classificatiesystemen en verpleegkundige diagnose

Methodisch werken
Classificatiesystemen
Verpleegkundige diagnose

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Methodisch werken
Classificatiesystemen
Verpleegkundige diagnose

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Check in
  • Herhalen classificatiesysteem
  • Verpleegprobleem
  • Oefenen met de PES
  • Check out


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Methodisch en Systematisch gegevens verzamelen 

Verzamelen van gegevens doen we niet lukraak, integendeel, we doen dit op een methodische en systematische wijze

We maken hierbij gebruik van classificatiesystemen of ordeningssystemen

Slide 4 - Tekstslide

Wie zou kunnen uitleggen wat een classificatie- of ordeningssysteem is

Slide 5 - Open vraag

Verschillende ordeningssystemen
  • De 4 domeinen van verantwoorde zorg (zorgleefplan)
  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon
  • Het Omaha systeem
  • Het SFMPC (voorheen SAMPC)

Slide 6 - Tekstslide

4 domeinen van Verantwoorde zorg
(zorgleefplan)


  1. Woon- en leefsituatie
  2. Participatie (activiteiten en sociale contacten)
  3. Mentaal welbevinden en autonomie (eigen regie)
  4. Lichamelijk welbevinden en gezondheid


Slide 7 - Tekstslide

11 gezondheidspatronen van Gordon

  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon omvatten alle aandachtsgebieden van een mens
  • Al deze 11 gezondheidspatronen hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar




Slide 8 - Tekstslide

Welke gezondheidspatronen van Gordon kennen jullie?

Slide 9 - Open vraag

11 Gezondheidspatronen van Gordon
  1. Gezondheidsbeleving en instandhouding 
  2. Voeding en stofwisseling 
  3. Uitscheiding 
  4. Activiteiten 
  5. Slaap/rust 
  6. Waarneming en cognitie 
  7. Zelfbeleving 
  8. Rollen en relaties 
  9. Seksualiteit, voortplanting 
  10. Stress verwerking 
  11. Waarden en overtuiging 

Slide 10 - Tekstslide

QUIZ
Onder welk patroon plaats je de gegevens?

Slide 11 - Tekstslide

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 12 - Quizvraag

Mevrouw weegt 66kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Zelfbeleving
D
Voeding en stofwisseling

Slide 13 - Quizvraag

Mevrouw heeft steeds pijn aan haar rug
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en Waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 14 - Quizvraag

Mevrouw heeft een dochter die haar helpt om eten te geven. (meerdere antwoorden zijn juist)
A
rollen en relatie
B
activiteiten
C
voeding en stofwisseling
D
slaap en rustpatroon

Slide 15 - Quizvraag

Mevrouw is zeer snel kortademig bij het lopen en transpireert fel (twee antwoorden zijn juist)
A
activiteiten
B
voeding en stofwisseling
C
gezondheidsbeleving en instandhouding
D
stressverwerking

Slide 16 - Quizvraag

Verpleegkundige diagnose stellen 

Slide 17 - Tekstslide

Stappenplan methodisch werken
1. Verzamelen van gegevens
2. Vastellen van de behoefte en het probleem
3. Vaststellen doelen 
4. Vaststellen van en plannen zorgactiviteit
5. Bepalen en plannen van de verpleegkundige interventies
6. Het evalueren van de verpleegkundige zorg


Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je over het
stellen van een
verpleegkundige diagnose

Slide 19 - Woordweb

- Verpleegkundig proces (fases)
- Verpleegprobleem  (actueel of potentieel)
- Verpleegkundige diagnose 
-Gordon



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe maak je een verpleegplan?
Het verpleegprobleem (3 aspecten)

 1.
P = Problem (verpleegkundige diagnose/probleem)
E = Ethiologie (oorzaak van het probleem)
S= Symptoms (Symptomen van het probleem: wat zie je? Wat hoor je?
                        Waaruit blijkt dat het probleem bestaat?



Slide 24 - Tekstslide

Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te
lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek.  De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Formuleer de PES voor meneer de Jong.

Slide 25 - Tekstslide

Maken PES:
Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te
lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Classificaties
Je krijgt tijdens je werk als verzorgende te maken met veel verschillende soorten informatie, zoals:

  • de algemene gegevens van de zorgvrager;
  • informatie over de diagnose van de zorgvrager;
  • informatie over de behandeling van de zorgvrager.
Het is belangrijk dat je alle informatie duidelijk ordent, zodat je een goed overzicht hebt. Om informatie goed te kunnen ordenen, gebruik je classificaties. Een ander woord voor classificatie is indeling. Een classificatie is een hulpmiddel waarmee jij als verzorgende je taken kan uitvoeren en ordenen.

Slide 28 - Tekstslide

Veel gebruikte classificaties
In de gezondheidszorg maken we gebruik van verschillende classificatiesystemen. Veelgebruikte classificatiesystemen in de Nederlandse zorg zijn:

NANDA;
NIC;
NOC
ICF;
Omaha-systeem;
RAIview;
ICNP;
AAIDD;
Schalock/ISS.

Slide 29 - Tekstslide

Majory Gordon ​
Verpleegkundige theoretici en professor
Ordeningsprincipe: de 11 gezondheidspatronen van Gordon ​

De gezondheidspatronen zijn volgens Gordon functioneel omdat ze de gedragingen weergeven van mensen in hun behoefte in het welbevinden. Deze gedragingen zijn er op gericht om individuele en sociale behoeften te vervullen en om het individu zo gezond mogelijk te houden​
Wordt gebruik als standaard anamnese structuur door veel instelling​


Hebben jullie weleens van de gezondheidspatronen gehoord en welke kennen jullie?







Slide 30 - Tekstslide

Mevrouw Lucas gebruik een rollator om zich te verplaatsen​​

Onder welk patroon val dit?
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 31 - Quizvraag

Mevrouw Lucas weegt ongeveer 66KG en is 1 meter en 74 cm lang.​

Onder welk patroon val dit?
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 32 - Quizvraag

Mevrouw Lucas geeft regelmatig aan dat zij pijn heeft in haar onderrug. ​

Onder welk patroon val dit?
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 33 - Quizvraag

De 4 levensdomeinen 
Voor het in kaart brengen van de diagnose en de situatie van de zorgvrager kunnen we gebruik maken van de 4 levensdomeinen. 
Kwaliteit van leven kan worden opgedeeld in 4 levensdomeinen, die de basis vormen van het zorgleefplan.​

  1. Lichamelijk welbevinden​
  2. Mentaal welbevinden​
  3. Woon- en leefomstandigheden ​
  4. Participatie 



Slide 34 - Tekstslide

Mevrouw Pieters is 84 jaar oud, weegt 57kg en is 1.68m lang. ​​

In welk levensdomein hoort dit?
A
Lichamelijk welbevinden
B
Mentaal welbevinden
C
Woon- en leefomstandigheden
D
Participatie

Slide 35 - Quizvraag

Verschillen in classificaties
Sommige van deze classificatiesystemen kan je gebruiken voor een deel van het zorgproces, zoals de NOC en de NIC. Je kan met classificatiesystemen die over een deel van het zorgproces gaan dus niet alles ordenen. 

Andere classificatiesystemen gaan juist wel over het hele zorgproces, zoals het Omaha-systeem. Het Omaha-systeem kan je wel gebruiken om alle informatie over de zorg van een zorgvrager in één keer te ordenen. 

De verschillende classificatiesystemen werken niet allemaal hetzelfde. Doordat de classificatiesystemen niet hetzelfde werken, kunnen ze elkaar dus niet zomaar vervangen. 

Slide 36 - Tekstslide

3

Slide 37 - Video

01:21
Beschrijft kort wat het Omaha System is

Slide 38 - Open vraag

01:59
Alle zorg instellingen gebruiken dezelfde classificaties/systemen
A
waar
B
niet-waar

Slide 39 - Quizvraag

06:09
Wat is subjectief?

Slide 40 - Open vraag

Wat is het OMAHA-systeem 

Het Omaha System is een classificatie die zorgprofessionals helpt bij het identificeren en vastleggen van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten van en voor cliënten.​


Iedere zorgverlener spreekt dezelfde taal. 

Slide 41 - Tekstslide

NANDA systeem
NANDA is het meestgebruikte classificatiesysteem in Nederland.

Slide 42 - Tekstslide

Het NANDA-classificatiesysteem gebruiken we voor het proces van klinisch redeneren
Sinds 2003 worden in de praktijk de NANDA-, NIC- en NOC-systemen vaak samen gebruikt door verpleegkundigen. Als je de NANDA, NIC en NOC samen gebruikt, noemen we dit systeem de NNN-classificatie. Met het NNN-classificatiesysteem kan je een groter deel van het zorgproces classificeren, dan als je maar een van de drie systemen zou gebruiken.

Slide 43 - Tekstslide

De NANDA beschrijft de verpleegkundige diagnoses. Om de diagnoses te kunnen beschrijven heeft de NANDA een PES-opbouw.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Opdracht les vanmiddag 
 Kijk naar de 11 gezondheidspatronen van Gordon en breng de huidige gezondheidstoestand van je medestudent in kaart. Achterhaal in welk aandachtsgebied je medestudent problemen ondervindt of eventueel hulp nodig heeft. ​


Maak hier een verhalend verslag van. 
Ik schrijf de 2 tallen op en je bent beide verantwoordelijk voor beide verslagen!

Slide 46 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan de student:​

  • De 6 stappen van het zorgproces benoemen​
  • Benoemen wie Gordon is en herken je de patronen waarin zij alle levensbehoeftes heeft verdeeld​
  • Benoemen wat de 4 levensdomeinen zijn en wat deze inhouden​
  • In grote lijnen vertellen wat OMAHA is. 



Slide 47 - Tekstslide