Di 5 juni : Getallen in taal..

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

2 of twee
cijfers of getallen voluit schrijven? 


2  > getal 
twee > cijfer voluit

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Spellen van cijfers en getallen
Hoofdregel: in teksten schrijf je geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.

Voorbeeld
Ik fiets twintig minuten naar school.
Jullie zitten in de eerste klas.

Slide 4 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Uitschrijven met letters:
  • Getallen tot twintig: twaalf, derde
  • Tientallen tot honderd: dertig
  • Honderd- en duizendtallen: tweehonderd, zesduizend


Slide 5 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Getallen tot en met twintig, tientallen, ronde getallen: letters.

Jaartal, temperatuur, gewicht, maat, bedrag, snelheid: cijfers.

Slide 6 - Tekstslide

Cijfers en getallen

Slide 7 - Tekstslide

Cijfers
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
  • getallen boven de twintig
  • maten
  • gewichten
  • telefoonnummers
  • bedragen
  • data
  • exacte tijdstippen
  • percentages


Slide 8 - Tekstslide

Voluit
In cijfers
Dertig/30
tweehonderdnegenennegentig/ 299
vierduizend/4000
Tachtig/80
Vijfentwintig/ 25
Getallen t/m twintig/20
Getallen die een exacte waarde aangeven.

Slide 9 - Sleepvraag

Wordt er gelet op hoe je getallen schrijft (in letters of in cijfers)?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Welke getallen moeten in letters?

De opa van 98 ging in 1951 met zijn 3 zoons 10 keer achter elkaar in de 8-baan.
A
98, 1951, 3, 10, 8
B
1951, 3, 10, 8
C
98, 3, 10, 8
D
3, 10, 8

Slide 11 - Quizvraag

Hele getallen tot en met twintig schrijf je met letters
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Welke bewering is waar?
A
De getallen 1 tot en met 20 schrijf je met cijfers. Daarna getallen
B
Alle getallen mag je met cijfers schrijven
C
Alle getallen met je met letters schrijven
D
De getallen 1 tot en met 20 schrijf je met letters, daarna getallen.

Slide 13 - Quizvraag

Je gebruikt letters voor hele getallen van één tot en met vijftig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer schrijf je getallen in letters?
A
gewichten
B
jaartallen
C
getallen tot twintig

Slide 15 - Quizvraag


Kies het juiste woord.

Voor grote ronde getallen met veel nullen gebruik je cijfers/letters.
A
cijfers
B
letters

Slide 16 - Quizvraag

Het lesdoel: Aan het einde van de les weet ik wanneer je getallen in cijfers of letters schrijft.
Is het lesdoel behaald? Even testen...

Wanneer schrijf je cijfers in getallen?
A
gewichten, getallen vanaf 20 die niet rond zijn, jaartallen en data
B
getallen tot twintig, gewichten, getallen vanaf 20 die niet rond zijn
C
getallen tot twintig, gewichten, jaartallen en data
D
tientallen tot honderd, getallen vanaf 20, jaartalleen en data

Slide 17 - Quizvraag

Voor do leren de gram blok 5
Maken opdr. 21 en 22 Leren: Getallen blz. 231
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je de getallen voluit. Er zijn een paar uitzonderingen :
Bij maten en gewichten zijn cijfers soms overzichtelijker
Grote ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers.

Slide 18 - Tekstslide