Wegen

• Wiskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Wegen

Lesdoel: aan het eind van de les weten de leerlingen wat een kilo is en welke verschillende weegschalen er zijn.

Weegschaal

Weegschaal

Je kunt zien hoe zwaar iets  is.

Personen weegschaal

Je kunt jezelf hierop wegen, je kunt dan zien hoe zwaar je bent.

Groente & fruit weegschaal

Hiermee weeg je je groente en fruit in de supermarkt

Kofferweegschaal

Je kunt er je koffer mee wegen

Brievenweegschaal

Je kunt brieven wegen zodat je weet hoeveel postzegels er op de envelop moeten.

Keukenweegschaal

Je kunt de ingrediënten van een kookrecept hierin wegen.

De maat

2 kilo= 2000 gram

1,5 kilo= 1500 gram

1 kilo= 1000 gram

1/2 kilo=500 gram

Kilogram kort je af met=kg

Hoeveel gram is 1 kilo?

1. 10 gram
2. 1 gram
3. 1000 gram
4. 1 kilo

Hoeveel kilo is 1500 gram?

1. 1 kilo
2. 1,5 kilo
3. 1500 kilo
4. 2 kilo

Opdracht:  maak het werkblad.