Eindquiz 2023 eco

Conjuncturele werkloosheid
Fricitiewerkloosheid
Structurele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
1 / 35
volgende
Slide 1: Sleepvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Conjuncturele werkloosheid
Fricitiewerkloosheid
Structurele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Seizoenswerkloosheid

Slide 1 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmarkt
Werknemer
Werkgever
Aanbod
Vraag
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vlak in de bovenstaande figuur laat het werknemerssurplus op de arbeidsmarkt zien bij de evenwichtsprijs (= evenwichtsloon)?
A
Het rode vak (1)
B
het gele vak (4)
C
Het blauwe vak (3)
D
Het groene vak (2)

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke landen werden dit jaar door een ernstige aardbeving getroffen?
A
Italië en Griekenland
B
Turkije en Syrië
C
Libanon en Syrië
D
Egypte en Turkije

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs
Kleding
Dijken
Wegen
Politie
Bibliotheken
Brandweer
Smartphone
Laptop
Individuele goederen
Collectieve goederen
Quasi-collectieve goederen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgens de overheid is de koopkracht in Nederland in 2005 tov 2004 met 5% gedaald.
Achteraf blijkt er een inflatie te zijn geweest van 3%.

Wat is in Nederland de (gemiddelde) procentuele verandering van het inkomen geweest in 2005 tov 2004 ?
A
+ 2,1%
B
- 2,1%
C
+ 2,2%
D
- 2,2%

Slide 6 - Quizvraag

NIC = RIC x PIC : 100
RIC = -5% = 95,0
PIC = +3% = 103,0
NIC = (95 x 103) : 100 = 97,85
Dus een (gemiddelde) daling van het inkomen van 2,2% (97,85% - 100% = -2,15% = -2,2%)
Juni was de warmste junimaand sinds het begin van de metingen in 1901: gemiddeld
A
19,4
B
20,4
C
21,4
D
22,4

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doordat een groot plaatselijk bedrijf niet meer kon opboksen tegen de buitenlandse concurrenten, moest dat bedrijf de poorten sluiten en werden alle werknemers werkloos.

Welke grafiek geeft deze ontwikkeling het beste weer?
A
Grafiek A
B
Grafiek B
C
Grafiek C
D
Grafiek D

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse overheid hanteert in Nederland een minimumloon. Critici vinden dat een minimumloon de werkloosheid vergroot. Hoe groot is de werkloosheid in de grafiek als de overheid een minimumloon van € 11 per uur instelt?
A
20 miljoen arbeidskrachten
B
30 miljoen arbeidskrachten
C
50 miljoen arbeidskrachten
D
60 miljoen arbeidskrachten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overig
Prijs
Loon
Werkgevers
Werknemers
Gepensioneerden
Werklozen (zoeken werk)

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen zijn werkloos in Nederland, oktober 2023?
A
151.000
B
361.000
C
565.500
D
794.000

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen zijn er werkloos bij een loon van €9
A
0
B
1 miljoen
C
10 miljoen
D
Kan je niet weten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn salaris is gestegen van €2000 naar € 2040 per maand. De prijzen namelijk gemiddeld met 2% toe.
Wat is mijn RIC?
A
-5%
B
91,2
C
95
D
100

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de marktvormen naar de omschrijvingen
heterogene producten, veel aanbieders
homogene producten, veel aanbieders
één aanbieder
een aantal aanbieders
volkomen concurrentie
monopolie
oligopolie
monopolistische
concurrentie

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking
Niet- Beroepsbevolking
Werklozen
Werkzaam
Werknemer
Zelfstandig

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbind met de juiste politieke partij
BB
NSC
VVD
PVV
GL - PvdA

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een minimumloon mag het loon niet ... (1) een bepaalde waarde komen.
Het minimumloon dient ter bescherming van de
... (2)
A
1 onder 2 werkgevers
B
1 onder 2 werknemers
C
1 boven 2 werkgevers
D
1 boven 2 werknemers

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een minimumloon ligt ... (1) de evenwichtsprijs.
Bij een minimumloon ontstaat een ...(2)
A
1 onder 2 aanbodoverschot
B
1 onder 2 vraagoverschot
C
1 boven 2 aanbodoverschot
D
1 boven 2 vraagoverschot

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een minimumloon ligt 
boven de evenwichtsprijs.

Bij een minimumloon is het 
aanbod groter
dan de vraag, 
zodat er een aanbodoverschot 
ontstaat.  

 Dit aanbodoverschot houdt werkloosheid in

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat NIET in de top 3 meest gegoogelde dingen door Nederlanders in 2023?
A
Stemwijzer
B
Chat GPT
C
WK vrouwenvoetbal
D
Kabinet gevallen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk nieuws kwam er over prins Bernhard (vader van prinses Beatrix) naar buiten?

A
Hij had een gevangenisstraf uit moeten zitten maar heeft de gevangenis omgekocht
B
Hij bleek banden met Noord-Korea te hebben
C
Hij was lid van de NSDAP (de politieke partij van Adolf Hitler)
D
Hij bleek drie kinderen buiten zijn huwelijk om te hebben

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In tijden van laagconjunctuur zal ...(1) arbeid ...(2)
A
1 het aanbod van 2 afnemen
B
1 het aanbod van 2 toenemen
C
1 de vraag naar 2 afnemen
D
1 de vraag naar 2 toenemen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lonen kunnen niet zomaar verlaagd worden:
- Wettelijk minimumloon
- CAO afspraken
- Bestaande contracten
- Maatschappelijke weerstand

Dit leidt tot loonstarheid

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus hoeveel werkloosheid is er door het minimumloon?
A
11 miljoen
B
20 miljoen
C
30 miljoen
D
50 miljoen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de

___________________ . 

Je spreekt van een  ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________ 

groter is dan de vraag naar arbeid. 

Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een 

 ___________________  arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt
Krappe
Ruime
Aanbod
Vraag

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Augustus was wereldwijd de warmste augustusmaand ooit gemeten. Het was ... graad warmer dan in de periode 1850-1900
A
0,5
B
1,0
C
1,5
D
2,0

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke markt behoren de plaatjes denk je?
Goederenmarkt
Dienstenmarkt
Arbeidsmarkt
Vermogensmarkt
Valutamarkt

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het nominaal indexcijfer van het inkomen is in 2020 105 (=NIC). De prijzen in 2020 zijn ten opzichte van 2019 met 4% gestegen. Hoeveel is het prijsindexcijfer (=PIC) in 2020?
A
100
B
104
C
96
D
109

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vacatures
vakbonden
bedrijfstak
arbeidsvoorwaarden
cao
arbeidsovereenkomst

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Economie krimpt:
vraag/aanbod
links/rechts
A
vraag links
B
vraag rechts
C
aanbod links
D
aanbod rechts

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reageert een markt op een aanbodoverschot? Zet de letters in de juiste chronologische volgorde. 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Een deel van de aangeboden producten wordt niet verkocht.
De gevraagde hoeveelheid zal stijgen, de aangeboden hoeveelheid dalen.
De markt komt 'automatisch' in evenwicht.
Aanbieder die hun producten niet verkocht krijgen, verlagen de verkoopprijs.

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Babyboomers met pensioen:
vraag/aanbod
links/rechts
A
vraag links
B
vraag rechts
C
aanbod links
D
aanbod rechts

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier het Nash-evenwicht?
A
-10, -5
B
55, 0
C
50, 30
D
100, 0

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 12:
In de volgende tabel staat de opbrengstenmatrix van twee kledingwinkels wanneer zij wel een winter-uitverkoop houden, of niet. Welk vakje geeft het Nash-evenwicht aan (hoogste getal is het beste)? Het gaat hier om een simultaan spel.

A
Hokje A
B
Hokje B
C
Hokje C
D
Hokje D

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies