Maak de opdrachten in je werkboek.

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na