Hst. 6.1 - Stoffen en materialen

Welkom terug!
Hoe was jullie vakantie?

Hoe ziet dit schooljaar er uit?

Wat verwacht ik van jullie? Wat kun je van mij verwachten?

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!
Hoe was jullie vakantie?

Hoe ziet dit schooljaar er uit?

Wat verwacht ik van jullie? Wat kun je van mij verwachten?

Slide 1 - Tekstslide

Klas 4 Basis

Hoofdstuk 6.1: Stoffen en Materialen

Slide 2 - Tekstslide

Het allerkleinste deeltje heet
A
Molecuul
B
Atoom
C
Stof
D
Kelvin

Slide 3 - Quizvraag

Het absolute nulpunt =
A
- 273 K
B
273 °C
C
0 °C
D
0 K

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurd er met moleculen als het warmer wordt?
A
Ze bewegen langzamer
B
Ze bewegen sneller
C
Ze worden groter
D
Ze worden kleiner

Slide 5 - Quizvraag

Moleculen
Alle stoffen bestaan uit moleculen.
Moleculen van 1 stof zijn altijd hetzelfde!

Alle moleculen van 1 stof hebben dezelfde stofeigenschappen

Er zijn 1,67 triljard watermoleculen in een druppel water .
Dat zijn er 1.670.000.000.000.000.000.000

Slide 6 - Tekstslide

Hoe herken je een stof?
Stofeigenschappen:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Doorzichtigheid
  • Hardheid
  • Brandbaarheid
  • Giftigheid
  • Magnetisch
  • Dichtheid
  • Smeltpunt

Slide 7 - Tekstslide

Moleculen
Moleculen bewegen altijd
  • Hoe warmer, hoe harder ze bewegen (PHET).
  • Op het absolute nulpunt staan de moleculen stil.

Absolute nulpunt 
  • -273 °C 
  • 0 Kelvin

Slide 8 - Tekstslide

Temperatuur omrekenen

K --> °C 
   -273

°C --> K 
   +273

Slide 9 - Tekstslide

Moleculen en atomen
Moleculen bestaan uit 2 of meer atomen.
Atomen hebben geen stofeigenschappen.

Er bestaan meer dan 100 
verschillende soorten atomen.

Atomen hebben altijd een afkorting:
H, C, O, N, Cl, Al, Cu, Fe, Au

Slide 10 - Tekstslide

Welke fase heeft ijs?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet de faseovergang van vloeibaar naar gas?
A
Smelten
B
Stollen
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 12 - Quizvraag

Welke faseovergang vindt er plaats als bloed hard wordt?
A
Smelten
B
Stollen
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 13 - Quizvraag

Een leeg plastic flesje blijft drijven.
De dichtheid van het plastic is ....
A
groter dan 1,00 g/cm³
B
kleiner dan 1,00 g/cm³
C
precies 1,00 cm³
D
Dat moet je eerst meten

Slide 14 - Quizvraag

Fase van stoffen
Vast -> Moleculen trillen, maar blijven op hun plaats
  • IJs, Hout, Plastic, Glas, IJzer, Steen

Vloeibaar -> Moleculen trillen door elkaar heen 
  • Water, Alcohol, Azijn, Spiritus, Benzine, Bloed

Gas -> Moleculen trillen zo hard dat ze los van elkaar komen
  • Zuurstof, Stikstof, Koolstofdioxide, Waterdamp, Methaan

Slide 15 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 16 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 17 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof



Water = 1,0 g/cm³
IJzer = 7,9 g/cm³        => Zinkt
Hout = 0,7 g/cm³       => Drijft

Slide 18 - Tekstslide

Rekenen met dichtheid
Formule:
Dichtheid = Massa : Volume
p = m : V

Slide 19 - Tekstslide

Oefenvraag 1
Een steen heeft een volume van 4,5 cm³. 
De massa van deze steen is 16,2 gram. Bereken de dichtheid. 

  1. Gegeven
  2. Gevraagd
  3. Formule
  4. Berekening
  5. Antwoord

Slide 20 - Tekstslide

Oefenvraag 2
Je hebt een blokje metaal van 136,5 gram. In een maatglas zit 25 mL water. Je doet het blokje metaal er in. Het waterpeil staat dan bij 38 mL. 
-> Bereken de dichtheid van het blokje metaal.
  1. Gegeven
  2. Gevraagd
  3. Formule
  4. Berekening
  5. Antwoord

Slide 21 - Tekstslide

Welke stof is GEEN metaal?
A
Kwik
B
Uranium
C
Zink
D
Keramiek

Slide 22 - Quizvraag

Een mengsel van metalen noem je een .....
A
composiet
B
emulsie
C
gietijzer
D
legering

Slide 23 - Quizvraag

GFT
PMD
KCA
Drinkpakken
Batterijen
Verfblik
Bananenschil
Gemaaid gras
Cola blikje
Boterhamzakje

Slide 24 - Sleepvraag

Verschillende stoffen

Welke stoffen of materialen ken je?

Slide 25 - Tekstslide

Hout
Steen
Glas
Kunststof
Papier
Katoen
Leer

Leer
IJs
Piepschuim
Klei
Keramiek
Rubber
Metaal

Slide 26 - Tekstslide

IJzer
Aluminium
Koper
Goud
Lood
Zilver
Tin

Zink
Nikkel
Platina
Kwik
Uranium
Lithium
Magnesium

Slide 27 - Tekstslide

Eigenschappen van metalen
Goede geleiders voor warmte
Goede geleiders voor elektriciteit

Vaak een hoog smeltpunt -> Lood en zink lager

Aluminium en magnesium -> Licht
Lood en goud -> Zwaar
Nikkel en ijzer -> Magnetisch

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een legering?
Legering = een metaalmengsel

Legering heeft andere en vaak betere eigenschappen dan de metalen waar het van gemaakt is.

Bekendste legering 
  • RVS = Roest vrij staal
  • Brons 
  • Messing 

Slide 29 - Tekstslide

Welke legeringen zijn er?
Legering: Mengsel van metalen
BINAS

  • Brons                                 = Koper en tin
  • Staal                                   = IJzer en koolstof
  • Roestvrij staal (RVS)   = IJzer, chroom en nikkel
  • Messing                            = Koper en zink
  • Soldeertin                        = Tin en lood
  • Nordic Gold (Geld)        = Koper, aluminium, zink, tin

Slide 30 - Tekstslide

Kunststoffen
Door de mensen zelf gemaakt.

Eigenschappen:
  • Sterk
  • Goedkoop
  • In alle vormen te maken
  • Rot niet

Een kunststof versterkt met vezels: Composiet

Slide 31 - Tekstslide

Hoe hergebruik je stoffen?
Hergebruiken (producten opnieuw gebruiken):
  • Meubels (kringloopwinkel)
  • Auto’s (marktplaats)
  • Boodschappentassen / Drinkflesjes

Recyclen (stoffen opnieuw gebruiken):
Afval scheiden -> PMD, Karton, Glas, GFT, KCA


Slide 32 - Tekstslide

Waarom is recyclen nodig?
Geen nieuwe grondstoffen nodig

Geen onafbreekbaar afval in de natuur

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk

Hoofdstuk 6.1 - Stoffen
In je werkboek

Slide 34 - Tekstslide