Hoofdstuk 3 paragraaf 3

Paragraaf 3: 
Religieuze en Seculiere Levensbeschouwingen
1 / 5
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 5 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3: 
Religieuze en Seculiere Levensbeschouwingen

Slide 1 - Tekstslide

Religieuze Levensbeschouwing
1. Kracht uit 'iets dat groter is dan de mens', buiten de mens
2. Verbinding met iets dat de mens overstijgt(transcendentie)

Voorbeelden zijn: godsdiensten, 
geloof in geesten, bovenaardse machten.
Heilig = mens, voorwerpen, plekken
Godsdienst en religie is dus niet hetzelfde!

Slide 2 - Tekstslide

Seculiere Levensbeschouwing
Seculier: de mens staat centraal (en niet iets transcendent)
Je haalt de kracht uit jezelf, in jezelf (immanentie)

Slide 3 - Tekstslide

Grieks: 
Theos = God
4 begrippen



1. Theïsme - Godsdienstig. Theïstische levensbeschouwing
2Atheïsme - Niet-God: Niet godsdienstige levensbeschouwing
Antitheïsme - tegen iedere vorm van religie
Agnositicisme - Twijfel: (A=niet,  Gnosis = kennis of weten)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide