Les 3 Verbranding en ademhaling

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Biologie

startopdracht:

Lesson Up opstarten

Daarna leren thema 1 B 1 t/m 4

We gaan een quiz doen over deze basisstoffen

Welke vormen van energie komen er bij verbranding vrij?

1. licht & warmte
2. CO2 & licht
3. warmte & beweging
4. Water & beweging

Bij verbranding ontstaat:

1. Zuurstof
2. Stikstof
3. Koolstofdioxide
4. Vuur

Als je uitademt tegen een koude ruit, ontstaat er ...1...

Uitgeademde lucht bevat meer ...2... dan ingeademde lucht

1. 1. warmte 2. condens
2. 1. condens 2. waterdamp
3. 1. waterdamp 2. condens
4. 1. condens 2. zuurstof

Emily zegt:
Ingeademde lucht is kouder dan uitgeademde lucht.

Joey zegt:
Er zit meer zuurstof in ingeademde lucht dan uitgeademde lucht

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. Emily: waar Joey: nietwaar
4. Emily: nietwaar Joey: waar

Bij verbranding ontstaan uitlaatgassen.
Dit noemen we ook wel.....

1. Verbrandingsproducten
2. Uitlaatproducten
3. indicator
4. Zuurstof

Bij de verbranding bij een kaars komen de volgende energie soorten vrij

1. warmte & beweging
2. Beweging & licht
3. Licht & warmte
4. Koolstofdioxide & warmte

Bij regen zit er veel waterdamp in de lucht

1. Waar
2. Niet waar

Omschrijf wat een indicator is

Als je inademt neem je zuurstof op uit de lucht

1. waar
2. Niet waar

Kun je koolstofdioxide aantonen met helder kalkwater?

1. Ja
2. Nee

Komen brandstoffen via het bloed bij de cellen van je lichaam?

1. ja
2. nee

Welke gas halen de longen uit de lucht?

1. Koolstofdioxide
2. Stikstof
3. Zuurstof

De luchtpijp vertakt zich in twee

1. Luchtpijpen
2. Strottenhoofden
3. Longblaasjes
4. Bronciën

De neusholte is bekleed met een neusslijmvlies

1. waar
2. nietwaar

In het strottenhoofd zit je reukzintuig

1. waar
2. niet waar

De huig sluit als je voedsel doorslikt zodat het niet in de luchtpijp terecht komt

1. waar
2. niet waar

Het strotklepje sluit als je voedsel doorslikt zodat het niet in de luchtpijp komt

1. waar
2. niet waar

Basisstof 5 Longblaasjes

Longblaasjes

Gaswisseling =  

- De wand van de longblaasjes en longhaarvaten zijn heel dun. 

- Deze laten makkelijk zuurstof en koolstofdioxide door

- Hierdoor makkelijk zuurstof in de longblaasjes naar bloed

- Bloed vervoert zuurstof naar alle cellen van lichaam

Bij verbranding ontstaat -> koolstofdioxide