Veilig gebruik van uitrustingsstukken

Veilig gebruik van uitrustingsstukken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Veilig gebruik van uitrustingsstukken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet de student welke uitrustingsstukken er zijn en hoe hij/zij die veilig kan gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten. Leg uit wat het belang is van het kennen van de verschillende uitrustingsstukken en hoe deze veilig te gebruiken.
Wat weet je al over het veilig gebruiken van uitrustingsstukken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn uitrustingsstukken?
Uitrustingsstukken zijn hulpmiddelen die worden gebruikt om werkzaamheden makkelijker en veiliger uit te voeren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat uitrustingsstukken zijn en waarvoor ze worden gebruikt. Vraag de studenten om voorbeelden te geven van uitrustingsstukken die zij kennen.
Soorten uitrustingsstukken
Er zijn verschillende soorten uitrustingsstukken, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen, hijs- en hefmiddelen, en klim- en valbeveiliging.

Slide 5 - Tekstslide

Leg de verschillende soorten uitrustingsstukken uit en geef voorbeelden van elk soort. Bespreek waarom het belangrijk is om het juiste uitrustingsstuk te gebruiken voor elke taak.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bedoeld om de drager te beschermen tegen gevaren op de werkplek, zoals veiligheidshelmen, veiligheidsbrillen en gehoorbescherming.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat persoonlijke beschermingsmiddelen zijn en geef voorbeelden van veelvoorkomende persoonlijke beschermingsmiddelen. Bespreek waarom het belangrijk is om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen.
Hijs- en hefmiddelen
Hijs- en hefmiddelen worden gebruikt om zware lasten te tillen en te verplaatsen, zoals hijsbanden, takels en kranen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat hijs- en hefmiddelen zijn en geef voorbeelden van veelvoorkomende hijs- en hefmiddelen. Bespreek waarom het belangrijk is om deze middelen veilig te gebruiken en wat de risico's zijn als dit niet gebeurt.
Klim- en valbeveiliging
Klim- en valbeveiliging worden gebruikt om werknemers te beschermen bij werkzaamheden op hoogte, zoals harnassen en veiligheidslijnen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat klim- en valbeveiliging is en geef voorbeelden van veelvoorkomende klim- en valbeveiligingsmiddelen. Bespreek waarom het belangrijk is om deze middelen veilig te gebruiken en wat de risico's zijn als dit niet gebeurt.
Veilig gebruik van uitrustingsstukken
Om uitrustingsstukken veilig te gebruiken moeten ze regelmatig worden geïnspecteerd, moeten de gebruikers getraind zijn in het juiste gebruik ervan en moeten de gebruikers de gebruiksinstructies volgen.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf hoe de studenten uitrustingsstukken veilig kunnen gebruiken en bespreek waarom het belangrijk is om deze richtlijnen te volgen. Benadruk het belang van training en inspectie en geef voorbeelden van gevaren die voortkomen uit het niet volgen van de richtlijnen.
Praktijkvoorbeelden
Laat de studenten praktijkvoorbeelden zien van het juiste en onjuiste gebruik van uitrustingsstukken en vraag hen om te beoordelen wat er goed en fout gaat.

Slide 10 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van het juiste en onjuiste gebruik van uitrustingsstukken en bespreek deze in de groep. Vraag de studenten om samen te werken en te beoordelen wat er goed en fout gaat in de voorbeelden.
Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de studenten om vragen te stellen of feedback te geven.

Slide 11 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de studenten of ze nog vragen hebben of feedback willen geven. Beoordeel de voortgang van de studenten en geef indien nodig meer uitleg.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.