Dictee B5W2L3
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.
Noem de zelfstandige naamwoorden.
Noem de zelfstandige naamwoorden.
Slide 2 - Open vraag
De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.
Noem het voegwoord.
Noem het voegwoord.
Slide 3 - Open vraag
De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.
Noem het persoonlijk voornaamwoord.
Noem het persoonlijk voornaamwoord.
Slide 4 - Open vraag
De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.
Noem het telwoord.
Noem het telwoord.
Slide 5 - Open vraag
De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.
Noem het hulpwerkwoord.
Noem het hulpwerkwoord.
Slide 6 - Open vraag
De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.
Noem het voltooid deelwoord.
Noem het voltooid deelwoord.
Slide 7 - Open vraag
Zijn strenge trainer vroeg vandaag veel van hem.
Noem het bezittelijk voornaamwoord.
Noem het bezittelijk voornaamwoord.
Slide 8 - Open vraag
De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.
Noem het voorzetsel.
Noem het voorzetsel.
Slide 9 - Open vraag
Tijdens het wereldkampioenschap in België heeft hij de derde plaats behaald.
Noem het rangtelwoord.
Noem het rangtelwoord.
Slide 10 - Open vraag
Hij kreeg de bronzen medaille.
Noem het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
Noem het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Zij hebben me de constructie van Romeinse aquaducten uitgelegd.
Noem de persoonsvorm.
Noem de persoonsvorm.
Slide 13 - Open vraag
Zij hebben me de constructie van Romeinse aquaducten uitgelegd.
Noem het werkwoordelijk gezegde.
Noem het werkwoordelijk gezegde.
Slide 14 - Open vraag
Zij hebben me de constructie van Romeinse aquaducten uitgelegd.
Noem het onderwerp.
Noem het onderwerp.
Slide 15 - Open vraag
Zij hebben me de constructie van Romeinse aquaducten uitgelegd.
Noem het lijdend voorwerp.
Noem het lijdend voorwerp.
Slide 16 - Open vraag
Zij hebben me de constructie van Romeinse aquaducten uitgelegd.
Noem het meewerkend voorwerp.
Noem het meewerkend voorwerp.
Slide 17 - Open vraag
In Peru hebben archeologen overblijfselen van drie irrigatiekanalen gevonden.
Noem de persoonsvorm.
Noem de persoonsvorm.
Slide 18 - Open vraag
In Peru hebben archeologen overblijfselen van drie irrigatiekanalen gevonden.
Noem het werkwoordelijk gezegde.
Noem het werkwoordelijk gezegde.
Slide 19 - Open vraag
In Peru hebben archeologen overblijfselen van drie irrigatiekanalen gevonden.
Noem het onderwerp.
Noem het onderwerp.
Slide 20 - Open vraag
In Peru hebben archeologen overblijfselen van drie irrigatiekanalen gevonden.
Noem het lijdend voorwerp.
Noem het lijdend voorwerp.
Slide 21 - Open vraag
In Peru hebben archeologen overblijfselen van drie irrigatiekanalen gevonden.
Noem de bepaling van plaats.
Noem de bepaling van plaats.
