Thema 4 Mens & Maatschappij leerjaar 3

Thema 3 Mens & Maatschappij leerjaar 3
Zuid-Amerika en Antartica
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Mens & Maatschappij leerjaar 3
Zuid-Amerika en Antartica

Slide 1 - Tekstslide

Welke van de volgende uitspraken beschrijft het best een woestijn?
A
Een gebied dat altijd bedekt is met sneeuw.
B
Een gebied met veel regen en dichte bossen.
C
Een plaats waar het altijd regent en de grond altijd nat is.
D
Een droog en dor landschap met weinig tot geen plantengroei.

Slide 2 - Quizvraag

Wat maakt een oase in de woestijn zo speciaal?
A
Hier leven heel veel dieren
B
Het is de enige plek waar water te vinden is
C
Dit is de enige plek waar een supermarkt is in de woestijn
D
Hier komen de mensen samen om te eten

Slide 3 - Quizvraag

De Savanne zijn grote grasvlaktes met hier en daar groepjes bomen. Hier leven veel dieren.
Is dit waar of niet waar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Rondom de evenaar is het heel koud
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we het gebied tussen de keerkringen
A
Noorpool
B
Tropen
C
Noordzeeklimaat
D
Alpen

Slide 6 - Quizvraag

De levensstandaard is in Afrika laag, wat betekend dit?
A
Mensen hebben beperkte toegang tot basisbehoeften zoals voedsel, water en gezondheidszorg.
B
Mensen hebben moeite om luxegoederen zoals smartphones en tv's te kopen.
C
Mensen ervaren uitdagingen bij het vinden van werk en het verdienen van een stabiel inkomen.
D
Mensen hebben beperkte mogelijkheden voor vrijetijdsactiviteiten.

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent een stam?
A
Een groep mensen die samenwonen in een grote stad.
B
Een gemeenschap van mensen die vaak een gemeenschappelijke afkomst, taal en cultuur delen.

Slide 8 - Quizvraag

Nomade hebben meestal heel weinig spullen, waarom is dit?
A
Ze zijn hier te arm voor
B
Zij trekken met hun vee van plek naar plek dus veel spullen hebben is niet handig
C
Ze proberen zo minimalistisch mogelijk te leven
D
Ze doen mee aan een wedstrijd om te leven met zo min mogelijk spullen

Slide 9 - Quizvraag

Suriname was een kolonie van Nederland. Wat betekent een kolonie?
A
Dat de landen met elkaar samenwerken
B
Dat zij worden geregeerd door een regering
C
Dat het land door een ander land is overgenomen
D
Dat zij dezelfde regels hebben

Slide 10 - Quizvraag

Wat zou dekolonisatie betekenen?
A
Het bouwen van nieuwe steden in een kolonie
B
Het verzamelen van grondstoffen uit andere landen
C
Het veroveren van nieuwe gebieden om de kolonie uit te breiden
D
Het proces waarbij landen onafhankelijk worden van hun koloniale overheersers.

Slide 11 - Quizvraag

De verenigde naties helpt ontwikkelingslanden, wat betekent dit?
A
Landen die al hun geld hebben uitgegeven aan oorlog voeren
B
Arme landen
C
Een land dat goed ontwikkeld is
D
Een land dat hulp nodig heeft voor zijn inwoners

Slide 12 - Quizvraag

Een ander woord voor omkoping noem je corruptie.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waar komt de naam bloeddiamanten vandaan?
A
Dit komt doordat zij diamanten verkopen om van dat geld wapens te kopen om oorlog te voeren
B
Dit hebben ze uit gesteente moeten halen en hierdoor waren de handen van de werkers vol met bloed
C
Deze zijn rood van kleur

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moet je als je producten exporteert naar het buitenland invoerkosten betalen?
A
Om de kosten van het oversteken van grenzen te dekken.
B
Om de mensen die binnen het land producten produceren te beschermen
C
Omdat het ontvangende land belasting heft op geïmporteerde goederen.
D
Omdat het ontvangende land geld wil verdienen aan de invoer van producten.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe draagt het gebruik van zonne-energie bij aan duurzaamheid?
A
Het zorgt voor een toename van het aantal zonnige dagen in een regio.
B
et vermindert de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en draagt zo bij aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen.
C
Het veroorzaakt een vermindering van de zeespiegelstijging.
D
Het bevordert de groei van koraalriffen in oceanen.

Slide 16 - Quizvraag

Met een microkrediet zou iemand in een arm land een klein bedrijfje kunnen beginnen om wat meer geld te verdienen. Wat betekent een microkrediet?
A
Een hypotheek
B
Een kleine (micro) lening (krediet)
C
Mensen die hun helpen
D
Een pand waarin zij een bedrijfje kunnen beginnen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk van ecotoerisme?
A
Het draait voornamelijk om het organiseren van extreme sporten in natuurlijke omgevingen.
B
Het moedigt reizigers aan om zoveel mogelijk plastic afval achter te laten in de natuur.
C
Toerisme dat zich richt op het minimaliseren van de impact op het milieu en het ondersteunen van lokale gemeenschappen.
D
Toerisme gericht op het verkennen van woestijnen.

Slide 18 - Quizvraag

Oase

Woestijn

Regenwoud
Savanne

Slide 19 - Sleepvraag

Waar leven zij? 
Woestijn
Regenwoud
Savanne

Slide 20 - Sleepvraag

Wanneer begon de dekolonisatie in Afrika?
A
Voor de tweede wereldoorlog
B
Na de tweede wereldoorlog
C
De dekolonisatie is nog niet begonnen

Slide 21 - Quizvraag

Woestijn
Savanne
Tropisch regenwoud

Slide 22 - Sleepvraag

Wat is een oorzaak van armoede in Afrika?
A
Er is veel kleinschalige landbouw in Afrika
B
De Afrikaanse boeren krijgen te weinig ontwikkelingshulp
C
Het opzetten van ecotoerisme kost veel te veel geld.

Slide 23 - Quizvraag