18 jan O2A Latijn

O2A Latijn



18 januari  |  C. Koggel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

O2A Latijn



18 januari  |  C. Koggel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

  • Deze week: slavernij bij de Romeinen

  • Volgende week: herhaling afgelopen weken

  • Over twee weken (1 februari): de toets

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Je kunt vertellen over...
  • slavernij in de Oudheid
  • de mening van Seneca ten opzichte van slavernij
  • de mening van Aristoteles
  • jouw eigen mening

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse slaven
Ze misten het recht om...
  • eigen keuzes te maken
  • eigendommen te hebben
  • te trouwen

Ze waren voor de wet een eigendom dat gekocht en verkocht werd, net zoals bijvoorbeeld een meubelstuk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was een beroep dat door slaven uitgevoerd kon worden?
A
Kok
B
Schoolmeester
C
Dokter
D
Secretaris

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel van de 1 miljoen bewoners van Rome was rond het jaar nul slaaf?

Slide 7 - Open vraag

400.000
Behandeling van slaven
Elk gezin behandelt zijn slaven anders:
  • wreed en bruut, dat mag van de wet
  • aardig en menselijk, dat vinden ze terecht óf ...

Seneca (4 v. C. - 65 n. C.) was filosoof en schrijver en zegt het volgende tegen zijn vriend/leerling:

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beste Lucilius, 

Ik heb gehoord dat jij jouw slaven als gezinsleden behandelt: dat is precies hoe het hoort. Mensen die dat niet doen, zeggen wel eens “maar het zijn slaven!”. “Nee, het zijn mensen” zeg ik dan”. “Het zijn slaven!” roepen ze. “Nee, het zijn huisgenoten” zeg ik. “Het zijn slaven!”. “Nee”, zeg ik, “het zijn vrienden van lage afkomst”. “Het zijn slaven!”. “Nee, het zijn medeslaven”. Het lot behandelt ons namelijk allemaal gelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overleg met je buur:
Wat denken jullie dat Seneca bedoelt met "het zijn medeslaven, het lot behandelt ons allemaal gelijk"?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dus ik lach de mensen uit die het schandelijk vinden om samen met hun slaaf te eten. Het is bij sommige meesters de gewoonte dat ze tijdens het diner blijven eten totdat ze alles wat ze net naar binnen hebben gepropt weer uitbraken. Terwijl zo’n meester maar blijft kauwen en slikken, mogen zijn slaven alleen toekijken en hun mond niet eens bewegen om te praten. Elk gefluister of zelfs een hoestbui, nies of hik wordt al afgestraft met zweepslagen. De hele avond moeten de slaven zo in stilte en met een lege maag blijven staan. Zo komt het dat deze slaven hun meester in gevaar niet zullen beschermen, maar vriendelijk behandelde slaven wel.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vindt Seneca dat een meester wel of niet met zijn slaven moet dineren? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn ook mensen die zeggen dat je altijd net zoveel vijanden hebt als slaven. Dat is niet waar; wij hebben ze niet als vijanden, maar we maken ze tot vijanden. We behandelen ze niet als mensen, maar als vee. Als wij liggen te eten, moet er eentje ons speeksel afvegen, een ander moet het braaksel opruimen, nog weer eentje snijdt het eten in stukjes en weer een ander schijnt de wijn in. Die handeling is het enige waarvoor ze leven.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overleg met je buur:
Denken jullie dat vriendschap tussen een meester en slaaf mogelijk is? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er tegenwoordig relaties waartussen geen vriendschap mogelijk is? Denk bijvoorbeeld aan docent-leerling of koning-onderdaan

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk je wel dat degene die jij een slaaf noemt uit hetzelfde ontstaan is als jij, onder dezelfde hemel woont, op dezelfde manier ademt, op dezelfde manier leeft en op dezelfde manier sterft als jij? Je kan hem net zo goed zien als een vrijgeboren man als hij jou als een slaaf kan zien. Het lot gaf de één een lage stand en de ander een hoge stand. Pas maar op met wie je minacht, want zijn lot kan ook het jouwe worden!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vat de mening van Seneca over slavernij samen.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande zinnen past NIET in het vervolg van Seneca's brief?
A
Behandel jouw slaaf zoals je zou willen dat een meester jou behandelt
B
Je moet iemand niet beoordelen op zijn stand, maar op zijn karakter
C
Slaven moet je alleen met woorden en niet met een zweep straffen
D
Je moet vriendelijk zijn tegen je slaven, maar zo min mogelijk met ze omgaan

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoezeer komt jouw mening over slavernij overeen met die van Seneca?
010

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aristoteles
De Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v. C.) zei over slavernij:
"Iedereen moet de keus krijgen om slaaf te zijn of niet, want voor sommige mensen is het beter om slaaf te zijn. Dat zijn mensen die niet goed praktisch na kunnen denken en dus zelf geen beslissingen moeten maken." 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je het met Aristoteles eens dat sommige mensen beter beslissingen kunnen maken dan anderen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je het met Aristoteles eens dat de praktische mensen daarom alle beslissingen moeten maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor degene die eens is: vind jij dat er mensen zijn die geen stemrecht zouden mogen hebben? Wie dan?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor degene die oneens is: vind jij dat kinderen ook stemrecht zouden moeten hebben? Waar ligt volgens jou de grens?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies