3.1 rekenvolgorde

Wiskunde!
Wiskunde
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wiskunde!
Wiskunde

Slide 1 - Tekstslide

Dit doen wij vandaag
1.Doorlopen Hoofdstuk 3
2. Uitleg hoofdstuk 3.1
3. aan de slag met hoofdstuk 3.1
4. afsluiten
Doel: aan het einde van de les weet ik wat de begrippen  som, verschil, product en quotiënt  beteken. En weet ik de rekenvolgorde (weer).

Slide 2 - Tekstslide

Getallen 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Getallen
1. rekenvolgorde
2. breuken
3. breuken en decimale getallen
4. decimale getallen en breuken
5. afronden
Dit wordt getoetst met een proefwerk.

Slide 4 - Tekstslide

Dit doen wij vandaag
1.Doorlopen Hoofdstuk 3
2. Uitleg hoofdstuk 3.1
3. aan de slag met hoofdstuk 3.1
4. afsluiten
Doel: aan het einde van de les weet ik wat de 
begrippen  som, verschil, product en quotiënt  
betekenen. En weet ik de rekenvolgorde (weer).

Slide 5 - Tekstslide

som, verschil, product, quotiënt
+ = som          vb  2+2 = 4
- = verschil    vb  4-2 = 2 
x = product   vb  2X4 = 8
: = quotiënt   vb  8:4 = 2

Slide 6 - Tekstslide

Volgorde van berekenen
Aanpak
Hoe is de volgorde waarin je berekeningen moet uitvoeren?
Reken uit wat tussen haakjes staat.
Ga vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
Ga optellen en aftrekken van links naar rechts.





Slide 7 - Tekstslide

Rekenvolgorde

1. Hoe
2. Moeten Wij
3. Van die
4. Onvoldoendes Afkomen


1. Haakjes ( op eenzame hoogte)  ()
2. Machten en wortels x²  √ 
3. Vermenigvuldigen en delen x :
4. Optellen en aftrekken. +  -

1. ( op eenzame hoogte)
vanaf '2' van links naar rechts. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldjes
  • Wat is de som van 8 en 5?
  • 8+5=13
  • Wat is het product van 8 en 5?
  • 8x5=40
  • Wat is het quotiënt van 40 en 4?
  • 40:4=10
  • Wat is het verschil van 8 en 5?
  • 8-5=3

Slide 9 - Tekstslide

Nog mee voorbeeldjes
Bereken:            

       100:(50-5X5)=
  • 100: (50-25)=
  • 100:25=4

Slide 10 - Tekstslide

Even                                     oefenen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is "som"?
A
+
B
-
C
:
D
x

Slide 12 - Quizvraag

Wat is "product"?
A
+
B
-
C
:
D
x

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste rekenvolgorde?
A
Haakjes, plus en min, keer en delen
B
Haakjes, keer en delen, plus en min
C
Keer en delen, haakjes, plus en min
D
Keer en delen, haakjes, plus en min

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen deze getallen: 16 en 9
A
25
B
144
C
7
D
6

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de quotiënt van deze getallen?
30 en 2
A
8
B
15
C
2
D
134

Slide 16 - Quizvraag

Bereken
6×5−12 : 2=

Slide 17 - Open vraag

Dit doen wij vandaag
1.Doorlopen Hoofdstuk 3
2. Uitleg hoofdstuk 3.1
3. aan de slag met hoofdstuk 3.1
4. afsluiten
Doel: aan het einde van de les weet ik wat de begrippen  som, verschil, product en quotiënt  beteken. En weet ik de rekenvolgorde (weer).

Slide 18 - Tekstslide

Maak de volgende opdrachten
Wat? Hoofdstuk 3.1 opdracht 2,3,4,5, 7 en 8. blz. 92-94
Hoe? 10 minuten in stilte, daarna overleggen op fluistertoon
Vragen? wacht tot ik langsloop. Kijk eerst naar de voorbeelden.
Klaar? laat zien en nakijken en maak de uitdagende
              opdracht. 
Ook dat klaar? boek lezen/ huiswerk ander vak of
                              bij mij puzzel halen. 
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het ezelsbruggetje voor de
rekenvolgorde
A
Moeten wij van onze onvoldoendes afkomen?
B
Wie haalt het eerst voldoendes van ons?
C
Hoe moeten wij van de onvoldoendes afkomen?
D
Hoe moeten wij voldoendes halen

Slide 20 - Quizvraag

los de volgende som op volgens de rekenvolgorde:
40 : (8 - 3 x 2)=
A
40 : (5 x 2) 40 : 10 = 4
B
5 - 3 x 2 = 2 x 2 = 4
C
40 : (8 - 6)= 40 : 2 = 20

Slide 21 - Quizvraag


Reken deze som uit:
6 + 94 - 3 x 7=
THEMA REKENVOLGORDE
A
679
B
600
C
79
D
97

Slide 22 - Quizvraag

De som betekent
A
delen
B
vermenigvuldigen
C
optellen
D
aftellen

Slide 23 - Quizvraag

Dit doen wij vandaag
1.Doorlopen Hoofdstuk 3
2. Uitleg hoofdstuk 3.1
3. aan de slag met hoofdstuk 3.1
4. afsluiten
Doel: aan het einde van de les weet ik wat de begrippen  som, verschil, product en quotiënt  beteken. En weet ik de rekenvolgorde (weer).

Slide 24 - Tekstslide

Einde les, denk aan je huiswerk

Slide 25 - Tekstslide