1) Oranjepartij: stadhouder en zijn aanhang (stadhouder = veel macht, was 'leider' per 'provincie' en opperbevelhebber leger)
2) Regenten: tegen stadhouder (politieke bestuurders, hadden politiek veel invloed, uit rijke families)
3) patriotten: tegen stadhouder en tegen regenten (meer macht aan 'gewone burgerij', waren tegen erfrecht -> pas later in 18e eeuw)