3F D3 LES 14 Oefentoets

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kun jij de metrieke reeksen uit je hoofd noteren?
"kan het dametje met de centimeter meten?"





​Oversteek tussen soorten inhoud via  liter <-> dm3   en   cm3 <-> ml
1          are =                      100 m2
1 hectare = 1 ha =  10.000 m2                  /                  1 ton = 1000 kg

Slide 3 - Tekstslide

opgave 1 - TIJD

Er wordt een estafetteteam samengesteld bestaande
uit 4 jongens.​ Om de snelste vier te kiezen gebruikt
de trainer de tijden van een hardloopwedstrijd.​
In de tabel vind je de tijden van vijf jongens.​
Wat is de gezamenlijke tijd van de vier snelste jongens?​
 Wie valt er af?
Totaliseer de honderdsten (achter komma)
Totaliseer de seconden
4  Totaliseer de minuten
Wat is de totaaltijd?
A
3:19,33
B
12:19,33
C
13:19,33
D
15:19,33

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

opgave 2 - TIJD

Je vliegt van Amsterdam naar Kuala
Lumpur volgens het vluchtschema.
Genoemde tijden zijn plaatselijke tijden.​
Hoelang duurde de totale reis van Amsterdam naar Kuala Lumpur?​
 "in het vliegtuig" zet je de klok alvast 7 uur vooruit
 Vertrektijd Amsterdam = ?
3  Aankomsttijd Kaula Lumpur = ?
4 Reistijd tot middernacht + na middernacht = ?
A
17:45 uur
B
12:49 uren
C
16:45 uur
D
13:49 uur

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

opgave 3 - OPPERVLAKTE

Je vervangt de wanden van deze schuur door nieuwe planken.​
Er is één raam: de oppervlakte is 0,18 m2.​
Er is één deur: de oppervlakte is 1,6 m2.​
Voor de driehoekige stukken muur naar het dak reken je in
totaal 1,2 m2 extra.​
Hoeveel vierkante meter planken moet je minimaal kopen?​
 Oppervlakte = L x B
 Opp lange zijde (2x!)
3  Opp korte zijde (2x!)
4 Opp driehoeken erbij (gegeven)
Opp raam en deur eraf (gegeven)
1,8 m
2,3 m
1,9 m
A
15 m2
B
16,78 m2
C
13,8 m2
D
14 m2

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

opgave 4 - OPPERVLAKTE

Er wordt een grasveld aangelegd in de vorm van een cirkel
met een diameter van 16,8 meter.​
Om het grasveld in te zaaien is er 30 gram graszaad per
vierkante meter nodig.​
Oppervlakte cirkel = straal x straal x 3,14​
Voor welk bedrag moet er minimaal graszaad ingekocht
worden als je de goedkoopste oplossing wilt?
 Bereken de straal
 invullen: Opp cirkel = straal x straal x 3,14 = ? m2
3  Bereken hoeveel zaad nodig is. 
4  Welke dozen zijn samen het goedkoopst?
A
€ 80,89
B
€ 81,89
C
€ 82,90
D
€ 84,84

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

opgave 5 - OPPERVLAKTE

In de keuken komt een nieuwe tegelvloer in het patroon
zoals afgebeeld.​​ De afmetingen van de keuken is 6 x 6 m.​​
De tegels zijn 25 x 25 cm.​​
Hoeveel zwarte tegels zijn er nodig om de vloer
volgens dit patroon te leggen?​
 Maak eenheden gelijk
 Bereken Opp keuken en Opp 1 tegel
3  Hoevaak past 1 tegel op de keukenvloer?
4  Welk deel van de tegels is zwart? (4 van de ...)
5  Neem dat deel van alle tegels.
A
265 tegels
B
256 tegels
C
320 tegels
D
576 tegels

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

opgave 6 - KUBIEKE INHOUD naar LITERS

Het aantal vissen dat je maximaal in dit aquarium kunt houden,
wordt bepaald door de lengte van de vissen.
Per cm vislengte moet 1 liter water beschikbaar zijn.​
De vissen zijn gemiddeld 4 cm lang.​

Hoeveel vissen kun je maximaal in dit aquarium houden?​
Rond af op een tiental.
 4 liter water nodig per vis
 1 liter = 1 dm3, dus zet cm om naar dm
3  Inh = L x B x H (invullen in dm)
4  Deel het aantal liters door 4
LxBxH=81 x 36 x 45cm
A
30 vissen
B
33 vissen
C
40 vissen
D
42 vissen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

opgave 7 - KUBIEKE INHOUD naar LITERS

Je wilt de bovenste 10 centimeter van de bak vullen
met grind.​ Grind weegt 1,5 kg per liter.​
Je koopt zakken grind van 10 kilogram per stuk.​
Hoeveel zakken grind heb je minimaal nodig?​
 1 liter = 1 dm3, dus zet cm om naar dm
 Alleen bovenste 10 cm!
3  Inh = L x B x H (invullen in dm)
4  bereken gewicht van het grind
bereken aantal zakken grind
A
8,5 zakken
B
9 zakken
C
85,5 zakken
D
90 zakken

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

opgave 8 - 'VLOEIBARE' INHOUD

Voor een feest wordt een niet-alcoholische cocktail
gemaakt. In een kom met een inhoud van 6 liter worden
allerlei gezonde dingen gedaan (zie hiernaast).
De kom wordt tot de rand toe aangevuld met water.​
Hoeveel deciliter water past er nog bij?​
Rond je antwoord af op één decimaal.​
 antwoorden in dl, dus alles omzetten naar dl
 alle ingredienten bij elkaar optellen
3  hoeveelheid water = 6 liter - ingredienten
A
42,2 dl
B
17,8 dl
C
44 dl
D
16 dl

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide