Voedingsmiddelen

Voedingsmiddelen 
Voedingsstoffen en de functies van de voedingsstoffen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voedingsmiddelen 
Voedingsstoffen en de functies van de voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
- Aan het einde van de les weten jullie voedingsmiddelen zijn.
 -Aan het einde van deze les weten jullie wat voedingsstoffen zijn en kunnen jullie een gerecht maken met alle voedingsstoffen erin. 
- Aan het einde van de les weten jullie wat de functies van voedingsstoffen zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Alles wat je eet en drinkt.
B
Alles wat je eet.
C
Delen van de voedingsstoffen.
D
Middelen die je nodig hebt om te eten.

Slide 3 - Quizvraag

Welke voedingsmiddelen kun jij noemen?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn voedingsstoffen?
A
Bruikbare delen van voedingsmiddelen.
B
Alles wat je eet en drinkt.
C
Alles wat in de supermarkt ligt.

Slide 5 - Quizvraag

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 

Voedingsmiddel:
Alles wat je eet en drinkt. 

Voedingsstoffen:
Bruikbare delen van de voedingsmiddelen.


Slide 6 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen zijn er?
Er zijn 6 voedingsstoffen:
1. Eiwitten: vlees, kip, yoghurt
2. Koolhydraten: brood, pasta, aardappelen
3. Vetten: vis, noten, avocado
4. Water
5. Mineralen: melk, kaas, brood
6. Vitamines: groente en fruit.

Slide 7 - Tekstslide

Functies

De voedingsstoffen hebben 4 functies (bbbr)
- Brandstoffen
- Bouwstoffen 
- Beschermende stoffen 
- Reserve stoffen

Slide 8 - Tekstslide

Waar zorgen brandstoffen voor?
A
Groei, ontwikkeling en herstel van cellen.
B
Ze zorgen voor energie.
C
Ze beschermen tegen ziektes.

Slide 9 - Quizvraag

Waar zorgen bouwstoffen voor?
A
Groei, ontwikkeling en herstel van cellen.
B
Ze zorgen voor energie.
C
Ze beschermen je tegen ziektes.

Slide 10 - Quizvraag

Waar zorgen de beschermende stoffen voor?
A
Groei, ontwikkeling en herstel van cellen.
B
Ze zorgen voor energie.
C
Ze beschermen tegen ziektes.

Slide 11 - Quizvraag

Waar zorgen de reserve stoffen voor?
A
Het opslaan van voedingsstoffen, die later gebruikt kunnen worden.
B
Zodat je de rest van de dag niks meer hoeft te eten.
C
Ze zorgen dat je niet ziek wordt.
D
Ze zorgen voor spier groei.

Slide 12 - Quizvraag

De 4 functies van voedingsmiddelen 
1. Bouwstoffen: Alle voedingsstoffen 
 Deze zorgen voor groei, ontwikkeling en herstel van de cellen.

2. Brandstoffen: eiwitten, koolhydraten  en vetten
 Deze leveren energie op. De brandstoffen zorgen er dus voor dat je de hele dag energie hebt en dus kan doen wat je wilt doen.

3. Beschermende stoffen: mineralen en vitamines 
Deze stoffen beschermen je tegen ziektes.

4. Reserve stoffen: Koolhydraten en vetten
Deze stoffen slaan voedingsstoffen op om later te gebruiken. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Hoe maak je een recept?

Slide 15 - Woordweb

De poster
Eisen:
- De namen staan op de poster.
- Alle 6 de voedingsstoffen zijn in het gerecht verwerkt. 
- Van 3 van de 6 voedingsstoffen is er een functie gegeven. 

Presenteren:
- Welk gerecht hebben jullie gemaakt?
- Welke voedingsmiddelen zien we in het gerecht?
- Welke voedingsstoffen zitten er in het gerecht?
- Welke functie hebben de voedingsmiddelen?
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Presenteren
- Welk gerecht hebben jullie gemaakt?
- Welke voedingsmiddelen zien we in het gerecht?
- Welke voedingsstoffen zitten er in het gerecht?
- Welke functie hebben de voedingsmiddelen?

Slide 17 - Tekstslide

Wat hebben jullie deze les geleerd?

Slide 18 - Open vraag