Dyscalculie

Wat heb je aan het einde van deze les geleerd?

  •  Je weet wat dyscalculie inhoud
  •  Je weet hoe je dyscalculie kunt herkennen
  •  Je weet hoe je kinderen met dyscalculie kunt begeleiden
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Wat heb je aan het einde van deze les geleerd?

  •  Je weet wat dyscalculie inhoud
  •  Je weet hoe je dyscalculie kunt herkennen
  •  Je weet hoe je kinderen met dyscalculie kunt begeleiden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  •  Informatie over dyscalculie
  •  Filmpjes over dyscalculie 
  •  Vragen over dyscalculie
  •  Eind quiz

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over dyscalculie?

Slide 3 - Woordweb

Kijkopdracht
Bekijk het filmpje op de volgende dia en noteer voor jezelf de belangrijkste informatie in steekwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke steekwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 6 - Open vraag

Wat is dyscalculie?
Kinderen met dyscalculie hebben een hardnekkig probleem met het aanleren en automatiseren van reken- en telhandelingen. Begrip van getallen is er vaak ook niet. Een kind heeft onvoldoende inzicht dat het verschil tussen 75 en 80 net zo groot is als tussen 5 en 10. Ook de koppeling tussen hoeveelheden (vier appels) aan het getal (4) en het woord (vier) verloopt niet goed. Hier heb je last van bij het maken van eenvoudige rekensommen, maar bijvoorbeeld ook bij het klokkijken en omgaan met geld. Wanneer je rekenproblemen ervaart, is dat lastig. Het gaat dan echter niet altijd om een rekenstoornis. Dyscalculie komt voor bij zo’n 3 tot 6 procent van de basisschoolleerlingen. Het kan erfelijk zijn, maar soms komt dyscalculie voor het eerst in een familie voor.

Slide 7 - Tekstslide

Kijkopdracht
Bekijk het filmpje op de volgende dia en noteer voor jezelf de belangrijkste informatie in steekwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welke steekwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 10 - Woordweb

Oorzaak van dyscalculie

een belangrijke oorzaak van dyscalculie is een gebrek aan getal inzicht. Vooral bij de basisvaardigheden, zoals nauwkeurig en snel kunnen tellen, hoeveelheden snel en efficiënt kunnen koppelen aan getalsymbolen en getalwoorden en het begrijpen van de verhoudingen tussen getallen. Deze vaardigheden vormen de bouwstenen voor het leren rekenen. Doordat die bouwstenen niet goed ontwikkelen, gaat ook het aanleren van rekenprocedures moeizaam en is er weinig inzicht in het rekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kijkopdracht
Bekijk het filmpje op de volgende dia en noteer voor jezelf de belangrijkste informatie in steekwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welke steekwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 15 - Open vraag

Dyscalculie behandelingen

De dyscalculiebehandeling van RID biedt: 
• Persoonlijke en individuele aandacht voor het tempo en niveau van ieder kind.
• Veel structuur om de basis voor kinderen te verstevigen.
• Optimale samenwerking met ouders en school.
RID hecht veel belang aan een goede aansluiting van onze behandeling op de diagnostiek. Wij volgen hiermee de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van dyscalculie.

Slide 16 - Tekstslide

Kijkopdracht
Bekijk het filmpje op de volgende dia en noteer voor jezelf de belangrijkste informatie in steekwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welke steekwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 19 - Open vraag

Kijkopdracht
Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoord de vragen op het werkblad

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat heeft Lotte?

Slide 22 - Open vraag

Wat vind ze moeilijk aan het uitrekenen van hoeveel pakken melk ze nodig heeft?

Slide 23 - Open vraag

Waar merkt Lotte aan dat ze dyscalculie heeft?

Slide 24 - Open vraag

Hoe heeft Lotte de tafeltjes geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Wat doet Lotte als ze boodschappen gaat doen?

Slide 26 - Open vraag

Hoe kwam Lotte erachter dat ze dyscalculie had?

Slide 27 - Open vraag

Wat moest Lotte doen bij de dyscalculie test?

Slide 28 - Open vraag

Wanneer moeten ze de verklaring laten zien?

Slide 29 - Open vraag

Welke speciale hulpmiddelen heeft Lotte voor in de klas?

Slide 30 - Open vraag

Voelt Lotte zich dom?

Slide 31 - Open vraag

Quiz

Slide 32 - Tekstslide

Dyslexie komt vaker voor dan dyscalculie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Dyscalculie is niet erfelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Er zijn behandelingen voor dyscalculie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Dyscalculie kan weggaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd kan je dyscalculie herkennen?
A
3e/4e levensjaar
B
5e/6e levensjaar
C
7e/8e levensjaar
D
9e/10e levensjaar

Slide 37 - Quizvraag

Welke hoort niet bij het herkennen van dyscalculie?
A
Moeite met schatten
B
Moeite met onder en boven herkennen
C
Moeite met klokkijken
D
Tellen op de vingers

Slide 38 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?

Slide 39 - Tekstslide