Wet BIG-VTH

Wet BIG 
= kwaliteitswet 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wet BIG 
= kwaliteitswet 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Aan het einde van de les kun je benoemen:
- Wat de wet BIG inhoudt
- Wat een voorbehouden handeling is
-Aan welke voorwaarde je moet voldoen om een voorbehouden handeling uit te mogen voeren
- Het verschil tussen een voorbehouden en risicovolle handeling
- Hoe de aansprakelijkheid geregeld is in Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Waar denken jullie aan
bij de WET BIG?

Slide 3 - Woordweb

Waar staat de wet BIG voor?
A
Beroep in de gezondheidszorg
B
Betrokkenen in de Individuele Gezondheidszorg
C
Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg
D
Betrokkenen inspirerende Gezondheidszorg

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Alle zorgverleners vallen
onder de wet BIG
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wie valt er onder de wet BIG...
  • De Wet BIG verdeelt beroepen die onder deze wet vallen in 3 groepen volgens hun wettelijke artikelnummer: artikel 3-, 34- en artikel 36a-beroepen. 
Wettelijk erkende specialismen vallen onder artikel 14. 
Alleen artikel 3-beroepen moeten geregistreerd staan in het BIG-register en vallen onder het tuchtrecht.

Slide 8 - Tekstslide

Artikel 3-beroepen: 
hebben een wettelijk beschermde beroepstitel; 
moeten zich registreren in het BIG-register; 
vallen onder het tuchtrecht. 

Apotheker 
Arts 
Fysiotherapeut 
Gezondheidszorgpsycholoog 
Orthopedagoog-generalist 
Physician assistant 
Psychotherapeut 
Tandarts 
Verloskundige 
Verpleegkundig

Slide 9 - Tekstslide

Artikel 34-beroepen hebben een wettelijk beschermde opleidingstitel;        kunnen zich niet registreren in het BIG-register;  vallen niet onder het tuchtrecht. 
Apothekersassistent 
Diëtist 
Ergotherapeut 
Huidtherapeut 
Logopedist 
Mondhygiënist / Tandprotheticus 
Oefentherapeut /Optometrist 
Orthoptist /Podotherapeut 
Radiodiagnostisch laborant / Radiotherapeutisch laborant 
Verzorgende in de individuele gezondheidszorg (VIG’er)

Slide 10 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij voorbehouden handelingen?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een zelfstandig bevoegde arts mag een opdracht alleen geven onder de volgende vier voorwaarden

1. De zelfstandig bevoegde staat in een bepaalde werkverhouding tot de verpleegkundige. Niet iedere arts mag zomaar een opdracht geven.
2. De zelfstandig bevoegde mag redelijkerwijs aannemen dat de verpleegkundige bekwaam is om de handeling te verrichten.
3. De zelfstandig bevoegde geeft aanwijzingen als dat redelijkerwijs nodig is.
4. Toezicht door de zelfstandig bevoegde en de mogelijkheid van tussenkomst door een zelfstandig bevoegde zijn verzekerd als dat redelijkerwijs nodig is.



Slide 14 - Tekstslide

Wat is functionele bevoegdheid

Slide 15 - Open vraag

Voorbehouden handelingen
Er zijn 14 categorieën voorbehouden handelingen die zijn beschreven voor de diverse beroepen

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voorbehouden-handelingen/vraag-en-antwoord/voorbehouden-medische-handelingen 

Slide 16 - Tekstslide

Welke 2 voorwaarden zijn er voor het uitvoeren van een voorbehouden handeling met functionele bevoegdheid
A
De aanwijzingen van de opdrachtgever moeten worden gevolgd.
B
De richtlijn of het protocol moet worden gevolgd.
C
Je moet eerst toestemming hebben van het afdelingshoofd
D
Je moet de handeling altijd samen met een collega uitvoeren

Slide 17 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Alle voorbehouden handelingen zijn risicovol.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer ben je bevoegd om een handeling uit te voeren?
A
Als je scholing voor de handeling hebt gevolgd.
B
Als je de handeling meerdere keren zelfst. hebt uitgevoerd.
C
Je mag iemand anders een taak geven de handeling uit te voeren
D
Geen idee

Slide 20 - Quizvraag

Bevoegd
Bevoegd ben je door opleiding en organisatie. Je hebt straks een MBO verpleegkunde gedaan. 

Daardoor ben je bevoegd om bijvoorbeeld te injecteren.  Bevoegd is dus een combinatie van opleiding en organisatieregels.

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer ben je bekwaam?

Slide 22 - Open vraag

Bekwaam
Bekwaam gaat over de zorgprofessional als individu, de ik. 
- Ben ik vaardig? Weet ik voldoende? Kan ik dit?
- Bekwaam bestaat uit een kenniscomponent en een vaardigheidscomponent. 

Bij injecteren bijvoorbeeld moet je op de hoogte zijn van de actuele kennis over injecteren en alles wat daarmee samenhangt en moet je de handeling zelf goed kunnen uitvoeren. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Een paar voorbeelden

Slide 25 - Tekstslide

een wondspoelen via een katheter is een
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 26 - Quizvraag

Verwijderen van een wonddrain is
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 27 - Quizvraag

Verwijderen van hechtingen is
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 28 - Quizvraag

Inbrengen van een sonde
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 29 - Quizvraag

Toedienen van sondevoeding
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Voorbehouden handelingen:
* Dit zijn risicovolle handelingen die zijn vastgelegd in de Wet BIG.
* Alleen beroepsmatig verrichten op basis van bevoegdheid.
* Alle voorbehouden handelingen zijn risicovol.
Risicovolle handeling:
*Niet beschreven in Wet BIG.
* Organisaties leggen zelf vast welke handelingen risicovol zijn.
*Zorgverleners moeten aan dezelfde eisen voldoen als bij de voorbehouden handelingen.




Slide 36 - Tekstslide

Richtlijnen voor jou als zorgverlener:

- Verricht geen voorbehouden handelingen zonder opdracht van de arts.
- Alleen voorbehouden handelingen uitvoeren indien bekwaam.
- Voer alleen de voorbehouden handeling uit indien opdracht duidelijk is.
- Voer een onduidelijke opdracht niet uit!
- Voer een opdracht niet uit als je denkt dat de opdracht onjuist is.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 40 - Tekstslide

Welke beroepsgroep hoeft zich niet te registreren in het BIG-register?
A
Fysiotherapeuten
B
Verpleegkundigen
C
Verzorgenden

Slide 41 - Quizvraag

Je bent als verzorgende bevoegd om een voorbehouden handeling te verrichten als:
A
Je hiervoor een opdracht hebt gekregen
B
Je jezelf bekwaam acht om de opdracht uit te voeren
C
Allebei

Slide 42 - Quizvraag

Welke handeling valt niet onder de voorbehouden handelingen?
A
Injecteren
B
Bloeddruk meten
C
Katheteriseren

Slide 43 - Quizvraag

De bekwaamheid van opdrachtnemers wordt min of meer gewaarborgd door:
A
Protocollen
B
Werkafspraken
C
(Bij)scholing
D
Alle drie

Slide 44 - Quizvraag

Wie is verantwoordelijk bij het verrichten van een voorbehouden handeling?
A
De opdrachtgever
B
De opdrachtnemer
C
Beiden

Slide 45 - Quizvraag

Volgens de wet BIG zijn de volgende functies “zelfstandig bevoegd”
A
Verpleegkundigen, artsen en verloskundigen
B
Verzorgenden, artsen en verpleegkundigen
C
Artsen, tandartsen en verloskundigen
D
Zelfstandige bevoegdheid staat niet in de wet BIG

Slide 46 - Quizvraag

De Wet BIG beschermt:
A
Zorgverleners d.m.v. tuchtrecht
B
Patiënten d.m.v. geheimhoudingsplicht
C
De werkrelatie tussen zorgverleners en zorginstellingen
D
Patiënten tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen

Slide 47 - Quizvraag