📚 Les Kloklezen – Basis

• GASV
• Buitengewoon secundair onderwijs

📚 Les Kloklezen – Basis

1. Digitaal en Analoog

1. Digitaal en Analoog

Analoog = Een klok met wijzers (rond, wijzers draaien).

Digitaal = Een klok met cijfers (bijvoorbeeld 14:30).

Op een digitale klok:

Overdag (tussen 00:00 en 11:59) zie je de ochtendtijden.

's Middags begint het bij 12:00.

Daarna gaat de klok gewoon verder tellen:

Bijvoorbeeld 13:00 = 1 uur 's middags, 14:00 = 2 uur 's middags, enzovoort.

Kort:

00:00 = middernacht (begin van de nacht)

06:00 = 6 uur 's ochtends

12:00 = 12 uur 's middags

18:00 = 6 uur 's avonds

23:59 = vlak voor middernacht (laatste minuut van de dag)

2. Hoe werkt een klok?

Op een klok staan 12 cijfers.

De klok begint bij 12 en gaat in een ronde.

Er zijn 2 wijzers:

Kleine wijzer = het uur.

Grote wijzer = de minuten.

3. Hoeveel uren en minuten?

Er zijn 24 uur in een dag.

Een analoge klok toont 12 uur → daarom is er ochtend (AM) en middag/avond (PM).

In de middag tel je +12 bij:

Bijvoorbeeld: 3 uur in de middag = 15 uur.

In 1 uur zitten 60 minuten.

4. Hele uren

Grote wijzer wijst naar 12 = een heel uur.

Kleine wijzer wijst naar een getal = dat is het uur.

Voorbeelden:

Kleine wijzer op 3, grote op 12 → 3 uur.

Kleine wijzer op 7, grote op 12 → 7 uur.

5. Halve uren

Grote wijzer wijst naar 6 = half uur.

Kleine wijzer staat tussen twee getallen.

Je kijkt naar het volgende uur.

Voorbeelden:

Kleine wijzer tussen 3 en 4, grote wijzer op 6 → Half vier.

Kleine wijzer tussen 9 en 10, grote wijzer op 6 → Half tien.

6. Kwartieren

Grote wijzer op 3 = Kwart na (= 15 minuten over).

Grote wijzer op 9 = Kwart voor (= 15 minuten voor).

Voorbeelden:

Grote wijzer op 3, kleine wijzer op 2 → Kwart na twee.

Grote wijzer op 9, kleine wijzer bijna op 3 → Kwart voor drie.

7. Minuten lezen (5, 10, 20, ...)

Grote wijzer op 1 = 5 over.

Grote wijzer op 2 = 10 over.

Grote wijzer op 4 = 20 over.

Grote wijzer op 5 = 25 over.

7. Minuten lezen (5, 10, 20, ...)

Grote wijzer op 7 = 25 voor.

Grote wijzer op 8 = 20 voor.

Grote wijzer op 10 = 10 voor.

Grote wijzer op 11 = 5 voor.

📚 Les Kloklezen – Basis