Leesvaardigheid: les 4

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Instaptoets terug
  • Bekijk de feedback serieus
  • Verbeter je fouten / vul je antwoorden aan / maak de toets af
  • Klaar? Haal het nakijkblad en kijk je antwoorden na. 
  • Ga verder met opdr. 4 op p.83 (= huiswerk voor ma.)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

    - ...kun je en aantal functies van alinea's benoemen.
    - ...ken je een aantal tekststructuren voor teksten.
    - ...kun je de tekststructuur van een tekst benoemen.
   

Slide 3 - Tekstslide

Functies van tekstgedeelten

  • Alinea's of groepjes alinea's hebben bepaalde bedoelingen (= functie tekstgedeelte).
  • Hierbij kun je denken aan bewijs,  gevolgen,  oorzaak, opsomming en toelichting.


Tip: bekijk goed de kernzin en signaalwoorden, die kunnen je hierbij helpen.


Slide 4 - Tekstslide

Functies van teksgedeelten

  1. Bewijs: met feiten (onderzoek) wordt de juistheid van een theorie aangetoond
  2. Constatering: de schrijver stelt iets vast of merkt iets op
  3. Gevolgen: er worden gevolgen beschreven die door een maatregel/verschijnsel zijn veroorzaakt
  4. Oorzaak: er wordt beschreven waardoor iets is ontstaan
  5. Oplossing: na een probleem wordt een oplossing geschetst
  6. Opsomming: er worden een aantal meningen, voorbeelden, argumenten verklaringen of verschijnselen (horen bij elkaar).




Slide 5 - Tekstslide

Functies van tekstgedeelten

7.   Probleemstelling: de schrijver geeft aan welk probleem er in de tekst 

      besproken wordt
8.   Theorie: bij een algemene beschrijving wordt een feit/verschijnsel 

       verklaard of voorspeld
9.   Toelichting: iets wordt nader uitgelegd met voorbeelden of gevolgen
10.  Verklaring: de schrijver geeft aan hoe een bepaald verschijnsel is     

        ontstaan


Eigenlijk ga je het bouwplan van de schrijver ontrafelen!


Slide 6 - Tekstslide

Tekststructuren                                   1/3

- Probleem-en-oplossingstructuur: er worden diverse oplossingen bij een probleem genoemd, waarna men een afweging maakt en aanbeveling (welke oplossing is het beste) doet.



Slide 7 - Tekstslide

Tekststructuren                                   2/3

- Verschijnsel- en-verklaringstructuur: er worden verklaringen (opheldering) gezocht bij een bepaald verschijnsel, vaak eindigend met een aanbeveling.



Slide 8 - Tekstslide

Tekststructuren                                   3/3

- Verschijnsel- en-besprekingstructuur: verschillende kanten van een verschijnsel worden besproken, eindigend met een samenvatting



Slide 9 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maken:
  • Basis: opdr. 3 en 4 (p. 126 - 128)
  • Keuze: opdr. 5 of 6 (p. 129 - 132)


Af? Kijk je werk na. Antwoordbladen liggen op mijn bureau.

Af? Lezen / naar de mediatheek. 

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie

- Hoe ging het vandaag?

- Heb je nog vragen?

Slide 11 - Tekstslide