Begrijpend lezen M4

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet de heks?
A
Tara
B
Teun
C
Tana
D
Tina

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 2

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hou oud is Tana?
A
5 jaar
B
6 jaar
C
7 jaar
D
8 jaar

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 3

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is Teun voor persoon?
A
Een heks
B
Een goochelaar
C
Een leerling
D
Een tovenaar

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 4

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat voor grapjes halen ze uit?
A
Een kikker in de koffie
B
Een pad in de koffie
C
Een kikker op je hoofd
D
Een pad op je hoofd

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 5

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer krijgt Tana een kat?
A
Als ze een 10 haalt
B
Als ze 10 jaar wordt
C
Als ze een 9 haalt
D
Als ze 9 jaar wordt

Slide 18 - Quizvraag

Vraag 6

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat voor huisdier heeft Teun?
A
Een kater
B
Een kraai
C
Een hond
D
Een rat

Slide 21 - Quizvraag

Vraag 1 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welk woord kan je invullen bij 1
A
Stoelen
B
Slingers
C
Boeken
D
Pennen

Slide 24 - Quizvraag

Vraag 2 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welk woord kan je invullen bij 2
A
De moeders
B
De juffen
C
De kinderen
D
De vaders

Slide 27 - Quizvraag

Vraag 3

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Welk woord kan je invullen bij 3
A
vies
B
gewoons
C
rekenen
D
lekkers

Slide 30 - Quizvraag

Vraag 4

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Welk woord kan je invullen bij 4
A
gelopen
B
gegeten
C
gestaan
D
gebakken

Slide 33 - Quizvraag

Vraag 5

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Welk woord kan je invullen bij 5
A
hard
B
stil
C
zacht
D
uit

Slide 36 - Quizvraag

Vraag 6 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Welk woord kan je invullen bij 6
A
boos
B
verdrietig
C
blij
D
bang

Slide 39 - Quizvraag