H3 11.3 Hoe gaat de bevalling (2)

Goeiemorgen!
Je mag op je plek gaan zitten en je boeken pakken.
We beginnen om 10:50 met de les.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goeiemorgen!
Je mag op je plek gaan zitten en je boeken pakken.
We beginnen om 10:50 met de les.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg: 15 minuten
In tweetallen werken: 15 minuten
Opdrachten bespreken: 10 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe moeder en kind veranderen tijdens de zwangerschap;
  • Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmeoder zuurstof en voedingsstoffen krijgt;
  • Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind;
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de bevalling;
  • Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gaat de bevalling?
  • Voor de bevalling -> indaling
  • Bevalling -> ontsluiting, uitdrijving & nageboorte
  • Bijzonderheden tijdens de bevalling
  • Ontstaan van een tweeling

Slide 4 - Tekstslide

Hoe gaat de bevalling?
Voor de bevalling:
  • Zes weken voor de bevalling beginnen de weeën;
  • Weeën zijn het samentrekken van de spieren van de baarmoeder

Slide 5 - Tekstslide

Hoe gaat de bevalling?
  • De eerste weeën zijn indalingsweeën
  • Indaling = het kindje draait in de baarmoeder met het hoofdje naar beneden

Slide 6 - Tekstslide

Hoe gaat de bevalling?
De fasen van de bevalling:
  • Ontsluiting: door weeën met regelmatige tussenpozen gaat de baarmoedermond open en breken de vruchtvliezen;
  • Uitdrijving: als de baarmoedermond ver genoeg open is duwen persweeën de baby door de vagina naar buiten;
  • Nageboorte: weeën duwen de placenta met vruchtvliezen en resten van de navelstreng naar buiten.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe gaat de bevalling?
Na de bevalling:
  • Maakt de verpleegkundige het mondje van de baby schoon -> de baby gaat zelf ademen;
  • Knijpt de verpleegkundige met twee klemmetjes de navelstreng af en knipt deze tussen de klemmetjes door.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe gaat de bevalling?
Bijzonderheden bij bevallingen
  • Als een baby niet met het hoofdje naar beneden ligt is er sprake van een stuitligging of een dwarsligging;
  • Stuitligging -> eerst billen geboren, dan pas het hoofdje
  • Dwarsligging -> keizersnede

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe ontstaat een tweeling?
Soms groeien er twee baby's in de baarmoeder: een tweeling.
Een tweeling kan op twee manieren ontstaan:
  1. Eén bevruchting -> eeneiige tweeling
  2. Twee bevruchtingen -> twee-eiige tweeling

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ontstaat een tweeling?
Eéneiige tweeling:
Een bevruchte eicel splitst zich tijdens de eerste delingen in tweeën en er ontstaan twee bolletjes cellen die zich allebei innestelen. Altijd hetzelfde geslacht en lijken sprekend op elkaar.
Twee-eiige tweeling: 
Bij de eisprong komen twee eicellen vrij die allebei bevrucht worden en innestelen. Altijd twee placenta's en eigen vruchtvliezen.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe moeder en kind veranderen tijdens de zwangerschap;
  • Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmeoder zuurstof en voedingsstoffen krijgt;
  • Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind;
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt tijdens de bevalling;
  • Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat. 

Slide 13 - Tekstslide

Waar zit jouw bouwbeschrijving?
In de kernen van al jouw cellen zit DNA:
  • DNA bevat alle informatie om jouw lichaam te bouwen;
  • Chromosomen zijn een soort 'draden' die bestaan uit DNA;
  • Chromosomen komen voor in paren 
    -> elke cel heeft 23 chromosomenparen;
  • Alle chromosomen samen noem je het genoom.

Slide 14 - Tekstslide

In tweetallen werken
Maken H11.3 opdrachten 16 t/m 22 & H11.4 opdrachten 1 t/m 5 
Als je klaar bent: nakijken, biologiepagina
We bespreken opdracht 18 en 19 van H11.3
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 18
a. Stuitligging
b. Bij een stuitbevalling kan het hoofdje blijven steken
c. Keizersnede

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 19
De placenta wordt gevormd op de plaats waar de innesteling plaatsvindt. Als de innesteling vlak bij de baarmoedermond plaatsvindt zal de placenta de baarmoedermond afsluiten. De baby kan er dan bij de geboorte niet doorheen.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 11.3 
afmaken & nakijken;

Paragraaf 11.4
maken opdracht 1 t/m 5.

Slide 18 - Tekstslide