Dag 8 - thema 8

Woorden
Thema 11: Vrije tijd
DAG 8
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woorden
Thema 11: Vrije tijd
DAG 8

Slide 1 - Tekstslide

Woorden van vandaag
  1. het succes
  2. de taak
  3. de taart
  4. de tip
  5. uitslapen

Slide 2 - Tekstslide

het succes (znw)
  • goede afloop

  • zin: Max Verstappen heeft veel succes als formule 1-coureur.
  • zin: Veel succes!
44

Slide 3 - Tekstslide

de taart (znw)
  • gebak (vaak zoet)

  • zin: Ik heb gisteren zelf een taart gebakken.
  • zin: Mijn dochter is jarig. Op de taart staan vier kaarsjes.
46

Slide 4 - Tekstslide

de taak (znw)
  • wat je moet doen
  • de taak - de taken

  • zin: Als ik ziek ben, maakt de dokter mij beter. Dat is zijn taak.
  • zin: Het is mijn taak de leerlingen te leren lezen.
45

Slide 5 - Tekstslide

de tip (znw)
  • goed idee van iemand
  • kort en handig advies

  • zin: Mag ik je een tip geven?
  • zin: Bedankt voor de tip!
47

Slide 6 - Tekstslide

uitslapen (ww)
  • lang slapen

  • TT - ik slaap uit - jij slaapt uit -
    wij slapen uit
  • VT - ik sliep uit - wij sliepen uit
  • VTD - ik heb uitgeslapen

  • zin: Op zondag slaap ik altijd uit
48

Slide 7 - Tekstslide

Goed of fout?
A - Veel succes met je toets!
B - Hij succest zijn toets.
44
A
A - goed B - fout
B
A - fout B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - goed B - goed

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een taak?
45
timer
1:30
A
een opdracht
B
een oefening
C
iets wat je moet doen
D
iets wat je kunt eten

Slide 9 - Quizvraag

46
timer
1:00
Wanneer eet jij taart?

Slide 10 - Woordweb

Maak een goede zin met
het woord 'tip'.
47

Slide 11 - Open vraag

In mijn vrije tijd
kan ik ...
48
A
naar school.
B
uitslapen.
C
sporten.
D
leren.

Slide 12 - Quizvraag

Maak een goede zin met
het werkwoord 'uitslapen'.
48

Slide 13 - Open vraag