2B 5.1

Afronding voortplanting
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe het innerlijk en het uiterlijk wordt bepaald. 
1. Introductie hoofdstuk 5
Biologie
1 juni
filmpje
Vragen via lessonup
Bs. 1 maken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Afronding voortplanting
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe het innerlijk en het uiterlijk wordt bepaald. 
1. Introductie hoofdstuk 5
Biologie
1 juni
filmpje
Vragen via lessonup
Bs. 1 maken

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag met de lesstof
Open blz 8

1. Moeilijke woorden
2. Vragen via lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Moeilijke woorden
Fenotype: Uiterlijke kenmerken
Genotype: Erfelijke informatie in de cellen
Erfelijke informatie: De genen die je krijgt van je ouders
Chromosomen: langgerekte dunne draden in de celkern. Bestaat uit DNA.
DNA: Bevat genen die jouw eigenschappen bepalen.
Lichaamscellen: Cel van jouw lichaam (huidcel, levercel, etc)

Slide 3 - Tekstslide

Moeilijke woorden
Geslachtschromosomen: Bepalen of het organisme mannelijke of vrouwelijke geslachtsorganen heeft. 
Karyogram: een plaatje van de chromosomen van een persoon.

Slide 4 - Tekstslide

Bruin geverfd haar
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 5 - Quizvraag

Gen voor blond haar van jouw moeder, gen van zwart haar van jouw vader
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 6 - Quizvraag

Wat verander je?
Piercing
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 7 - Quizvraag

Wat verander je?
Tattoo
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een mens?
( We gaan uit van gezonde organismen)

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn geslachtschromosomen?

Slide 10 - Open vraag

Lastige vragen
Regels: 
1. Ik zet de vraag op het bord.
2. Jij leest de vraag en bedenkt voor jezelf een antwoord (je mag het opschrijven)
3. Na 10 seconden kies ik iemand uit die het antwoord mag geven

Slide 11 - Tekstslide

Lastige vragen
Je gaat op vakantie naar Spanje. Je zit daar veel in de zon en jouw huid verkleurt. Iemand uit Engeland gaat ook naar jouw vakantie bestemming, maar die verbrand helemaal. 

Wat is het verschil in genotype bij jullie?
Wat is het verschil in fenotype bij jullie?

Slide 12 - Tekstslide

Lastige vragen
Voor jouw haarkleur heb je 2 genen gekregen. 1 van jouw vader en 1 van jouw moeder. 

Hoeveel genen heb je dan voor jouw oogkleur?

Slide 13 - Tekstslide

Lastige vragen
Voor jouw oogkleur heb je dus 2 genen. 

Hoe kan het zijn dat sommige kinderen een andere oogkleur hebben dan de ouders?

Slide 14 - Tekstslide