koppelteken, trema en apostrof 3 h/v

koppelteken, trema en apostrof
• Je kan woorden met een trema of apostrof op een juiste manier schrijven.
• Je weet wanneer je een koppelteken gebruikt in samenstellingen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

koppelteken, trema en apostrof
• Je kan woorden met een trema of apostrof op een juiste manier schrijven.
• Je weet wanneer je een koppelteken gebruikt in samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is de juiste spelling?
A
ruïne
B
rüine

Slide 3 - Quizvraag

Meervoud van porie
A
poriën
B
porieën
C
pories

Slide 4 - Quizvraag

Hoe schrijf je: drieentwintig
A
drie-en-twintig
B
drieëntwintig
C
drietwintig
D
drieeentwintig

Slide 5 - Quizvraag

Trema?
financieel
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Waarom heeft het woord een trema?
onhygiënisch
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste spelling.
A
geintresseerd
B
geïntresseerd
C
geïnteresseerd
D
geinteresseerd

Slide 8 - Quizvraag

MEERVOUDEN

op

- s en 's

-S = vaste s

'S = apostrof s

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is het meervoud van kiwi?
A
kiwis
B
kiwies
C
kiwis'
D
kiwi's

Slide 11 - Quizvraag

Meervoud van café is?
A
cafés
B
café's

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste meervoud
A
Jimmy's telefoon
B
Jimmie s telefoon

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van taxi
A
taxies
B
taxis
C
taxie's
D
taxi's

Slide 14 - Quizvraag

Bezitsvorm
Als de naam al op een –s (of een sisklank) eindigt, komt er alleen een apostrof achter en géén extra –s.

*-s Lies Lies' boek
*sisklank Maurice Maurice' boek

Bij een naam op een -e schrijf je de -s er bijna altijd aan vast. Dus: Esmees boek en Esmés boek.

Slide 15 - Tekstslide

Bezitsvorm
De bezits-s geeft een bezit aan, zoals bijvoorbeeld Mara's boek, of Jannekes kledingkast. De regels voor de bezits-s zijn eenvoudig: je schrijft de –s er aanvast, behalve als je de bezitsvorm niet meer goed uit kunt spreken. Dat gebeurt bij de volgende laatste letters:

*-a Mara Mara's boek
*-i Mini Mini's boek
*-o Otto Otto's boek
*-u Abu Abu's boek
*-y Dory Dory's boek (behalve als een –y als een [j] klinkt in plaats van als een [ie])

Slide 16 - Tekstslide

Kies het juiste meervoud
A
Lex' boek
B
Lex's boek

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het meervoud?
cadeau
A
cadeau's
B
cadeaus

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Hoe schrijf je: stereo+installatie
A
stereo-installatie
B
stereoinstalatie
C
stereoïnstalatie
D
stereo-instalatie

Slide 21 - Quizvraag

Ik bestelde in de bar een............drankje
Kies de juiste spelling
A
non-alcoholisch
B
nonalcoholisch

Slide 22 - Quizvraag

Hoe schrijf je minister+president?
A
minister-president
B
ministerpresident

Slide 23 - Quizvraag

Welke woorden zijn juist geschreven?
A
ex-voetballer en pro-Amerikaans
B
galaavond en antiroker
C
Zuid-Spaans en Noord Friesland
D
huis aan-huis-blad en zwart wit

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht

-pak pen en papier
-schrijf de woorden die je in het filmpje ziet op 
-verbeter ze indien nodig!


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Theorie (apostrof)
Je gebruikt een apostrof:
- bij bezitsaanduidingen van woorden die eindigen op een sis-klank of een lange klinker met één letter
Max' fiets, Bas' koptelefoon, Anna's puntenslijper
- na cijfers, afkortingen en afleidingen
vmbo'er, A4'tje, mp3'tje
- als één of meerdere letters zijn weggelaten 
's Morgens heb ik 'm nog in 't buurthuis gezien.

Slide 27 - Tekstslide

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de theorie
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
    It's Learning : vak Nederlands onderdeel spelling blok 1 t/m 3   
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 28 - Tekstslide