Les 16 - Carnaval

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten.

Dinsdag 13 februari 2024

Blok 1

Overzicht van de les

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe is het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Tijdens de les:

- luister je tijdens de instructie

- luister je als een ander de beurt heeft

- doe je actief mee

- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Wat gaan we doen?

- terugblik

- voorkennis activeren

- tekst lezen

- filmpje

- instructie

- aan de slag!

- afsluiten

Terugblik

- Wat was het ook alweer?

Voorkennis

- Lees de titel, de kopjes en kijk naar de plaatjes.

Waar denk jij dat de tekst over gaat?

Wat gaat de tekst ons vertellen?

We vullen opdr. 2 vast in  - bekend/benieuwd

Lesdoel

Ik kan:

* de tekst actief lezen met hulp van de sleutelvragen.

* een bekend-benieuwd-bewaard schema invullen

Ik weet:

* waar carnaval vandaan komt

* waar in Nederland carnaval gevierd wordt

* hoe er op andere plekken in de wereld carnaval gevierd wordt.

Lezen

We lezen de tekst met elkaar.
Ik geef beurten.

Heb jij de beurt, dan lees je duidelijk voor.

Heb je geen beurt, dan lees je stil mee.

Jeugdjournaal

We kijken naar het filmpje van het Jeugdjournaal.

school.nieuwsbegrip.nl

Instructie

Tijd voor carnaval!

Het is weer tijd voor carnaval. Dit jaar is het van 9 tot en met 13 februari. Het carnavalsfeest bestaat al heel lang en is een feest met veel tradities. Mensen verkleden zich, lopen de polonaise en er zijn optochten met prachtige praalwagens. Ook zijn er speciale liedjes voor carnaval. Carnavalshits of carnavalskrakers hebben grappige teksten en zijn makkelijk mee te zingen. 

- Sleutelvraag 1

In regel 1 staat: Het is weer tijd voor carnaval. Dit jaar is het van 9 tot en met 13 februari. Wat kun je hieruit afleiden over de datum van carnaval?

Instructie

Aan de slag

Maken

- sleutelvragen

- opdr. 2

- online woordenschat + andere tekstsoort

Samenwerken mag. Dit doe je zachtjes.

Je bent bezig met je taak.

Vraag? Steek je vinger op, dan kom ik je helpen.

Afsluiting

- Is het gelukt om alles af te maken?

- Kon je alle antwoorden vinden de opdrachten?

- Tips voor de volgende keer?

- Tops van deze les?