B2: 2,4 Slaven op de plantage

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 2 - Tekstslide

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Laat leerlingen benoemen:
- samenleving/maatschappij
- sociale omgeving
- identiteit
- regels en wetten
- sociaal wezen
- etc.

Wat gaan we doen vandaag?
-Lesdoelen
-Herhaling
-Slaven op de plantage
-Opdrachten
-Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Hoe ontstond de slavenhandel?

  • Hoe was het leven aan boord van een slavenschip en de plantage?

  • Hoe en waarom kwam er verzet tegen de slavernij?





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

    Hoe ontstond de slavenhandel?


    Hoe was het leven aan boord van een slavenschip en de plantage?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
  • Wie kreeg er de macht in NL toen Napoleon
keizer werd?

  • Wat hebben de Nederlanden overgehouden aan
de Franse Revolutie?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een wereldkaart uit 1700. Sommige delen van Noord-Amerika en Australië zijn nog niet 'ontdekt'.
suikerrietplantages
🇧🇷
katoenplantages
🇺🇸
Spaanse kolonie
Engelse kolonie
Tabaksplantages
🇨🇺
Portugese kolonie
Nederlandse kolonie
Cacao- en suikerrietplantages
🇸🇷

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaven op de plantage
  • WIC (West-Indische Compagnie)
  • Antillen: 1634
  • Suriname: 1667

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongeschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakten was vreselijk
  • Ze werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode tot slaaf gemaakten werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slavenmarkten

  • slavenmarkten
  • Daar werden de tot slaaf gemaakten 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Ze waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.

  • ...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Op de plantages

  • Tot slaaf gemaakten moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld en/of misbruikt
  • Ze werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de tot slaaf gemaakten geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de tot slaaf gemaakten uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommigen bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straffen

  • Opsluiting
  • Kettingstraf
  • Zweepslagen
  • Doodstraf

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde slavernij
Abolitionisme = afschaffen van slavernij

  • Verbod Engeland: 1833
  • Verbod Nederland: 1863
  • Verbod Amerika: 1865

Hierna nooit meer slavernij?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Controle
Paragraaf 2,3 – De Franse tijd in de Nederlanden
Opdrachten: 1, 2, 3, 6, 9
Blz. 44 t/m 47


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Paragraaf 2,4 – Slaven op de plantage
Opdrachten: 1, 3, 4, 6, 7, 9
Blz. 48 t/m 51


Klaar? Steek je vinger op
Schrijf deze opdrachten in je planner!
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Aan het eind van deze les:

  • Hoe ontstond de slavenhandel?

  • Hoe was het leven aan boord van een slavenschip en de plantage?

  • Hoe en waarom kwam er verzet tegen de slavernij?



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies